Revised Common Lectionary (Complementary)
65 U hebt mij, uw dienaar, het goede gegeven.
Precies, Here, zoals uw woord dat aangeeft.
66 Geef mij een goed onderscheidingsvermogen en verstand,
want ik stel mijn vertrouwen op uw wet.
67 Voordat ik in moeilijkheden kwam, dwaalde ik vaak van U af.
Maar nu houd ik mij alleen nog aan wat U zegt.
68 U bent een goede God en doet het goede voor de mensen.
Leer mij alles wat U van de mensen wilt.
69 Ongelovigen schuiven mij allerlei leugens in de schoenen,
maar ik houd mij met mijn hele hart vast aan uw wet.
70 Zij hebben harten van steen,
maar ik ervaar vreugde als ik aan uw wet denk.
71 Het is goed dat ik grote moeilijkheden heb doorgemaakt,
want daardoor heb ik U en uw wet beter leren kennen.
72 Uw woorden gaan voor mij ver boven
grote rijkdommen aan goud en zilver.
Jeruzalem overgeleverd aan Sisak, koning van Egypte
12 Maar rond de tijd dat koning Rehabeam op het toppunt van zijn populariteit en macht stond, keerde hij de wetten van de Here de rug toe en zijn onderdanen volgden hem in zijn zonde. 2 Dat had tot gevolg dat koning Sisak van Egypte Jeruzalem in het vijfde regeringsjaar van Rehabeam aanviel 3 met twaalfhonderd strijdwagens, zestigduizend ruiters en een enorme menigte voetvolk: Egyptenaren, Libiërs, Sukkieten en Ethiopiërs. 4 Met grote snelheid veroverde hij de versterkte steden van Juda en stootte toen door naar Jeruzalem. 5 De profeet Semaja belegde toen een bijeenkomst met Rehabeam en de Judese leiders uit alle delen van het land die uit angst voor Sisak naar het veilige Jeruzalem waren gevlucht. Hij zei tegen hen: ‘De Here zegt: “U hebt Mij de rug toegekeerd, daarom heb Ik u de rug toegekeerd en u aan Sisak overgeleverd.” ’ 6 De koning en de leiders van Israël zagen hun fouten in, beleden hun zonden en riepen: 7 ‘De Here heeft gelijk dat Hij ons zo behandelt!’ Toen de Here zag hoe zij zich vernederden, stuurde Hij Semaja naar hen toe om te zeggen: ‘Omdat u zich voor Mij hebt vernederd, zal Ik u niet volledig uitroeien, sommigen zullen ontsnappen. Ik zal Sisak niet gebruiken om mijn toorn over Jeruzalem uit te gieten. 8 Maar u zult hem wel een jaarlijkse belasting moeten gaan betalen. Dan zult u er wel achter komen dat u beter Mij kunt dienen dan hem.’
9 Korte tijd later veroverde koning Sisak Jeruzalem, maakte alle schatten in de tempel en het paleis buit en nam ook de gouden schilden van koning Salomo mee. 10 Koning Rehabeam verving ze door kleine koperen schilden en vertrouwde ze toe aan de zorg van de leiders van zijn lijfwacht. 11 Elke keer als de koning naar de tempel ging, droegen de lijfwachten de schilden mee, om ze daarna weer terug te brengen naar de wapenkamer.
12 Toen de koning tot inkeer kwam en zich vernederde, liet de Here zijn toorn varen en zag af van een volledige verwoesting! Gelukkig gebeurde in Juda ook nog veel goeds.
7 Vergeet de voorgangers niet die u het woord van God hebben doorgegeven. Kijk eens hoe zij geleefd hebben en gestorven zijn, vertrouw net zo op God als zij deden. 8 Jezus Christus was, is en blijft voor altijd Dezelfde.
9 Laat u daarom niet meeslepen door allerlei vreemde ideeën. Voor onze geestelijke kracht zijn wij alleen afhankelijk van de genade van God en niet van allerlei regels voor eten en drinken, want de mensen die op regels vertrouwden, hebben er niets aan gehad. 10 Wij hebben een altaar waarvan niet gegeten mag worden door mensen die in dienst staan van het oude verbond. 11 Onder dat verbond bracht de hogepriester het bloed van een geslacht dier in de tempel, als een offer voor de zonden. Maar het lichaam van het dier werd buiten het kamp verbrand. 12 Daarom is ook Jezus buiten de stad een vreselijke dood gestorven, om ons door zijn bloed voor God af te zonderen en onze zonden weg te doen. 13 Laten wij dan naar Hem toe gaan, buiten de stad en dezelfde schande dragen die Hij gedragen heeft. 14 Wij horen immers niet in deze wereld thuis, wij kijken uit naar de toekomstige stad. 15 Met de hulp van Jezus zullen wij God altijd blijven eren, en ons offer aan God is dat wij openlijk voor Jezus uitkomen. 16 Wees goed voor anderen en deel uw bezit met hen, want dat zijn offers die God waardeert.
17 Gehoorzaam uw voorgangers en doe wat zij zeggen. Het is hun taak over u te waken, zij zullen voor God verantwoording moeten afleggen over wat zij hebben gedaan. Als u hen gehoorzaamt, zullen zij hun werk met voldoening kunnen doen, zonder veel zorgen en moeite. Maar als u hen niet gehoorzaamt, doet u daarmee uzelf tekort.
18 Bid voor ons, want wij vertrouwen dat wij een zuiver geweten hebben en willen dat houden. 19 Doe dit vooral opdat God mij snel de gelegenheid zal geven naar u terug te keren.
20 Ik bid dat de God van de vrede, die de Here Jezus, onze grote Herder, door het bloed van het eeuwige verbond uit de dood heeft laten opstaan, 21 u alles zal geven wat nodig is om zijn wil te doen. Dat Hij ons zó zal maken dat Hij, door Jezus Christus, tevreden over ons kan zijn. Aan Jezus Christus komt voor altijd en eeuwig alle eer toe. Amen.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.