Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 101
1 Een lied van David.
Ik wil zingen van uw liefde en uw rechtvaardigheid.
Ik wil liederen over U zingen, Heer.
2 Ik wil graag leven zoals U het wil.
Wanneer zult U naar mij toe komen?
Ik leef vanuit een goed geweten.
3 Ik doe geen slechte dingen.
Ik haat het kwaad, ik kom er zelfs niet bij in de buurt.
4 Ik wil niet oneerlijk zijn.
Ik ga niet om met slechte mensen.
5 Ik wil niets te maken hebben met iemand die over anderen roddelt.
Mensen die op anderen neerkijken, wil ik niet in mijn buurt hebben.
6 Ik ben liever bij de mensen die van U houden.
Alleen zij mogen mij dienen in mijn paleis.
7 In mijn huis mogen geen bedriegers komen.
Leugenaars wil ik niet in mijn buurt hebben.
8 Elke ochtend spreek ik recht over de mensen
die zich in mijn land niets van U aantrekken.
Ik zal hen veroordelen,
zodat er in de stad van de Heer geen slechte mensen zullen zijn.
Salomo's wijsheid
16 Op een keer kwamen er twee vrouwen bij de koning. Het waren twee hoeren. 17 De ene vrouw zei: "Mijn heer de koning, deze vrouw en ik wonen samen in een huis. Ik heb bij haar in huis een kind gekregen. 18 Drie dagen later kreeg zij ook een kind. Alleen wij tweeën waren thuis. Verder was er niemand. 19 's Nachts is háár kind gestorven, doordat ze op hem is gaan liggen. 20 Toen is ze midden in de nacht opgestaan. En terwijl ik lag te slapen, heeft ze mijn zoon die naast me lag, omgeruild voor haar dode zoon. 21 Toen ik 's morgens opstond om mijn zoon te voeden, zag ik dat hij dood was. Maar toen ik goed keek, zag ik dat het niet míjn kind was!" 22 Maar de andere vrouw zei: "Niet waar! Het levende kind is van mij en het dode kind is van jou." De eerste vrouw zei weer: "Niet waar! Het dode kind is van jou en het levende is van mij." Zo stonden ze daar voor de koning ruzie te maken.
23 Toen zei de koning: "Jullie zeggen allebei: 'De levende zoon is van mij, en de dode is van jou.' 24 Breng me een zwaard." Een dienaar haalde een zwaard. 25 En de koning zei: "Snijd het levende kind in tweeën. Geef de ene helft aan de ene vrouw en de andere helft aan de andere vrouw." 26 Toen riep de vrouw die de moeder was van het levende kind: "Alstublieft, mijn heer de koning, geef haar het levende kind dan maar! Dood het alstublieft niet!" Want omdat ze de moeder was, hield ze van het kind. Maar de andere vrouw zei: "Snijd het kind maar door. Dan hebben we tenminste allebei niets." 27 Toen wees de koning naar de eerste vrouw en zei: "Geef haar het levende kind en dood het niet. Want zij is de moeder." 28 Toen de Israëlieten hoorden hoe de koning de rechtszaak van de twee vrouwen had opgelost, kregen ze diep ontzag voor hun koning. Want ze merkten dat Gods wijsheid in hem was.
De apostelen zoeken zeven extra mannen uit
6 Het aantal leerlingen werd steeds groter. Maar de Griekse gelovigen begonnen te mopperen tegen de Joodse gelovigen. Ze zeiden dat er voor de Griekse weduwen in de gemeente minder goed werd gezorgd bij de maaltijden dan voor de Joodse weduwen. 2 Toen riepen de twaalf apostelen alle leerlingen bij elkaar. Ze zeiden: "Het is niet goed als wijzelf voor de maaltijden moeten zorgen. Want dan hebben wij minder tijd voor het woord van God. 3 Daarom moeten jullie zeven mannen uitzoeken waarvan iedereen weet dat het goede mensen zijn. Het moeten wijze mannen zijn die vol zijn van de Heilige Geest. Zij zullen de taak krijgen om voor de maaltijden te zorgen. 4 Dan kunnen wíj ons bezig houden met bidden en met lesgeven over het woord."
5 Dit vond iedereen een goed plan. Ze kozen Stefanus uit, een man vol geloof en vol van de Heilige Geest. Verder Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs. Nikolaüs kwam uit Antiochië en had zich vroeger bij het Joodse geloof aangesloten. 6 Ze brachten hen bij de apostelen. Die baden voor hen. Daarna legden ze hun de handen op om hen te zegenen voor het werk.
7 Het woord van God verspreidde zich en het aantal leerlingen in Jeruzalem groeide snel. Ook heel veel priesters gingen in Jezus geloven.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016