Revised Common Lectionary (Complementary)
12 O God, leer ons zo te leven
dat wij ons uiteindelijk
de wijsheid eigen maken.
13 Kom toch terug, Here!
Hoe lang moet het nog duren?
Heb toch medelijden met uw dienaren.
14 Laat ons ʼs morgens vroeg al
uw goedheid en liefde mogen ervaren,
dan zullen wij juichen
en elke dag met blijdschap beleven.
15 Geef ons blijdschap naar de mate
waarin wij moeite en verdriet hebben gekend.
Zovele jaren waren vol zorg en verdrukking.
16 Laat uw dienaren uw werken zien,
ik bid dat hun kinderen
uw majesteit mogen aanschouwen.
17 Here, onze God,
stort uw liefdevolle vriendelijkheid over ons uit.
Zegen het werk dat wij doen.
Ja, wij bidden U om uw zegen
over alles wat wij ondernemen.
13 ‘Luister naar deze aankondiging en maak hem in heel Israël bekend,’ zegt de Oppermachtige Here, de God van de hemelse legers: 14 ‘Op dezelfde dag dat Ik Israël voor haar overtredingen straf, zal Ik de afgodsbeelden in Betel verwoesten. De horens van het altaar zullen worden afgehakt. 15 Ik zal ook de prachtige huizen van de rijken, hun winterverblijven en hun zomerhuizen, verwoesten. Hetzelfde zal Ik doen met hun ivoren paleizen.’
Het volk weigert terug te keren tot God
4 Luister naar mij, ‘vette koeien’ van Basan die in Samaria wonen. U, vrouwen die de mannen aanmoedigen tot het beroven van de armen en het vertrappen van de hulpbehoevenden. U die nooit genoeg te drinken hebt! 2 De Oppermachtige Here heeft bij zijn heiligheid gezworen dat er een tijd komt dat Hij haken in uw neus zal slaan en u zal wegleiden als vee, zij zullen u tot op de laatste man met vishaken wegslepen! 3 U zult uit uw prachtige huizen worden gesleept en door de dichtstbijzijnde bres in de muur naar buiten worden gesmeten. De Here heeft het gezegd.
4 Ga maar zo door en offer aan de afgoden in Betel en Gilgal. Blijf maar ongehoorzaam, uw zonden stapelen zich op. Offer elke morgen en breng uw tienden tweemaal per week! 5 Volg uw zelfgemaakte wetten maar en geef extra in de vorm van lofoffers en vrijwillige offers. U bent zo trots op uzelf dat u het overal rondbazuint!
Tradities tegenover de wet van God
15 Er kwamen enkele Farizeeën en bijbelgeleerden uit Jeruzalem om Jezus te ondervragen. 2 ‘Waarom houden uw leerlingen zich niet aan de tradities van onze voorouders?’ vroegen zij. ‘Zij wassen niet eens hun handen voor het eten!’ 3 Jezus antwoordde: ‘En waarom houdt u zich niet aan de wet van God? Waarom zet u tradities ervoor in de plaats? 4 Gods wet zegt bijvoorbeeld: “Heb eerbied voor uw vader en moeder. Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet zeker ter dood worden gebracht.” 5 Maar u zegt: “Het is niet nodig uw ouders te ondersteunen, als u zegt dat het geld waarmee u hen zou kunnen helpen voor God is.” 6 Door dat soort menselijke regels schuift u Gods wet gewoon opzij. 7 Huichelaars! Jesaja had gelijk toen hij over u zei: 8 “Deze mensen eren God met de mond, maar in hun hart moeten ze niets van Hem hebben. 9 Hun godsdienst is waardeloos. Ze houden zich alleen maar bezig met menselijke wetten en niet met de wet van God.” ’
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.