Revised Common Lectionary (Complementary)
26 Een lied van David.
Laat het recht over mij zegevieren, Here,
want ik ben onschuldig.
Ik vertrouwde op de Here
zonder uit mijn evenwicht te raken.
2 Stel mij maar op de proef, Here,
en ga na of er iets fout is.
Beoordeel mijn hele leven,
ja, ook mijn gedachten.
3 Ik houd steeds uw goedheid en liefde voor ogen.
Ik ga mijn weg in uw waarheid.
4 Nooit zoek ik contact met slechte mensen
en de huichelaars mijd ik.
5 Ik wil niet omgaan met misdadigers
en zal mij nooit bemoeien met de goddelozen.
6 Ik was mijn handen in onschuld
en kom graag bij uw altaar, Here.
7 Ik zing daar uit volle borst een lied om U te loven
en vertel er over uw wonderen.
8 Here, ik houd zoveel van uw huis,
de plaats waar U Zelf immers woont!
Jeremia door het volk vervolgd
15 Toen zei de Here tegen mij: ‘Zelfs al stonden Mozes en Samuël samen voor Mij om voor dit volk te pleiten, dan zou Ik het nog niet helpen. Weg ermee! Laat het uit mijn ogen verdwijnen! 2 En als de mensen tegen u zeggen: “Maar waar moeten wij dan heen?”, vertel hun dan dat de Here zegt: zij die bestemd zijn voor de dood, naar de dood; zij die door het zwaard moeten sterven, naar het zwaard; zij die gedoemd zijn te verhongeren, naar de hongersnood; zij die gevangen moeten worden genomen, naar de gevangenschap. 3 Ik zal vier soorten vernietigers op hen loslaten,’ zegt de Here. ‘Het zwaard om ze te doden, de honden om ze weg te slepen, de gieren en wilde dieren om de lijken te verscheuren en op te eten. 4 Vanwege de goddeloze dingen die koning Manasse van Juda, de zoon van Hizkia, in Jeruzalem deed, zal Ik u zo streng straffen dat uw lot de volken van de wereld zal laten rillen van afschuw. 5 Wie zal medelijden met u hebben, Jeruzalem? Wie zal om u rouwen? Wie zal zelfs maar de moeite nemen naar u te vragen? 6 U hebt Mij verlaten en tegen Mij gezondigd. Daarom zal Ik u met eigen handen vernietigen. Ik heb er genoeg van u steeds weer een nieuwe kans te geven. 7 Ik zal u bij de poorten van uw steden uitzeven en u alles ontnemen waarvan u houdt. Ik zal mijn volk vernietigen, omdat het weigert naar Mij terug te keren. 8 Er zullen talloze weduwen zijn, in de middag zal Ik jonge mannen laten kennismaken met de dood en hun moeders zullen weten wat verdriet is. Ik zal plotseling angst en verschrikkingen op hen afsturen. 9 Een moeder van zeven kinderen zal ziek worden en bezwijken. Haar zon zal ondergaan, al is het nog klaarlichte dag. Zij zit daar, kinderloos en onteerd, want al haar kinderen zijn door het zwaard van de vijand gedood.’
7 Want de wetteloosheid is in het geheim al aan het werk, maar heeft zich nog niet kenbaar gemaakt. Dat kan pas als hij die dit nog verhindert, weg is. 8 Dan zal de ‘mens van zeer grote zonde’ in de openbaarheid treden. Maar de Here Jezus zal hem door zijn adem vernietigen en hem, als Hij terugkomt, alleen al door zijn stralende verschijning machteloos maken. 9 De ‘mens van zeer grote zonde’ zal komen en optreden als Satan zelf, vol duivelse list en kracht. Hij zal iedereen een rad voor de ogen draaien, door allerlei opzienbarende, bedrieglijke wonderen te doen. 10 In elk geval de mensen die op weg zijn naar de ondergang, omdat zij niets willen weten van de waarheid waardoor zij gered hadden kunnen worden. 11 Omdat zij niet van de waarheid houden, laat God hen met hun hele hart in leugens geloven. 12 Zij zullen allemaal veroordeeld worden, omdat zij niet de waarheid geloven, maar met genoegen onrecht accepteren.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.