Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 48

Psalm 48

Een lied voor de Korachieten.[a]

De Heer is machtig.
Iedereen in zijn stad op de heilige berg moet Hem prijzen.
De berg Sion, daar in het noorden,
is de prachtigste berg van de aarde
en de vreugde van ieder mens.
Het is de stad van de grote Koning.
God woont binnen de muren van die stad.
Hijzelf is als een burcht waar de mensen veilig zijn.

Koningen rukten samen op
om Jeruzalem aan te vallen.
Maar toen ze de stad zagen,
schrokken ze terug en vluchtten.
Ze werden plotseling
door hevige angst overvallen.
De vloot van de vijand uit Tarsis
werd door U vernietigd in een storm.

Wat we eerst alleen hadden gehoord,
zagen we nu zelf gebeuren
in de stad van de Heer van de hemelse legers,
in de stad van onze God.
Dankzij God zal die stad altijd blijven bestaan.

10 God, als we in uw tempel zijn,
denken we aan alle goede dingen die U heeft gedaan.
11 U bent over de hele aarde bekend.
U wordt over de hele aarde geprezen.
U heerst rechtvaardig.
12 De bewoners van Jeruzalem zijn blij,
de bewoners van Juda juichen,
omdat U rechtvaardig bent.

13 Loop om Jeruzalem heen,
tel alle torens.
14 Kijk naar die sterke muren,
zie eens wat een geweldige burchten!
Zeg tegen je kinderen:
15 "Kijk, zó is onze God ook,
zó sterk is onze God, voor eeuwig en altijd.
Ons leven lang zal Hij ons leiden."

2 Samuël 3:31-38

Abners begrafenis

31 David zei tegen Joab en zijn mannen: "Scheur je kleren als teken van verdriet, doe rouwkleren aan en loop huilend voor de draagbaar van Abner uit." Koning David liep achter de draagbaar aan. 32 Toen Abner in Hebron begraven werd, huilde de koning luid bij het graf van Abner. En het hele volk treurde mee.

33 De koning zong dit treurlied over Abner:

"Arme Abner!
Wat vreselijk dat je stierf zoals een dwaas sterft!
34 Je handen waren niet gebonden,
je voeten waren niet geboeid.
Je bent laf vermoord,
zoals iemand die gedood wordt door schurken."

Daar werd iedereen nog bedroefder van. 35 Daarna zeiden de mannen van David dat hij iets moest eten. Maar David zwoer: "Ik zweer bij de Heer dat ik tot zonsondergang helemaal niets zal eten." 36 Ze vonden dat een goed antwoord. Ze vonden alles goed wat de koning deed. 37 En zo begreep iedereen in Israël dat de moord op Abner niet door de koning beraamd was. 38 De koning zei tegen zijn dienaren: "Begrijpen jullie wel dat er vandaag een groot man is gestorven in Israël? Abner was een held!

Mattheüs 8:18-22

18 Jezus zag dat er inmiddels wel heel veel mensen gekomen waren. Daarom zei Hij tegen zijn leerlingen dat ze met Hem naar de overkant van het meer moesten varen. 19 Toen kwam er een wetgeleerde naar Hem toe. Hij zei: "Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat." 20 Jezus zei tegen hem: "De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten. Maar de Mensenzoon heeft geen plek om te slapen."

21 Eén van zijn leerlingen zei tegen Hem: "Heer, ik wil U ook wel volgen. Maar mag ik wachten tot ik mijn vader heb begraven?" 22 Maar Jezus zei tegen hem: "Volg Mij! Laten de doden hun doden maar begraven."

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016