Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 93
1 De Heer regeert.
Hij heeft de hoogste macht.
Hij is de machtigste Koning.
Daardoor staat de wereld stevig.
2 U bent er altijd geweest.
Al vanaf het eerste begin bent U Koning.
U regeert voor eeuwig.
3 Rivieren bruisen, Heer,
rivieren bruisen en schuimen.
4 Maar machtiger dan de stem van het water,
machtiger dan het gebulder van de zee,
is de machtige Heer in de hemel.
5 Uw woorden zijn te vertrouwen.
De plaats waar U woont, is heilig, voor eeuwig.
13 Toen raapte hij de mantel op die Elia had laten vallen. Hij liep ermee terug naar de Jordaan en ging bij het water staan. 14 Hij sloeg met Elia's mantel op het water en riep: "Waar is de Heer, de God van Elia? Waar is Hij?" En het water verdeelde zich in tweeën, zodat Elisa kon oversteken.
15 De profeten van Jericho stonden op een afstand te kijken en zagen het. Ze zeiden: "De Geest die op Elia was, is nu op Elisa!" Ze liepen naar hem toe en bogen diep voor hem.
Jezus legt uit wie Hij is
21 Toen zei Jezus opnieuw: "Ik ga weg, en jullie zullen Mij zoeken. En jullie zullen sterven zonder dat jullie vergeving hebben gekregen voor jullie ongehoorzaamheid aan God. Waar Ik heen ga, kunnen jullie niet komen." 22 Toen zeiden de Joodse leiders tegen elkaar: "Zou Hij bedoelen dat Hij zelfmoord wil gaan plegen? Want wat bedoelt Hij met: 'Waar Ik heen ga, kunnen jullie niet komen'?" 23 Hij zei tegen hen: "Jullie zijn van beneden, Ik ben van boven. Jullie zijn van deze wereld, maar Ik ben niet van deze wereld. 24 Daarom zeg Ik jullie dat jullie zullen sterven zonder dat jullie vergeving hebben gekregen voor jullie ongehoorzaamheid aan God. Want als jullie niet geloven dat IK BEN[a] die Ik zeg dat Ik ben, zullen jullie sterven zonder dat jullie vergeving hebben gekregen voor jullie ongehoorzaamheid aan God." 25 Toen vroegen ze aan Hem: "Wie bent U dan?" Jezus zei tegen hen: "Dat heb Ik jullie aldoor al verteld. 26 Ik heb veel over jullie te zeggen en Ik zou jullie kunnen veroordelen. Maar dat zal Ik niet doen. Ik vertel de mensen alleen wat Ik heb gehoord van Hem die Mij heeft gestuurd. En wat Hij zegt, is de waarheid, want Hij ís de waarheid." 27 Ze begrepen niet dat Hij het over de Vader had. Jezus zei toen tegen hen: 28 "Wanneer jullie de Mensenzoon hoog opgeheven zullen hebben, zullen jullie begrijpen dat IK het BEN en dat Ik niet doe wat Ik zelf wil. Dan zullen jullie begrijpen dat Ik alleen zeg wat de Vader Mij heeft geleerd. 29 Hij die Mij heeft gestuurd, is altijd bij Mij. Hij laat Mij niet alleen, want Ik doe altijd wat Hij wil."
Jezus en Abraham
30 Toen Jezus dit zei, geloofden veel mensen in Hem.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016