Revised Common Lectionary (Complementary)
107 Prijs de Here!
Hij is een goede God.
Want zijn goedheid en liefde
blijven eeuwig bestaan.
2 Laat ieder die door de Here is bevrijd,
dit blijven zeggen.
Hij heeft hen immers bevrijd
uit de macht van de vijand?
3 Hij heeft hen teruggehaald
uit alle verre landen,
uit oost en west, uit noord en zuid.
23 Er waren ook mensen
die met hun schepen alle zeeën bevoeren
en overal handel dreven.
24 Zij zagen het machtige scheppingswerk van de Here
en wat Hij in de zeeën had gemaakt.
25 Soms, als Hij sprak,
stak er een storm op die de golven hoog opzweepte.
26 Dan gingen zij met schip en al
omhoog met de golven
en even later weer diep naar beneden,
zij waren dan doodsbang.
27 Zij vielen om en liepen als dronkemannen.
Er bleef van al hun fiere stoerheid niets meer over.
28 Toen riepen zij in hun ellende tot de Here
en Hij redde hen uit al hun angst.
29 Hij zwakte de storm af
tot een zacht ruisende wind
en de golven kalmeerden.
30 Zij waren blij omdat alles weer tot rust kwam.
God Zelf bracht hen veilig naar de haven van bestemming.
31 Laten zij de goedheid en liefde van de Here prijzen
en Hem ook eren om alle wonderen
die Hij voor de mensen heeft gedaan.
32 Maar laten zij Hem ook prijzen
tegenover de leiders van het volk
en Hem de eer geven wanneer zij later alles vertellen.
Elihu wijst op Gods wonderen
37 Vervolg van het betoog van Elihu:
‘Daarom ben ik vervuld van ontzag.
2 Luister goed naar de donder van zijn stem.
3 Hij rolt langs de hemel en de bliksemschichten schieten naar alle kanten van de aarde.
4 Zij worden gevolgd door het onophoudelijke dreunen van de donder, de ontzagwekkende stem van zijn majesteit.
5 Zijn stem klinkt op een geweldige manier door in de donder. Wij kunnen de omvang van zijn macht niet bevatten.
6 Want Hij geeft sneeuw en regen opdracht om op de aarde te vallen.
7 Dan ligt al het menselijke werk stil, zodat men overal zijn macht kan zien.
8 De wilde dieren verbergen zich tussen de rotsen of in hun holen.
9 De storm komt op vanuit het zuiden en vanuit het noorden komt de kou.
10 God blaast over de rivieren en zelfs de grootste wateroppervlaktes bevriezen.
11 Hij laadt de wolken met waterdamp en uit diezelfde wolken komt zijn bliksem.
12 Hij stuurt de bliksemschichten met zijn hand en overal op aarde doen zij wat Hij beveelt.
13 Hij stuurt de wolken als straf of—in zijn liefdevolle goedheid—als bemoediging voor de mensen.
25 Er zullen vreemde verschijnselen in het heelal zijn: waarschuwingen en tekenen van de zon, maan en sterren. De volken op aarde zullen in paniek raken. Ze zullen helemaal overstuur raken door het gebulder van de zee en de branding. 26 De mensen zullen het besterven van angst, omdat ze denken dat de wereld vergaat. Want de machten van het heelal zullen door elkaar worden geschud. 27 En dan zal iedereen Mij, de Mensenzoon, zien komen in een wolk, met macht en schitterende majesteit. 28 Dus als deze dingen beginnen, ga dan rechtop staan en kijk omhoog! Want je verlossing is niet ver meer!’
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.