Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 22:23-31

23 Ik zal mijn broeders uw naam bekendmaken,
te midden van de gelovigen zal ik een lied zingen tot uw eer!
24 U die ontzag voor de Here hebt, prijs zijn naam.
Verhoog Hem, volk van Israël,
heb diep ontzag voor de Here, volk van Israël!
25 Want Hij veracht de zwakke niet.
Hij is niet te goed om te helpen.
Hij hoort het
wanneer Hij te hulp wordt geroepen.
26 Te midden van vele gelovigen zal ik U lofprijzen.
Mijn geloften zal ik nakomen
tegenover ieder die leeft in ontzag voor God.
27 De armen zullen te eten hebben
en geen honger meer kennen.
Zij die de Here zoeken,
zullen Hem loven en prijzen.
Moge het u altijd goed gaan.
28 Over de hele wereld
zal men de Here leren kennen
en zich tot Hem bekeren.
Alle volken zullen voor U buigen.
29 Het Koninkrijk is van de Here,
Hij heerst over alle volken.
30 Over de hele wereld zullen rijke mensen Hem aanbidden.
Maar ook arme mensen,
die zichzelf amper in het leven kunnen houden,
knielen voor Hem neer.
31 Het nageslacht zal Hem dienen
en ieder vertelt zijn kinderen over Hem.

Genesis 16:7-16

De Engel van de Here vond Hagar bij een bron in de woestijn langs de weg naar Sur. De Engel zei: ‘Hagar, dienares van Sarai, waar komt u vandaan en waar gaat u heen?’ Hagar antwoordde: ‘Ik ben op de vlucht voor mijn meesteres.’ De Engel zei: ‘Ga terug naar uw meesteres en gehoorzaam haar, 10 want uw nakomelingen zullen een groot volk worden. 11 U bent in verwachting en u zult een zoon krijgen. Noem hem Ismaël (God luistert), want de Here heeft uw klachten gehoord. 12 Uw zoon zal een wildebras worden, een vrijbuiter! Hij zal zich veel vijanden maken en zijn hele familie trotseren.’

13 Hierna noemde Hagar de naam van de Here—want Hij was het die met haar had gesproken—‘de God, die ziet en door mij werd gezien.’ Ze was verbaasd dat zij God had gezien en toch nog in leven was. 14 Later werd de bron in de woestijn ‘De bron van de Levende die mij ziet’ genoemd. Hij ligt tussen Kades en Bered. 15,16 Zo kreeg Abram een zoon van Hagar en hij noemde hem Ismaël. Abram was toen zesentachtig jaar oud.

Markus 8:27-30

27 Later gingen Jezus en zijn leerlingen naar de dorpen rondom de stad Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij: ‘Wat zeggen de mensen eigenlijk van Mij? Wie ben Ik volgens hen?’ 28 ‘Sommigen zeggen dat U Johannes de Doper bent,’ antwoordden de leerlingen. ‘Anderen dat U Elia bent of een andere profeet.’ 29 ‘En jullie dan?’ vroeg Hij. ‘Wat denken jullie van Mij? Wie ben Ik?’ 30 Petrus antwoordde: ‘U bent de Christus.’ Jezus zei dat zij dit aan niemand mochten vertellen.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.