Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
105 Uw woord leidt mij.
Het is als een lamp voor mijn voeten,
een licht op mijn pad.
106 Ik heb gezworen (en ik zal het ook doen)
dat ik me aan uw wetten zal houden.
107 Heer, ik heb het zo moeilijk!
Geef mij leven, zoals U heeft beloofd.
108 Geniet van de woorden van mijn mond
die ik U als een offer aanbied.
Leer me U te gehoorzamen.
109 Ik ben aldoor in gevaar,
maar uw wet vergeet ik niet.
110 Schurken proberen me in de val te laten lopen,
maar ik word niet ongehoorzaam aan uw wetten.
111 Ik heb uw wetten voor altijd van U gekregen.
Ik ben er heel erg blij mee.
112 Ik verlang ernaar om me altijd aan uw leefregels te houden,
tot het einde toe.
Koning Josia wil dat de mensen weer volgens de wet gaan leven
23 Toen liet koning Josia alle leiders van Juda en Jeruzalem bij zich komen. 2 De koning ging naar de tempel van de Heer. Iedereen ging met hem mee: alle bewoners van Jeruzalem, de priesters, de profeten en het hele volk, van hoog tot laag. Hij las hun het hele boek van het verbond voor dat in de tempel van de Heer was gevonden.
3 Toen ging hij bij de pilaar staan en sloot een verbond met de Heer en met het volk. Ze beloofden dat ze voortaan met hun hele hart en hun hele ziel de Heer zouden dienen. Voortaan zouden ze gehoorzaam zijn aan de wetten en leefregels die in het boek waren opgeschreven. Het hele volk wilde meedoen met dat verbond.
4 Daarna zei de koning tegen de hogepriester Hilkia, de priesters die hem hielpen en de deurwachters: "Haal alles wat voor de afgoden is gemaakt, uit de tempel weg." Hij liet alles buiten Jeruzalem verbranden op de velden langs de beek Kidron. De as liet hij naar Bet-El brengen. 5 Ook ontsloeg hij alle afgodspriesters. Zij waren door de vorige koningen van Juda aangewezen om offers te brengen op de altaren die in de steden van Juda en in de omgeving van Jeruzalem stonden. Ook alle priesters die offers brachten aan de zon, de maan, de sterren en de sterrenbeelden stuurde hij weg. 6 Hij haalde de heilige paal weg uit de tempel van de Heer. Hij verbrandde hem buiten Jeruzalem bij de beek Kidron. Wat ervan overbleef, verpulverde hij tot stof. Het stof wierp hij op de begraafplaats. 7 Hij liet in de tempel van de Heer de kamers afbreken van de mannen die als tempelhoer werkten en van de vrouwen die kleren weefden voor het godenbeeld. 8 Hij liet alle Levitische afgodspriesters uit de steden van Juda naar Jeruzalem komen. Hij zorgde ervoor dat de altaren waar zij offers hadden gebracht, van Geba tot Berseba, onrein gemaakt werden. De altaren bij het huis van de stadsbestuurder Jozua, links van de stadspoort als je de stad in kwam, liet hij ook afbreken.
Koning Josia laat het Paasfeest vieren
21 De koning beval het hele volk. "Ga nu voor jullie Heer God het Paasfeest vieren. Doe dat op de manier die staat in het boek van het verbond." 22 Want het Paasfeest was nooit meer op die manier gevierd sinds de tijd van de leiders die Israël leidden toen er nog geen koning was. Want ook in de tijd van de koningen van Israël en van Juda was dat nooit meer gedaan. 23 Maar toen Josia 18 jaar koning was van Juda, werd dit Paasfeest voor de Heer weer in Jeruzalem gevierd. 24 Josia deed ook alle mensen uit het land weg die doden om raad vroegen, en alle waarzeggers. Ook verbrandde hij alle grote en kleine afgodsbeelden en alle andere vreselijke dingen die in Juda en Jeruzalem werden gevonden. Want hij wilde leven volgens alle wetten en leefregels van het boek dat de priester Hilkia in de tempel van de Heer had gevonden. 25 Vóór hem is er geen enkele koning geweest, die op dezelfde manier met hart en ziel de Heer wilde dienen volgens alles wat er in de wet van Mozes stond. En na hem is er ook nooit meer zo iemand geweest.
De kracht van God in het leven van de gelovigen
4 God was zo goed om ons de taak te geven de mensen over dit nieuwe verbond te vertellen. En omdat Hij ons die taak heeft gegeven, geven we nooit op. 2 Daarom blijven we ook ver uit de buurt van alles wat het daglicht niet kan verdragen. We doen niets waarvoor we ons zouden moeten schamen. We hebben het woord van God ook niet verdraaid om de mensen over te halen in Jezus te gaan geloven of om daar zelf voordeel van te hebben. Maar we spreken helder en duidelijk de waarheid. Zo kunnen we God en mensen recht in de ogen kijken. Zó vertellen we het goede nieuws aan de mensen. 3 Toch zijn er altijd mensen bij wie er dan een 'doek' over hun hart blijft liggen. Daardoor kunnen ze het goede nieuws niet begrijpen. Maar dat gebeurt alleen bij de mensen die verloren gaan. 4 Dat zijn de ongelovige mensen. Zij zijn door de god van deze wereld blind gemaakt in hun denken. Daardoor kunnen ze het licht niet zien van het goede nieuws van Christus. Terwijl juist aan Christus precies te zien is wie God is. Hij is de afbeelding van God.
5 We vertellen de mensen niet dat wij zélf belangrijk zijn. Nee, we vertellen hun dat Jezus Christus de Heer is. Wijzelf zijn alleen maar jullie dienaren. Want dat wil Jezus. 6 Want de God die heeft gezegd dat er licht moest gaan schijnen in het donker,[a] heeft het licht in ons hart laten schijnen: we zagen dat in Jezus Christus de macht en majesteit van God te zien is.
7 Dat we dat nu begrijpen is als een kostbare schat. Maar die schat zit in een breekbare kruik (= ons lichaam). De kracht die in ons is en die groter is dan elke andere kracht, is niet onze eigen kracht. Het is Gods kracht in ons. 8 We zijn wel in moeilijkheden, maar door zijn kracht zitten we nooit helemaal klem. We hebben wel raad nodig, maar door zijn kracht zijn we nooit wanhopig. 9 We worden wel vervolgd, maar door zijn kracht laat God ons nooit in de steek. We worden wel vertrapt, maar door zijn kracht staan we telkens weer op. 10 Elke dag dragen we de dood van de Heer Jezus in ons lichaam mee. Alleen zó kan het leven van Jezus in ons lichaam zichtbaar worden.[b] 11 Aldoor is ons leven in gevaar, vanwege ons geloof in Jezus. Maar zo kan ook aldoor het leven van Christus in ons sterfelijk lichaam zichtbaar worden. 12 Zo kijken wij aldoor de dood in de ogen. Maar het gevolg is wel dat júllie eeuwig leven hebben!
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016