Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 107
1 Prijs de Heer, want Hij is goed.
Zijn liefde duurt voor eeuwig.
2 Dat zullen alle mensen zeggen
die door Hem zijn gered van hun vijanden.
3 Hij heeft hen teruggebracht naar hun land:
uit het oosten en het westen,
uit het noorden en het zuiden.
17 Er waren dwaze mensen die God niet wilden gehoorzamen.
Daardoor waren ze vreselijk ziek geworden.
18 Ze wilden niet meer eten
en waren op de rand van de dood.
19 Toen riepen ze tot de Heer in hun angst.
Hij redde hen uit de nood.
20 Hij stuurde zijn woord en Hij genas hen.
Hij redde hen van de dood.
21 Ze zullen de Heer ervoor danken
dat Hij goed voor hen is geweest,
dat Hij de mensen op bijzondere wijze redt.
22 Ze zullen Hem dank-offers brengen
en juichend vertellen wat Hij heeft gedaan.
5 Toen zag ik plotseling nog twee andere mannen staan: de één aan deze kant van de rivier, de ander aan de overkant. 6 Eén van hen zei tegen de Man in de linnen kleren die hogerop langs het water van de rivier stond: "Hoelang duurt het nog tot deze wonderlijke dingen gebeurd zullen zijn?" 7 De Man in de linnen kleren die hogerop langs het water van de rivier stond, hief zijn handen op naar de hemel en zwoer bij de God die eeuwig leeft: "Een tijd, tijden en een halve tijd.[a] Wanneer Hij zijn volk niet langer uit elkaar zal jagen, zullen al deze dingen gebeurd zijn."
8 Ik hoorde wel alles wat Hij zei, maar ik begreep het niet. Ik vroeg: "Mijn Heer, wat gaat er nu toch precies gebeuren?" 9 Maar Hij zei: "Ga nu, Daniël. Want dat zal verborgen blijven tot aan het eind van de tijd. 10 Veel mensen zullen zich laten schoonwassen en bij God willen horen. Maar de mensen die zich niets van God aantrekken, zullen gewoon slechte dingen blijven doen. Zij zullen hier niets van begrijpen. Maar de wijze en verstandige mensen zullen deze dingen begrijpen. 11 Vanaf de tijd dat het dagelijks offer niet meer zal worden gebracht en het afgodsbeeld dat vernietiging brengt in de tempel staat, zullen er 1290 dagen (ongeveer 3 jaar en 7 maanden) voorbij gaan. 12 Het zal heerlijk voor de mensen zijn die hierop zelfs 1335 dagen (ongeveer 3 jaar en 8 ½ maand) blijven wachten. 13 Jij mag rustig sterven.[b] Maar aan het eind van de tijd zul je opstaan uit de dood. Dan zul je je beloning krijgen."
7 Want door het bloed van zijn Zoon heeft Hij ons gered. Door zijn bloed kon Hij ons vergeven dat we Hem ongehoorzaam waren. Hij deed dat niet omdat we dat verdiend hadden, maar omdat Hij zoveel van ons houdt. 8 Bovendien was Hij zo goed ons zijn wijsheid te geven. 9 Want Hij heeft ons laten weten wat zijn goddelijke plan met Christus was. 10 Dat plan was om, vóór het eind van de tijd gekomen is, Jezus tot het Hoofd te maken van alles wat in de hemel en op de aarde is. 11 En God doet altijd wat Hij van plan is. En samen met Jezus Christus hebben wij ook de erfenis gekregen die God ons altijd al heeft willen geven. 12 Wij Joden hebben heel lang gewacht op de komst van Christus. En nu Christus is gekomen, prijzen we God dat Hij zo geweldig goed is.
13 Jullie hebben het woord van de waarheid, het goede nieuws, óók geloofd. Daardoor horen jullie nu óók bij Hem. Omdat jullie in Hem geloven, heeft Christus als het ware ook op jullie zijn 'eigendomsstempel' gezet. Dat 'stempel' is de Heilige Geest die God aan jullie heeft gegeven. God had beloofd dat Hij zijn Geest aan ons zou geven, en dat heeft Hij ook gedaan. 14 De Heilige Geest is het bewijs en de voorproef van het deel van onze erfenis dat God ons nog gaat geven. Die erfenis is: onze volledige bevrijding, waardoor we God zullen prijzen dat Hij zo geweldig goed is.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016