Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Semicontinuous)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with sequential stories told across multiple weeks.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 139:1-12

139 Een psalm van David voor de koordirigent.

Here, U ziet alles van mij,
U kent mij helemaal zoals ik ben.
U weet het als ik zit en als ik weer opsta,
vanuit de hemel weet U wat ik denk.
U ziet waar ik heen ga en weet wanneer ik ga liggen.
Alles wat ik doe, is voor U bekend.
Elk woord dat ik uitspreek kent U al, Here.
U bent bij mij, naast mij, voor mij, achter mij.
Uw hand rust op mij.
Het is voor mij onmogelijk dat te begrijpen.
Het is zo wonderlijk, zo hoog.
Hoe zou ik mij kunnen verbergen voor uw Geest,
waar zou ik naar toe moeten om U te ontvluchten?
Als ik naar de hemel ging, zag ik U daar.
Als ik neerdaalde in het dodenrijk, zou ik U ook daar ontmoeten.
Zelfs als ik vleugels had
en ging wonen aan de andere kant van de zee,
10 zou ik U daar ontmoeten.
U zou mij vasthouden
en uw rechterhand zou mij stevig leiden.
11 Stel dat ik zei dat de duisternis op mij kon vallen,
dan zou het nog licht om mij heen zijn.
12 Ook de duisternis kan niets voor U verbergen.
Voor U is de nacht net zo licht als de dag
en duisternis betekent niets voor U.

Psalmen 139:23-24

23 God, houdt U mij in het oog en ken mijn hart.
Toets mij. U mag alles weten wat er in mij omgaat.
24 Let op of ik soms de verkeerde weg opga.
Leid mij op uw weg, die naar uw eeuwigheid voert.

Exodus 14:9-25

Het Egyptische leger, met de voltallige cavalerie erbij, haalde de Israëlieten in toen die aan de zee bij Pi-Hachirot hun kamp hadden opgeslagen. 10 Toen de Israëlieten het enorme leger dat hen achtervolgde in de gaten kregen, brak grote paniek uit. 11 Zij schreeuwden naar de Here om hulp en riepen Mozes toe: ‘Waren er niet genoeg graven in Egypte dat u ons hier naar de woestijn hebt gebracht om te sterven? Waarom hebt u ons uit Egypte weggeleid? 12 Wij hebben het u toch al gezegd toen wij nog slaven waren: “Laat ons met rust, we kunnen beter slaven zijn dan in de woestijn sterven.” ’

13 Maar Mozes kalmeerde het volk. ‘Wees maar niet bang. Blijf gewoon waar u bent en kijk hoe de Here ons vandaag redt. De Egyptenaren die daar aankomen, zult u nooit meer zien! 14 De Here zal voor u vechten, u hoeft zelfs geen vinger naar hen uit te steken!’

15 Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Roep niet langer tot Mij, breek het kamp op en zet het volk in beweging! 16 Strek uw staf uit boven het water en de zee zal zich splitsen, zodat u er doorheen kunt trekken. 17 Ik zal de harten van de Egyptenaren verharden zodat zij u achterna gaan en dan zal Ik mijn eer behalen door de farao, zijn strijdwagens en zijn ruiters ten val te brengen. 18 De Egyptenaren zullen erkennen dat Ik de Here ben wanneer Ik mijn macht heb laten zien aan de farao, zijn strijdwagens en ruiters.’

19 Toen verliet de Engel van God zijn plaats aan het hoofd van het volk en stelde Zich achter de Israëlieten op, de wolk ging met Hem mee. 20 Zo kwam de wolk tussen de Israëlieten en het Egyptische leger te staan. Deze zorgde aan de Egyptische kant voor een diepe duisternis, maar verschafte de Israëlieten tegelijkertijd licht, zodat zij verder konden trekken. Zo kregen de Egyptenaren geen kans de Israëlieten te naderen!

21 Toen strekte Mozes zijn arm uit over de zee en de Here liet een krachtige wind uit het oosten waaien, zodat het water wegvloeide en de bodem droog kwam te staan. 22 Er ontstond een pad waarover de Israëlieten door de zee trokken. Links en rechts van hen rees het water op als een muur.

23 De Egyptenaren aarzelden niet en volgden het volk op het pad door de zee. Alle wagens en ruiters waagden zich tussen de watermassaʼs. 24 Maar in de vroege ochtend keek de Here op de Egyptische legermacht neer vanuit de wolk en bracht hen in verwarring. 25 De wielen van de strijdwagens gleden weg en de achtervolgers kwamen slechts langzaam vooruit. ‘Laten we maken dat we wegkomen,’ riepen de Egyptenaren, ‘de Here vecht voor hen en tegen ons!’

Mattheüs 7:15-20

15 Pas op voor valse profeten. Zij komen naar u toe en doen zich voor als onschuldige schapen. Maar in werkelijkheid zijn het verscheurende wolven. 16 Aan hun doen en laten kunt u zien wat zij zijn, zoals men een boom kan herkennen aan zijn vruchten. U hoeft aan doornstruiken geen druiven te zoeken en aan distels geen vijgen. 17 Als u wilt weten of een boom goed of slecht is, kijk dan naar zijn vruchten. 18 Aan een goede boom komen geen slechte vruchten en aan een slechte boom geen goede. 19 Alle bomen waar geen goede vruchten aan komen, worden omgehakt en verbrand. 20 Ik bedoel dit: aan zijn doen en laten kunt u zien hoe iemand is.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.