Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 119:9-16

Hoe kan een jonge man zuiver leven?
Als hij zich laat leiden door uw woord.
10 Met mijn hele hart wil ik U volgen.
Helpt U mij om niet van U af te dwalen.
11 Ik vul mijn hart met uw woorden, dat is de enige manier
om niet te zondigen en U geen verdriet te doen.
12 Here, U bent het zo waard te worden geprezen!
Leer mij alles over uw wet.
13 Ik spreek over alle wetten
die U hebt gemaakt.
14 Ik ben zo blij als ik veel over U mag spreken.
Dat geeft mij meer vreugde dan aardse rijkdom.
15 Ik wil blijven nadenken over uw leefregels
en zal U trouw volgen.
16 Uw gebod geeft mij de grootste vreugde.
Ik zal uw woord nooit vergeten.

Haggaï 2:1-9

Gods belofte van zegen

Op de eenentwintigste dag van de zevende maand in datzelfde jaar sprak de Here weer tegen zijn volk door middel van de profeet Haggai. Haggai moest aan gouverneur Zerubbabel en hogepriester Jozua en iedereen die was overgebleven in het land, vragen: ‘Wie van u kan zich herinneren hoe de tempel er vroeger uitzag? Was hij niet prachtig? Maar wat vindt u er nu van? Er moet aan deze tempel nog heel wat verbeterd worden! Maar, Zerubbabel, houd de moed erin. En Jozua en alle anderen, laat u niet ontmoedigen en ga aan de slag, want Ik ben met u,’ zegt de Here van de hemelse legers. ‘Toen u uit Egypte trok, heb Ik beloofd dat mijn Geest altijd bij u zou zijn. Wees daarom niet bang. Binnen zeer korte tijd zal Ik de hemel en de aarde, de zee en het vasteland laten beven. Ik zal zelfs alle volken laten beven en de kostbaarheden van alle volken zullen naar mijn tempel komen en Ik zal deze plaats vullen met mijn macht en majesteit. Want al het zilver en goud is van Mij,’ zegt de Here van de hemelse legers.

Haggaï 2:20-23

20 Bedenk dat Ik u deze belofte geef, voordat u zelfs maar bent begonnen aan de eigenlijke bouw van de tempel en voordat u uw graan hebt geoogst en voordat er een nieuwe oogst is van druiven, vijgen, granaatappels of olijven. Dit is mijn belofte: vanaf vandaag zal Ik u zegenen.’ 21 Diezelfde dag ontving Haggai nog een boodschap van de Here. 22 De Here zei: ‘Zeg tegen Zerubbabel, de gouverneur van Juda: “Ik zal de hemel en de aarde doen beven. 23 Ik zal de regeringen van alle koninkrijken omverwerpen en hun macht breken. Ik zal hun strijdwagens, hun wagenmenners en hun paarden vernietigen. Hun ruiters zullen elkaar met het zwaard afmaken.

Johannes 12:34-50

34 De mensen antwoordden: ‘Er staat in de Boeken dat de Christus altijd zal blijven leven. Waarom zegt U dan dat U, de Mensenzoon, van de aarde omhooggeheven zult worden? Wat is dat, die Mensenzoon?’ 35 ‘Het licht zal niet lang meer bij u zijn,’ antwoordde Jezus. ‘Loop in het licht zolang het kan. Want als de duisternis u overvalt, ziet u de weg niet meer. 36 Vertrouw op het licht, zolang u het licht hebt. Dan zult u kinderen van het licht zijn.’ Daarna trok Hij Zich terug en verborg Zich voor hen.

37 Ondanks de vele wonderen die Hij voor hun ogen had gedaan, geloofden de meeste mensen niet dat Hij de Christus was. 38 Op hen waren de woorden van de profeet Jesaja van toepassing: ‘Here, wie heeft geloofd wat wij vertelden? Aan wie heeft U uw macht geopenbaard?’ 39 Jesaja heeft geschreven dat zij niet konden geloven. 40 ‘God heeft hun ogen blind en hun hart ongevoelig gemaakt. Hij wilde niet dat zij inzicht en begrip zouden krijgen. Anders zouden zij naar Hem terugkeren en Hij hen genezen.’ 41 Jesaja schreef hier over Jezus, want hij had zijn schitterende heerlijkheid gezien. 42 Toch waren er heel wat vooraanstaande Joden die wel geloofden dat Jezus de Christus was. Maar zij durfden er niet voor uit te komen, omdat zij bang waren dat de Farizeeën hen uit de synagoge zouden verjagen. 43 Zij vonden het belangrijker wat de mensen van hen zeiden, dan wat God van hen dacht.

44 ‘Wie op Mij vertrouwt,’ riep Jezus uit, ‘vertrouwt eigenlijk op Hem die Mij gestuurd heeft. 45 En wie Mij ziet, ziet Hem die Mij gestuurd heeft. 46 Ik ben als licht naar de wereld gekomen om ieder die op Mij vertrouwt uit het donker te halen. 47 Als iemand hoort wat Ik zeg en zich er niets van aantrekt, zal Ik niet over hem oordelen. Ik ben niet gekomen om te oordelen over de wereld, maar om haar te redden. 48 Over wie Mij afwijst en niet luistert naar wat Ik zeg, zal op de laatste dag een oordeel gegeven worden, en wel door het woord dat Ik gesproken heb. 49 Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar Ik heb gezegd wat Mij is opgedragen door mijn Vader die Mij heeft gestuurd. 50 Hij heeft Mij opgedragen de mensen eeuwig leven te geven. Daarom zeg Ik alleen wat mijn Vader Mij verteld heeft.’

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.