Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 83:1-4

83 Een psalm van Asaf.

Laat iets van U horen, o God.
Spreek toch en blijf niet werkeloos toezien.
Uw tegenstanders gaan tekeer.
De mensen die U haten, krijgen de overhand.
Zij beramen aanslagen tegen uw volk
en overleggen hoe zij uw volgelingen kunnen aanvallen.

Psalmen 83:13-18

13 Want zij wilden uw land in bezit nemen.
14 Mijn God, laat hen zweven
als de zaadjes van een distel,
blaas hen weg
als kaf dat door de wind wordt verdreven.
15 Zoals het vuur een bos verbrandt
en de vlammen de bergen roodgloeiend maken,
16 achtervolg hen zo met uw storm,
jaag hun schrik aan met uw wervelwind.
17 Maak hen te schande,
misschien zullen zij dan ooit
nog eens naar U zoeken, Here.
18 Laten zij zich schamen
en door schrik overmand worden,
laat hen door de grond gaan van berouw.

Exodus 7:14-25

14 De Here zei tegen Mozes: ‘De farao blijft hardnekkig weigeren het volk te laten gaan. 15 Maar toch moet u morgenochtend als hij naar de rivier gaat, weer naar hem toe gaan. Ga aan de oever van de rivier staan en neem de staf die in een slang werd veranderd, mee. 16 Zeg dan tegen de farao: de Here, de God van de Hebreeërs, heeft mij naar u toe gestuurd met de boodschap: laat mijn volk gaan, zodat zij Mij kunnen aanbidden in de woestijn. Tot nu toe hebt u niet willen luisteren. Maar luister nu goed, 17 want de Here zegt tegen u: u zult merken dat Ik God ben. Mozes zal met zijn staf op het water van de Nijl slaan en dit zal veranderen in bloed. 18 Alle vissen zullen sterven, zodat de hele rivier gaat stinken. Niemand zal het water uit de Nijl meer kunnen drinken.’ 19 Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron dat hij zijn staf pakt en zijn arm uitstrekt over al het water van de Egyptenaren, over hun rivieren, hun kanalen, hun poelen en al hun waterreservoirs, zodat het verandert in bloed. Al het water in Egypte zal in bloed veranderen, ook het water dat in schalen of kruiken zit.’

20 Mozes en Aäron deden wat de Here had gezegd: Aäron strekte zijn arm uit en sloeg met zijn staf op het water van de Nijl, waar de farao en al zijn dienaren bij stonden. In een oogwenk veranderde het water in bloed! 21 De vissen in de rivier stierven en verspreidden een vreselijke stank. De Egyptenaren konden het water uit de rivier niet meer drinken. Overal in het land was het water in bloed veranderd. 22,23 Maar de Egyptische geleerden deden met hun toverkunsten precies hetzelfde en weer liet de farao zich niet overtuigen. Hij weigerde te luisteren, precies zoals de Here had voorspeld. 24 De Egyptenaren moesten echter in de omgeving van de Nijl naar water graven, omdat het Nijlwater niet te drinken was. 25 Zo ging een volle week voorbij.

Mattheüs 12:22-32

22 Er werd iemand bij Jezus gebracht die een boze geest had en blind was en niet kon spreken. Jezus genas hem zodat hij weer kon zien en spreken. 23 De mensen wisten niet wat zij zagen. ‘Misschien is Jezus wel de Zoon van David, de Christus!’ zeiden zij.

24 Maar de Farizeeën die ook van dit wonder hoorden, reageerden: ‘Hij kan de boze geesten verjagen omdat hun leider, Beëlzebul, hem die macht heeft gegeven.’ 25 Jezus wist wat zij dachten. ‘Een verdeeld koninkrijk valt uiteen,’ zei Hij. ‘Een stad of huis waar verdeeldheid heerst, blijft niet bestaan. 26 Als de duivel nu de duivel wegjaagt, vecht hij tegen zichzelf en maakt zijn eigen koninkrijk kapot. 27 Volgens u heeft Beëlzebul, de duivel, Mij de macht gegeven boze geesten te verjagen. Maar wie geeft uw leerlingen die macht dan? Zij zullen degenen zijn die over u oordelen! 28 Als Ik door de Geest van God boze geesten verjaag, is het Koninkrijk van God bij u gekomen. 29 Je kunt het huis van een sterke man niet zomaar binnengaan en leegroven. Eerst zul je hem moeten vastbinden, dan pas kun je zijn huis leegroven. 30 Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij. Wie mij niet helpt om mensen te verzamelen, jaagt ze uiteen. 31 Wat voor verkeerds u ook doet, het kan u worden vergeven, maar het belasteren van de Heilige Geest kan niet vergeven worden. 32 Zelfs wie kwaadspreekt over Mij, de Mensenzoon, zal daarvoor nog vergeving kunnen krijgen. Maar voor wie de Heilige Geest willens en wetens belastert, is geen vergeving mogelijk, niet in deze wereld en niet in de toekomstige wereld.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.