Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 42

Psalm 42

Voor de leider van het koor. Een lied voor de Korachieten,[a] om iets van te leren.

Zoals een hert hevig verlangt naar water,
zo verlang ik hevig naar U, God.
Ik heb dorst naar U, de levende God.
Wanneer zal ik weer bij U komen?
Wanneer zal ik weer vóór U mogen staan?
Dag en nacht huil ik.
Ik eet niets anders dan mijn tranen.
Want aldoor zeggen de mensen tegen mij:
"Waar is nu die God van jou?"
Ik moet er weer aan denken
hoe ik samen met heel veel anderen naar uw heiligdom ging.
Ik ging voorop en we jubelden en juichten.
We vierden met z'n allen feest.

Ik zeg tegen mezelf:
"Waarom ben je zo treurig?
Waarom ben je zo onrustig?
Vertrouw op God!
Hem zal ik prijzen.
Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!"

Ik voel me erg verdrietig.
Daarom denk ik aan U,
hier in het gebied van de Jordaan
en de Hermonbergen vér van uw huis.
Golf na golf slaat over mij heen.
Bruisend en schuimend
spoelen uw golven over mij heen.

Toch houdt de Heer elke dag van mij.
Elke nacht heb ik een lied in mijn binnenste.
Dat lied is een gebed tot de God die mijn leven leidt.
10 Ik zeg tegen Hem: "U bent de rots onder mijn voeten.
Waarom bent U mij vergeten?"
Waarom maken mijn vijanden me het leven zo moeilijk?
Ik loop in zwarte kleren vanwege alle ellende.
11 Mijn vijanden zeggen aldoor tegen me:
"Waar is nu die God van jou?"
Hun haat is als een messteek in mijn hart.

12 Ik zeg tegen mezelf:
"Waarom ben je zo treurig?
Waarom ben je zo onrustig?
Vertrouw op God!
Hem zal ik prijzen.
Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!"

Ezechiël 47:1-12

De beek die uit de tempel stroomt

47 Toen bracht de man mij terug naar de ingang van het tempelhuis. En ik zag opeens dat er water onder de drempel vandaan stroomde. Het stroomde als een beek naar het oosten. Want de voorkant van het tempelhuis stond in de richting van het oosten. Het water stroomde naar beneden en liep aan de zuidkant van het altaar de grond in. Toen bracht hij mij naar de poort aan de noordkant. Hij nam mij door de poort mee naar buiten en bracht mij buitenom naar de poort aan de oostkant. Daar zag ik hoe het water aan de zuidkant van de oostpoort tevoorschijn kwam en naar buiten kolkte.

De man liep naar het oosten. Hij had een meetlint in zijn hand. Hij meette 1000 el (530 meter) af en liet mij daar door het water lopen. Het kwam tot aan mijn enkels. Toen meette hij weer 1000 el en liet mij door het water lopen. Het water kwam tot aan mijn knieën. Toen meette hij weer 1000 el. Het water kwam tot aan mijn middel. Hij meette nog eens 1000 el. Nu was het water een rivier geworden waarin ik niet meer lopen kon. Want het water was zó diep, dat je er alleen maar in zou kunnen zwemmen. Lopen kon niet meer.

Toen zei hij tegen mij: "Heb je het gezien, mensenzoon?" Daarna bracht hij mij terug naar de oever van de rivier. Toen ik terugliep, zag ik dat het langs beide kanten van de rivier vol stond met bomen.[a] Hij zei tegen mij: "Dit water stroomt naar het gebied in het oosten. Eerst komt het in de vlakte en daarna in de zee.[b] Het stroomt de zee in, zodat het water van de zee gezond wordt. Overal waar de twee rivieren komen, zal het wemelen van levende dieren. Het water zal vol vis zijn. Want als dit water in de zee komt, wordt het water van de zee gezond. Zo zal de rivier overal leven brengen. 10 Vanaf En-Gedi tot aan En-Eglaïm zullen er vissers langs de rivier staan. Overal zullen ze hun visnetten te drogen leggen. Er zal net zoveel vis zijn en er zullen net zoveel soorten zijn als in de Grote Zee.[c]

11 Maar de moerassen en plassen langs de rivier zullen niet gezond worden. Zij blijven te zout. 12 Aan beide kanten van de rivier zullen allerlei fruitbomen groeien. De bladeren zullen nooit afvallen en er zullen altijd vruchten aan groeien. Elke maand zullen er vruchten aan zitten, doordat de bomen water krijgen van de rivier uit de tempel. De mensen zullen van de vruchten eten. En de bladeren zullen genezing geven."

Judas 17-25

Aanmoediging van de gelovigen

17 Maar, lieve broeders en zusters, jullie moeten goed onthouden wat de boodschappers van onze Heer Jezus Christus hiervóór hebben gezegd. 18 Ze hebben gezegd dat er aan het eind van de tijd mensen zullen komen die God bespotten. Mensen die er maar op los leven, zonder zich iets van God aan te trekken. 19 Zij zijn het die verdeeldheid veroorzaken in de gemeente. Ze leven niet vanuit de Geest, want ze hebben de Geest niet.

20 Maar jullie, lieve broeders en zusters, moeten ervoor zorgen dat jullie groeien in je allerheiligst geloof. Dat doe je door je bij het bidden te laten leiden door de Heilige Geest. 21 Blijf leven vanuit Gods liefde die in jullie is. En blijf vertrouwen op de liefdevolle goedheid van onze Heer Jezus Christus. Hij zal jullie het eeuwige leven geven. 22 Help vriendelijk en geduldig de mensen die twijfelen. Red hen uit het vuur van Gods straf. 23 Maar bij sommige mensen moet je heel voorzichtig zijn als je hen wil helpen, omdat ze zó slecht zijn. Zorg dat je je niet door hun slechtheid laat besmetten! 24 God kan jullie helpen geen verkeerde dingen te doen. Dan kunnen jullie later helemaal zuiver en blij voor zijn hemelse troon komen staan. 25 Hij is de enige ware en wijze God. Hij is onze Redder. Voor Hem is alle eer en kracht en macht sinds het begin van de tijd, nu en voor eeuwig! Amen! Zo is het!

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016