Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
5 Ik zal ervoor zorgen dat jouw familie voor altijd zal blijven bestaan.
Door de eeuwen heen zal altijd één van jouw zonen koning zijn."
6 Daarom prijzen de engelen uw wonderen, Heer.
Ook in de gemeente prijzen de gelovigen uw trouw.
7 Want wie in de hemel is als U?
Wie van de goden is als onze Heer?
8 God is heel indrukwekkend in de bijeenkomst van de heilige engelen.
Iedereen om U heen is vol ontzag voor U.
9 Heer, God van de hemelse legers, wie is zo machtig als U?
Uw trouw straalt van U af.
10 U heerst over de wilde zee.
De hoogste golven maakt U weer rustig.
11 U heeft Rahab[a] verslagen en verpletterd.
Met uw sterke arm verjoeg U uw vijanden.
12 Van U is de hemel, van U is ook de aarde.
De hele wereld met alles wat daarop is, is door U gemaakt.
13 U maakte het noorden en het zuiden.
De bergen van de Tabor en de Hermon juichen voor U.
14 U bent machtig.
U bent sterk.
15 U heerst rechtvaardig.
In alles wat U doet bent U vol liefde en trouw.
16 Het is heerlijk voor de mensen als ze uw stem kennen.
Ze kunnen genieten, Heer, van uw aanwezigheid.
17 Elke dag juichen ze voor U.
Omdat U goed voor hen bent, worden ze machtig.
18 Want U bent hun kracht.
Door uw goedheid zal het goed met ons gaan.
19 De Heer heeft ons een koning gegeven
die ons beschermt als een schild.
20 U heeft vroeger tegen uw dienaar[b] gezegd:
"Ik heb iemand uit het volk uitgekozen.
Hem heb Ik tot een machtige held gemaakt.
Ik zal hem altijd helpen.
21 Ik heb mijn dienaar David uitgekozen.
Met mijn heilige zalf-olie heb Ik hem tot koning gezalfd.
22 Ik zal hem altijd leiden.
Ik zal hem sterk en machtig maken.
23 Geen vijand zal hem verslaan,
geen schurk zal hem kwaad doen.
24 Ik zal zijn vijanden voor zijn ogen doden.
De mensen die hem haten, zal Ik straffen.
25 Ik zal altijd goed voor hem zijn.
Ik zal hem altijd trouw zijn.
Dankzij Mij zal hij machtig worden.
26 Ik zal ervoor zorgen
dat hij zal heersen over zeeën en rivieren.
27 Hij zal tegen Mij zeggen: 'U bent mijn Vader, mijn God, de rots onder mijn voeten.'
28 Ik zal hem tot mijn oudste zoon maken,
tot de machtigste koning van de aarde.
29 Voor altijd zal Ik goed voor hem zijn.
Ik zal Mij voor eeuwig houden aan mijn verbond met hem.
30 Zijn familie zal voor altijd blijven bestaan.[c]
Zijn familie zal heersen zolang de hemel bestaat.
31 Maar als zijn zonen zich niet aan mijn wetten houden,
als ze niet leven zoals Ik het wil,
32 als ze Mij niet willen gehoorzamen
en niet willen doen wat Ik zeg,
33 dan zal Ik hen met rampen straffen
voor hun ongehoorzaamheid.
34 Maar van David zal Ik altijd houden.
Ik zal hem altijd trouw zijn.
35 Ik zal Mij altijd aan mijn verbond houden.
Ik zal mijn belofte niet breken.
36 Ooit heb Ik bij Mijzelf gezworen (en hoe zou Ik tegen David kunnen liegen!):
37 "Zijn familie zal voor altijd blijven bestaan.
Zijn familie zal regeren, zolang als de zon zal bestaan,
De mensen hoeven niet bang te zijn voor hun vijanden als de Machtige God hen beschermt
51 De Heer zegt: "Als je verlangt naar rechtvaardigheid, als je verlangt naar Mij, luister dan naar Mij. Kijk eens naar de rots waaruit jullie gehakt zijn. Kijk eens naar de put waaruit jullie opgegraven zijn. 2 Ik bedoel jullie voorouders Abraham en Sara, uit wie jullie zijn ontstaan. Ik riep Abraham toen hij nog geen kinderen had. Ik was goed voor hem en maakte hem tot een groot volk.
