Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
95 Kom, laten wij lofliederen zingen
tot eer van de Here,
laten wij Hem loven,
want Hij is de rots van ons heil.
2 Laten wij met lofliederen naar Hem toegaan,
met snaarinstrumenten Hem prijzen.
3 De Here is een machtige God,
de grote Koning.
Er is niemand zoals Hij.
4 Hij beheerst de diepten van deze schepping
en reikt met zijn hand
tot aan de toppen van de bergen.
5 De zee en het land zijn van Hem,
want Hij heeft beide gemaakt.
6 Kom, laten wij ons buigen,
knielen en ons neerwerpen voor de Here,
die ons heeft gemaakt.
7 Hij is onze God
en wij horen bij het volk dat Hij leidt.
Als schapen volgen wij Hem.
Luister toch elke dag naar wat Hij u zegt.
8 ‘Wees niet koppig,
zoals de mensen bij Massa en Meriba,
indertijd in de woestijn.
9 Uw voorouders hebben Mij toen uitgedaagd.
Zij stelden Mij op de proef,
hoewel zij mijn macht hadden gezien in wat Ik deed.
10 Veertig jaar lang heeft uw volk
Mij moeite gegeven.
Ik ergerde Mij aan hen.
Ten slotte zei Ik:
“Dit volk loopt voortdurend van Mij weg,
het wil Mij niet volgen.”
11 Daarom heb Ik, toen Ik toornig was,
gezworen dat het geen rust bij Mij zou vinden.’
Brood uit de hemel
16 Na het vertrek uit Elim kwamen de Israëlieten in de woestijn Sin tussen Elim en de Sinaï. Dat was zes weken na hun vertrek uit Egypte. 2 In die woestijn beklaagden de Israëlieten zich tegenover Mozes en Aäron en zeiden: 3 ‘Waarom heeft de Here ons niet gewoon in Egypte laten sterven! Daar waren de vleespotten vol en hadden we in elk geval genoeg te eten, maar in deze woestijn zullen we allemaal verhongeren.’
4 Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Luister, Ik zal voor hen brood uit de hemel laten regenen. Iedereen mag elke dag net zoveel eten verzamelen als hij die dag nodig heeft. Ik zal hen daarmee op de proef stellen om te zien of zij mijn opdrachten uitvoeren. 5 Zeg hun dat zij de zesde dag van de week tweemaal zoveel eten verzamelen als op de andere dagen.’
6 Mozes en Aäron riepen de Israëlieten bijeen en zeiden: ‘Vanavond zullen jullie merken dat het de Here was die ons uit Egypte heeft bevrijd. 7 En morgenochtend zullen jullie nog meer van zijn glorie zien. Hij heeft jullie klachten tegen Hem gehoord. Hij weet dat jullie niet tegen ons klagen, want wie zijn wij tenslotte? 8 De Here zal jullie ʼs avonds vlees en ʼs morgens brood te eten geven.
15 In de persoon van Christus is de onzichtbare God zichtbaar geworden, Hij is als eerstgeborene verheven boven de hele schepping. 16 In Christus is alles in de hemelen en op aarde geschapen, al het zichtbare en onzichtbare. Koningen en wereldheersers, regeringen en andere autoriteiten, alles is in Christus gemaakt tot zijn eer. 17 Hij was er al voordat er iets bestond en alles wat bestaat, is er dankzij Hem. 18 Hij is het hoofd van de Gemeente, zijn lichaam. Hij is het begin van alles en ging ons als eerste voor in de opstanding uit de dood. In alles is Hij de eerste. 19 Want God had besloten met zijn hele wezen in zijn Zoon te wonen. 20 Door zijn Zoon heeft God een altijddurende vrede gesticht tussen Zichzelf en alles wat in de hemelen en op aarde is. Doordat Christus Zich aan het kruis heeft opgeofferd en zijn bloed heeft gegeven, is er verzoening met God.
21 Dat geldt ook voor u, die vroeger zo ver van God verwijderd was. U leefde als vijand van Hem, zoals bleek uit de slechte dingen die u dacht en deed. 22 Maar nu heeft God Zich met u verzoend, door de dood aan het kruis van zijn aardse lichaam. Zo heeft Christus u heilig en zuiver gemaakt en in de dichte nabijheid van God gebracht. 23 De enige voorwaarde is dat u deze waarheid met heel uw hart gelooft en er standvastig in blijft. Dat u sterk bent in de Here en vast overtuigd van het goede nieuws dat Jezus voor u gestorven is. Dit geweldige nieuws gaat de hele wereld door en ik heb mijn leven in dienst ervan gesteld.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.