Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
1 Koningen 19:1-4

Elia en Izébel

19 Koning Achab vertelde Izébel wat Elia had gedaan en hoe hij de profeten van Baäl had afgeslacht.

Daarop stuurde zij een bode naar Elia met de volgende boodschap: ‘U doodde mijn profeten en nu zweer ik bij de goden dat ik morgen om deze tijd u van het leven zal beroven, zoals u dat bij mijn profeten hebt gedaan.’ Toen vluchtte Elia weg om zijn leven te redden. Hij ging naar Berseba, een stad in Juda, en liet zijn dienaar daar achter. Daarna ging hij alleen de woestijn in. Hij trok de hele dag verder en ging toen onder een braamstruik zitten, daar bad hij of hij mocht sterven. ‘Ik kan niet langer,’ zei hij tegen de Here. ‘Neem mijn leven, ik ben niet beter dan mijn voorouders.’

1 Koningen 19:5-7

Hij ging liggen en viel onder de braamstruik in slaap.

Maar terwijl hij daar lag te slapen, raakte een engel hem aan en zei hem op te staan en iets te eten. Hij keek om zich heen en zag hoe op enkele roodgloeiende stenen een brood werd gebakken. Daarnaast stond een kruik met water! Hij at en dronk en viel weer in slaap. De engel van de Here kwam voor de tweede keer naar hem toe, raakte hem aan en zei: ‘Sta op en eet nog wat, want u hebt nog een lange reis voor de boeg.’

1 Koningen 19:8-15

Hij stond dus op, at en dronk. Dat voedsel gaf hem kracht genoeg om veertig dagen en nachten door te reizen naar de berg Horeb, de berg van God. Daar zocht hij onderdak in een grot.

Maar de Here zei tegen hem: ‘Wat doet u hier, Elia?’ 10 Hij antwoordde: ‘Ik heb met grote ijver gewerkt voor de Here, de God van de hemelse legers, maar de Israëlieten hebben hun verbond met U verbroken, uw altaren vernield en uw profeten gedood. Alleen ik ben nog over en nu willen zij mij ook doden.’ 11 ‘Ga naar buiten en kom vóór Mij staan op de berg,’ droeg de Here hem op. En toen Elia daar stond, zou de Here voorbijgaan, maar een vreselijke windstoot schoot over de berghelling, deze was zo hard dat enkele bergen uiteen scheurden en stukken rots losraakten. De Here Zelf was echter niet in die windstoot aanwezig. Op de windstoot volgde een aardbeving, maar ook daarin was de Here niet aanwezig. 12 De aardbeving werd gevolgd door een vuur, maar ook daarin was de Here niet te bekennen. En na dat vuur volgde een zacht suizen van de wind. 13 Toen Elia dat hoorde, verborg hij zijn gezicht in zijn mantel, ging naar buiten en bleef bij de ingang van de grot staan. En een stem zei: ‘Waarom bent u hier, Elia?’ 14 Opnieuw zei hij: ‘Ik heb met grote ijver gewerkt voor de Here, de God van de hemelse legers, maar de Israëlieten hebben hun verbond met U verbroken, uw altaren vernield en uw profeten gedood. Alleen ik ben nog over en nu willen zij mij ook doden.’ 15 Toen zei de Here tegen hem: ‘Ga over de woestijnweg terug naar Damascus. Wanneer u daar aankomt, moet u Hazaël tot koning over Syrië zalven.

Psalmen 42

42 Een leerzaam gezang van de Korachieten voor de koordirigent.

Zoals een hert naar water snakt,
zo verlang ik naar U, God.
Mijn hele innerlijk verlangt naar de levende God,
wanneer zou ik voor Hem mogen verschijnen?
Dag en nacht huil ik, ik proef alleen maar tranen,
omdat men voortdurend aan mij vraagt waar mijn God is.
Eens ging ik aan het hoofd van een grote menigte
op weg naar het Huis van God.
Het was een feestvierende menigte.
Overal klonk gejuich en lofprijzing.
Daar zal ik aan terugdenken en mijzelf mee opbeuren.
Waarom ben ik toch zo onrustig en terneergeslagen?
Ik moet alles alleen van God verwachten.
Ik zal Hem zeker weer lofprijzen, mijn Bevrijder en mijn God!
Steeds opnieuw ben ik terneergeslagen.
Daarom dwing ik mijzelf aan U te denken
en aan het land bij de Jordaan en het Hermongebergte.
Zoals het water klinkt en het bruisen van de rivieren,
zo treffen mij uw beproevingen.
Overdag zal de goedheid en liefde van de Here bij mij zijn
en ʼs nachts zal ik tot Hem zingen,
bidden tot de God van mijn leven.
10 Ik zal God, mijn rots, vragen:
‘Waarom vergeet U mij?
Waarom moet ik terneergeslagen rondlopen,
onderdrukt door mijn tegenstanders?’
11 Mijn vijanden bespotten mij
en brengen mij de doodsteek toe
door de hele dag maar te zeggen:
‘Waar is uw God nu?’
12 Waarom ben ik toch zo onrustig en terneergeslagen?
Ik wil op God vertrouwen,
eens zal ik Hem zeker weer loven,
want Hij is mijn bevrijder en mijn God!

