Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 78:1-7

78 Een leerzaam gedicht van Asaf.

Luister mijn volk, naar wat ik u leer.
Luister goed naar wat mijn mond zegt.
Ik wil wijze dingen zeggen
en u vertellen wat van oudsher nog een geheim was.
Wat wij weten, hebben wij van onze ouders gehoord.
Zij vertelden het ons.
Wij vertellen het weer door
aan ons nageslacht, kinderen en kleinkinderen.
Wij vertellen hun
over de grote daden van de Here,
over zijn kracht
en over de wonderen die Hij heeft gedaan.
Hij richtte in ons land gedenktekens op die aan Hem herinnerden
en gaf ons volk zijn wet, de wet van Israël.
Hij gaf onze voorouders bevel
het aan de kinderen door te geven.
Zodat steeds het volgende geslacht het zou horen.
Ieder kind dat werd geboren, moest het weten.
Daarop zouden zij het weer aan hun kinderen doorvertellen.
Zodat elke generatie haar vertrouwen op God zou stellen,
dat zij Gods werk nooit zouden vergeten
en zijn regels zouden naleven.

Jozua 5:10-12

10 Tijdens hun verblijf bij Gilgal op de vlakte van Jericho vierden zij Pesach op de avond van de veertiende dag van die maand. 11,12 De dag na Pesach aten zij van de opbrengst van het land: ongezuurd brood en geroosterd koren. De volgende dag viel er geen manna meer. De tijd van het manna was voor de Israëlieten voorbij. Vanaf dat ogenblik leefden zij van de opbrengst van het land Kanaän.

Openbaring 8:6-9:12

De zeven engelen met de bazuinen maakten zich klaar om erop te blazen. De eerste engel blies op zijn bazuin: hagel en vuur, vermengd met bloed, werden op de aarde gegooid. Een derde deel van de aarde en een derde deel van de bomen verbrandde en al het gras werd door de vlammen verteerd. De tweede engel blies op zijn bazuin: er werd iets in de zee gegooid dat op een reusachtige brandende berg leek. Een derde deel van de zee veranderde in bloed en een derde deel van de zeedieren ging dood en een derde deel van de schepen verging. 10 De derde engel blies op zijn bazuin: er viel een grote ster uit de hemel die brandde als een fakkel. Hij kwam terecht op een derde deel van de rivieren en op de waterbronnen. 11 De naam van de ster was ‘Bitter’. Een derde deel van het water werd bitter, en omdat het bitter was, stierven vele mensen ervan.

12 De vierde engel blies op zijn bazuin: een derde deel van de zon, de maan en de sterren werd door een zware slag getroffen. Daardoor werden zij voor een derde verduisterd. Zowel overdag als ʼs nachts gaven zij een derde minder licht. 13 Toen zag ik hoog in de lucht een arend vliegen en hij schreeuwde: ‘Och, hoe verschrikkelijk zal het voor de mensen op de aarde zijn, wanneer de drie andere engelen op hun bazuin blazen!’

De bazuinen en de rampen

De vijfde engel blies op zijn bazuin: ik zag een ster die uit de hemel gevallen was. Die ster kreeg de sleutel van de put naar de onderwereld. Toen hij die opende, kwam er een dikke rook uit, zoals uit een grote oven. De lucht werd helemaal zwart van de rook, zodat de zon niet meer te zien was. Uit de rook kwamen sprinkhanen, die op de aarde neerstreken. Zij kregen dezelfde macht als schorpioenen. Er werd hun gezegd dat zij het gras, de bomen en de andere planten met rust moesten laten. Het enige wat zij moesten doen, was: de mensen steken die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden. Maar zij mochten hen niet doden. Die mensen moesten vijf maanden lang gepijnigd worden, met gemene steken als van een schorpioen. In die vijf maanden zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet kunnen vinden, zij zullen niets liever willen dan sterven, maar de dood zal van hen wegvluchten.

De sprinkhanen leken op paarden die klaarstonden voor de veldslag. Op hun kop hadden zij iets dat op een gouden kroon leek. Zij hadden een gezicht als een mens, lang haar als een vrouw en tanden als een leeuw. Het leek of hun borstschilden van ijzer waren. Hun vleugels maakten net zoveel lawaai als een horde paarden en wagens die zich in de strijd storten. 10 Zij hadden een staart met een angel zoals een schorpioen. Met die staart konden zij de mensen vijf maanden lang pijnigen. 11 Hun aanvoerder was een engel uit de onderwereld. In het Hebreeuws heette hij Abaddon en in het Grieks Apollyon (Verwoester).

12 De eerste vreselijke gebeurtenis is voorbij, maar kijk, er komen er nog twee!

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.