Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 101

Psalm 101

Een lied van David.

Ik wil zingen van uw liefde en uw rechtvaardigheid.
Ik wil liederen over U zingen, Heer.
Ik wil graag leven zoals U het wil.
Wanneer zult U naar mij toe komen?
Ik leef vanuit een goed geweten.
Ik doe geen slechte dingen.
Ik haat het kwaad, ik kom er zelfs niet bij in de buurt.
Ik wil niet oneerlijk zijn.
Ik ga niet om met slechte mensen.
Ik wil niets te maken hebben met iemand die over anderen roddelt.
Mensen die op anderen neerkijken, wil ik niet in mijn buurt hebben.
Ik ben liever bij de mensen die van U houden.
Alleen zij mogen mij dienen in mijn paleis.
In mijn huis mogen geen bedriegers komen.
Leugenaars wil ik niet in mijn buurt hebben.
Elke ochtend spreek ik recht over de mensen
die zich in mijn land niets van U aantrekken.
Ik zal hen veroordelen,
zodat er in de stad van de Heer geen slechte mensen zullen zijn.

1 Koningen 8:1-21

De kist van de Heer wordt naar de tempel gebracht

Toen liet Salomo de leiders van Israël, alle stamhoofden en de familiehoofden bij zich in Jeruzalem komen. Hij wilde met hen de kist van het verbond van de Heer uit de 'Stad van David' (dat is de burcht Sion) ophalen. Ze kwamen allemaal naar koning Salomo voor het Loofhuttenfeest[a] in de maand Etanim. Dat is de zevende maand. Toen alle leiders van Israël waren gekomen, tilden de priesters de kist van het verbond op. En ze brachten de kist van de Heer, de tent van ontmoeting[b] en alle heilige voorwerpen die daarbij hoorden naar de tempel op de berg Sion. De priesters en Levieten droegen alles. Koning Salomo en de Israëlieten verzamelden zich bij de kist van het verbond. En ze offerden zóveel schapen, geiten en koeien, dat deze niet te tellen waren.

Daarna brachten de priesters de kist van het verbond van de Heer naar zijn plaats in de achterzaal van de tempel, de allerheiligste kamer. Ze zetten hem neer onder de vleugels van de engelen. Want de engelen spreidden hun vleugels uit over de plek waar de kist kwam te staan. Zo waren de vleugels van de engelen uitgespreid boven de kist en de draagstokken. De draagstokken waren zó lang, dat de uiteinden ervan voorbij de engelen staken. Ze waren alleen te zien voor iemand die vlak bij de ingang van de allerheiligste kamer stond. Maar van verder weg waren de uiteinden niet te zien. Ze zijn daar nu nog steeds. In de kist lagen alleen de twee platte stenen die Mozes op de berg Horeb er in had gelegd. Dat waren de platte stenen van het verbond dat de Heer met de Israëlieten had gesloten toen zij uit Egypte waren vertrokken.

10 Toen de priesters uit de heilige kamer kwamen, kwam er een wolk die de hele tempel van de Heer vulde. 11 De priesters konden door die wolk niet blijven staan om dienst te doen. Want in de wolk was de machtige aanwezigheid van de Heer. De hele tempel werd ermee gevuld.

Salomo's gebed

12 Toen zei Salomo: "Heer, U heeft gezegd dat U in duisternis wil wonen.[c] 13 Ik heb een tempel voor U gebouwd. Het zal uw eigen plaats zijn, waar U voor altijd kan wonen."

14 Daarna draaide de koning zich om en zegende alle Israëlieten die daar stonden. 15 Hij zei: "Prijs de Heer, de God van Israël. Hij heeft gedaan wat Hij tegen mijn vader David heeft gezegd. 16 Want Hij zei tegen hem: 'Sinds Ik mijn volk Israël uit Egypte bevrijdde, heb Ik nooit een stad uit de stammen van Israël uitgekozen om te wonen. Maar Ik heb David uitgekozen om mijn volk Israël te leiden.' 17 En mijn vader David kreeg het plan om een tempel te bouwen voor de Heer, de God van Israël. 18 Toen zei de Heer tegen hem: 'Het is goed dat je voor Mij een tempel wil bouwen. 19 Maar niet jij zal deze tempel bouwen, maar je zoon. Híj zal voor Mij een tempel bouwen.' 20 En de Heer heeft gedaan wat Hij had beloofd. Want ik ben na mijn vader David koning van Israël geworden, zoals de Heer had beloofd. En ik heb voor de Heer, de God van Israël, deze tempel gebouwd. 21 Ik heb er een plaats gemaakt voor de kist waar het verbond van de Heer in ligt. Dat is het verbond dat de Heer met onze voorouders heeft gesloten toen Hij hen uit Egypte bevrijdde."

Markus 8:14-21

De slechte invloed van de Farizeeërs en Herodes

14 De leerlingen hadden vergeten om brood mee te nemen. Ze hadden maar één brood bij zich in de boot en verder niets. 15 Jezus waarschuwde hen: "Pas goed op voor de gist van de Farizeeërs en van Herodes." 16 De leerlingen zeiden tegen elkaar: "Dat zegt Jezus vast omdat we geen brood hebben." 17 Toen Jezus dat merkte, zei Hij: "Waarom hebben jullie het er over dat jullie geen brood hebben? Zien jullie het dan nóg niet? Begrijpen jullie het nóg niet? Hebben jullie zo'n hard hart? 18 Hebben jullie ogen die niets zien en oren die niets horen? 19 Weten jullie niet meer wat er gebeurde toen Ik de vijf broden brak voor de 5000 mensen? Hoeveel manden vol brood hadden jullie toen over?" Ze antwoordden: "Twaalf." 20 "En bij de zeven broden voor de 4000 mensen? Hoeveel manden vol brood hadden jullie toen over?" 21 En ze zeiden: "Zeven." En Hij zei tegen hen: "Waarom begrijpen jullie het nog steeds niet?"

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016