Revised Common Lectionary (Semicontinuous)
Psalm 131
1 Een pelgrimslied van David.[a]
Heer, ik heb niet te veel verbeelding.
Ik ben niet trots en kijk niet op anderen neer.
Ik verlang niet naar dingen die onbereikbaar voor me zijn.
2 Ik ben zo rustig en tevreden
als een kind dat gedronken heeft, bij zijn moeder op schoot.
3 Israël, vertrouw op de Heer,
nu en voor altijd.
22 De Heer haat het als mensen liegen.
Maar Hij is blij met mensen die te vertrouwen zijn.
23 Wijze mensen houden zich stil over hun wijsheid.
Maar dwaze mensen bazuinen hun dwaasheid rond.
24 IJverige mensen worden machtig.
Maar luie mensen komen in slavernij.
25 Iemand die zich zorgen maakt, wordt treurig.
Maar van een vriendelijk woord wordt een mens blij.
26 Een goed mens geeft goede raad aan andere mensen.
Maar een slecht mens brengt anderen op een dwaalspoor.
27 Een luie jager heeft niets te braden.
Maar een ijverig mens wordt rijk.
28 Een goed mens zal leven vinden.
Maar slechte mensen komen uit bij de dood.
Timoteüs en Epafroditus
19 Ik wil Timoteüs zo gauw mogelijk naar jullie toe sturen. Ik vertrouw er op dat de Heer Jezus er snel voor zal zorgen dat dat kan. Want ik wil graag van hem horen hoe het met jullie gaat. Dan zal ik weer vol goede moed zijn. 20 Want hij wil net zo graag als ik jullie met alles helpen. Daarin is hij de enige. 21 Want de meeste mensen denken alleen maar aan hun eigen zaken. Ze denken niet aan die van Jezus Christus. 22 Maar Timoteüs heeft samen met mij hard gewerkt om het goede nieuws bekend te maken. Dat weten jullie. Hij is mij daarin zo trouw als een zoon die zijn vader helpt. 23 Zodra ik weet hoe het met mijn rechtszaak gaat,[a] wil ik hem naar jullie toe sturen. 24 Maar ik hoop dat ik ook zelf gauw naar jullie toe kan komen. Ik vertrouw er op dat de Heer daarvoor zal zorgen.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016