3 Ik zal Jeruzalem troosten. Ik zal de mensen troosten die daar tussen de puinhopen wonen. Ik zal de stad weer als het paradijs maken, als de tuin van de Heer. De stad zal weer vol blijdschap en vreugde zijn, vol dankliederen en muziek.
4 Mijn volk, luister naar Mij. Spits je oren. Want Ik zal mijn wet geven. Ik zal rechtspreken. Dat zal een licht voor de volken zijn. 5 Binnenkort zal Ik jullie redden. Mijn redding is onderweg. Ik zal rechtspreken over de volken. De landen langs de kust zullen op Mij vertrouwen. Ze zullen er op vertrouwen dat Ik hen help en red.
6 Kijk naar de hemel boven. Kijk naar de aarde beneden. De hemel zal verdwijnen als rook. De aarde zal verslijten als een kledingstuk. De bewoners van de aarde sterven als vliegen. Maar mijn redding zal voor eeuwig duren en mijn overwinning zal voor eeuwig blijven bestaan.
7 Mijn volk, jullie kennen mijn rechtvaardigheid. Jullie kennen mijn wet in jullie hart. Luister nu naar Mij. Wees niet bang voor de spot en de schande van mensen. Wees niet bang als ze jullie uitlachen. 8 Want zij zullen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Maar Ik ben voor eeuwig rechtvaardig. Mijn redding blijft door de eeuwen heen bestaan."
9 Jesaja zegt: Word wakker, Heer! Word wakker! Grijp uw wapens, Heer! Kom voor ons op, zoals vroeger in de tijd van onze verre voorouders. U heeft toen het monster Rahab neergestoken.[a] U heeft de zeedraak gedood. 10 U heeft de waterdiepten laten opdrogen. U heeft de zee veranderd in een weg voor de mensen die U wilde redden. 11 Zo zullen ook de mensen die door U zijn vrijgekocht, jubelend naar Jeruzalem terugkomen. Ze zullen voor eeuwig stralen van vreugde. Ze zullen één en al blijdschap zijn. Verdriet en gezucht zullen wegvluchten.
12 De Heer zegt: "Ik, Ik ben het die jullie troost, bewoners van Jeruzalem! Waarom zijn jullie zo bang voor een sterfelijk mens? Een mens die uiteindelijk net zo snel verdwijnt als het gras? 13 Jullie vergeten Mij, de Heer, jullie Maker, die de aarde stevig neerzette en de hemel als een tent daarboven opzette. Jullie zijn de hele dag bang. Bang voor het geweld van de vijand wanneer hij op weg is om jullie te vernietigen! Maar waar is het geweld van de vijand? 14 Snel zullen de gevangenen uit de kerker worden bevrijd. Ze zullen niet in het dodenrijk terechtkomen. Ze zullen nergens gebrek aan hebben. 15 Want Ik ben jullie Heer God. Ik splijt de zee, zodat de golven bruisen en schuimen. Mijn naam is: Heer van de hemelse legers. 16 Ik geef jullie mijn woorden. Ik bedek jullie met mijn hand om jullie te beschermen. Ik, die de hemel opzet als een tent en de aarde stevig neerzet, zeg tegen de bewoners van Jeruzalem: Jullie zijn mijn volk.
De woorden van de profeet Jesaja
15 Maar Jezus wist wat ze van plan waren en ging daar weg. Grote groepen mensen volgden Hem. Hij maakte hen allemaal gezond. 16 En Hij verbood hun streng om rond te vertellen wat Hij deed. 17 Zo gebeurde wat de profeet Jesaja vroeger al had gezegd: 18 'Dit is mijn dienaar die Ik uitgekozen heb. Ik houd heel veel van Hem en Ik geniet van Hem. Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de volken over het oordeel vertellen. 19 Hij zal geen ruzie maken en niet schreeuwen. Niemand zal op de pleinen zijn stem horen. 20 Een geknakte rietstengel breekt Hij niet af. Een walmende olielamp blaast Hij niet uit. Hij zal door het oordeel laten zien dat rechtvaardigheid overwint. 21 En Hij zal alle volken hoop geven, omdat Hij hen zal redden.'
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016