Psalmen 43

43 Zorgt U voor mijn recht, God,
en voert U mijn verdediging tegen een goddeloos volk,
laat mij niet in de handen van oneerlijke mensen vallen.
U bent immers de God tot wie ik kan vluchten?
Waarom helpt U mij niet?
Waarom moet ik terneergeslagen rondlopen,
onderdrukt door mijn tegenstanders?
Stuur uw licht en uw waarheid om mij te begeleiden.
Laten zij mij naar uw heiligdom en naar uw woningen brengen.
Want dan kan ik weer naar uw altaar gaan,
naar U, die de God van mijn vreugde bent.
Ik wil U lofzingen met mijn citer.
U bent mijn God!
Waarom ben ik toch zo onrustig en terneergeslagen?
Ik wil op God vertrouwen,
Hem wil ik lofprijzen,
want Hij is mijn bevrijder en mijn God!

Galaten 3:23-29

23 Tot de komst van Christus werden wij door de wet bewaakt. Wij leefden bij wijze van spreken onder het strenge toezicht van de wet, zolang wij nog niet wisten dat wij op Jezus Christus mochten vertrouwen. 24 Laat ik het anders zeggen: de wet was onze opvoeder, totdat Christus kwam en wij door in Hem te geloven recht voor God konden staan. 25 Maar nu het geloof in Christus er is, heeft die opvoeder niets meer over ons te zeggen. 26 Door het geloof in Christus Jezus bent u allemaal kinderen van God geworden. 27 Door de doop in Christus bent u één met Hem geworden, u bent als het ware omhuld door Hem. 28 Er kan nu geen sprake meer zijn van Jood of niet-Jood, van slaaf of vrij man, van man of vrouw, want in Christus Jezus zijn wij één geworden. 29 Als u een deel van Christus bent, bent u ook kinderen van Abraham en dan is wat God hem beloofde, ook voor u.

Lukas 8:26-39

Jezus toont zijn macht over geesten, ziekte en dood

26 Zij voeren verder en legden aan in het gebied van de Gerasenen, aan de overkant van het meer van Galilea. 27 Toen Hij uit de boot stapte, kwam uit de stad een man op Hem af die een boze geest in zich had. Hij liep al een hele tijd zonder kleren rond en woonde niet in een huis, maar in de rotsgraven. 28 Zodra hij Jezus van dichtbij zag, schreeuwde hij het uit en viel voor Hem neer. ‘Wat wilt U van mij, Jezus, Zoon van de Allerhoogste God!’ schreeuwde hij. 29 ‘Doe mij alstublieft geen pijn!’ Jezus had namelijk tegen de boze geest gezegd dat hij uit de man moest weggaan. De boze geest had zich vaak van de man meester gemaakt. Dan was hij niet meer te houden, rukte zijn boeien stuk en rende de woestijn in, volledig in de macht van de boze geest. 30 ‘Hoe heet je?’ vroeg Jezus. ‘Legioen,’ was het antwoord. Want de man zat vol boze geesten. 31 Zij smeekten Jezus dat Hij hen niet naar de onderwereld zou sturen. 32 Niet ver daar vandaan liep op een berghelling een kudde varkens eten te zoeken. De boze geesten smeekten Jezus of ze in die varkens mochten gaan en Hij vond dat goed. 33 Zij verlieten de man en gingen in de varkens. De hele kudde stormde de helling af, het meer in en verdronk. 34 De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden in stad en land wat er was gebeurd. 35 Het duurde niet lang of er kwamen van alle kanten mensen aanlopen om het met eigen ogen te zien. Zij zagen de man die van de boze geesten bevrijd was, aan de voeten van Jezus zitten. Hij had kleren aan en was volledig bij zijn verstand. 36 Zij werden bang. Degenen die het hadden zien gebeuren, vertelden hoe de man was genezen. 37 De mensen vroegen Jezus weg te gaan en hen met rust te laten. Dus ging Hij weer in de boot en voer terug naar de overkant van het meer. 38 De man uit wie de boze geesten waren weggegaan, smeekte of hij mee mocht. Maar Jezus wilde dat niet. 39 ‘Ga naar uw familie,’ zei Hij, ‘en vertel hun wat God voor u heeft gedaan.’ De man ging overal in de stad vertellen wat Jezus voor hem had gedaan.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.