Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 89:1-18

89 Een leerzaam gedicht van de Ezrahiet Ethan.

Ik wil alleen nog maar zingen
van de goedheid en genade van de Here,
van alles wat Hij voor mij heeft gedaan.
Van generatie op generatie
zal ik getuigen van uw trouw.
Ik zeg dan:
uw goedheid en liefde gelden eeuwig,
tot in de hemel blijkt hoe trouw U bent.
De Here zegt:
Ik heb een verbond gesloten
met de man die Ik heb uitgekozen,
dat heb Ik gezworen aan mijn dienaar David.
Ik zei tegen hem:
Ik zal uw nageslacht blijven zegenen,
van generatie op generatie
zullen uw kinderen op de troon blijven.
Here, daarom wordt uw grote macht
tot in de hemel geprezen.
Alle gelovigen loven U om uw trouw.
Kan in de hemel iemand
zich meten met de Here?
Is er op aarde
een god als onze Here?
God dwingt ontzag en respect af
van de heilige engelen die Hem omringen.
Here, God van de hemelse legers,
wie is zo groot en machtig als U?
Uw trouw omgeeft U.
10 U beheerst de woede van de zee,
als de golven hoog oprijzen, brengt U ze tot rust.
11 U hebt Egypte vernietigd
en al uw vijanden door uw kracht verspreid.
12 De hemel is van U
en ook de aarde behoort U toe.
U hebt de wereld en alles wat erop leeft, geschapen.
13 Van noord tot zuid hebt U alles gemaakt.
De bergen juichen U toe.
14 Uw arm is machtig en uw hand is sterk.
Uw rechterhand is de hoogste op aarde.
15 Alles wat U doet, is recht en rechtvaardig.
Goedheid, liefde en trouw
zijn alleen op U van toepassing.
16 Gelukkig is het volk dat U eert, Here,
zij gaan hun weg met U, in uw licht.
17 De hele dag prijzen zij uw naam
en dankzij uw rechtvaardigheid staan zij sterk.
18 Want U bent het kenmerk van hun kracht,
door uw liefde en goedkeuring ontvangen wij een hoge positie.

2 Kronieken 34:22-33

22 De mannen gingen naar de profetes Hulda, de vrouw van Sallum, de zoon van Tokhath, zoon van Hasra. Sallum was de beheerder van de koninklijke garderobe. Hulda woonde in het nieuwe gedeelte van Jeruzalem. Toen zij haar vertelden over de problemen van de koning, 23 antwoordde zij: ‘De Here, de God van Israël, zegt: “Zeg tegen de man die u heeft gestuurd: 24 ja, de Here zal een ramp over deze stad en haar inwoners brengen. Alle vervloekingen die in de boekrol zijn beschreven en die aan de koning zijn voorgelezen, zullen werkelijkheid worden. 25 Want mijn onderdanen hebben Mij de rug toegekeerd en heidense goden aanbeden en daarom ben Ik toornig op hen. Ik zal mijn onuitblusbare toorn over deze plaats uitgieten.” 26 Maar de Here zegt tevens tegen de koning van Juda, die u naar mij heeft gestuurd om hierover de Here te vragen: “Zeg hem, dat de Here, de God van Israël, zegt: 27 omdat u berouw hebt en uzelf hebt vernederd voor God, toen u hoorde wat Ik zei over deze stad en haar inwoners en omdat u uw kleren hebt gescheurd en hebt gehuild van vertwijfeling, zal Ik u verhoren. 28 Ik zal u in vrede laten sterven en begraven laten worden. U zult niet met uw eigen ogen de rampen hoeven te zien die Ik over deze plaats en haar inwoners zal brengen.” ’

29 Daarna riep de koning alle leiders van Juda en Jeruzalem bijeen. 30 Samen met hen en de priesters, de Levieten en alle mensen, groot en klein, ging hij naar de tempel. Daar liet de koning voorlezen uit de boekrol van het verbond, die in de tempel was gevonden. 31 Terwijl hij daar voor al die mensen stond, hernieuwde de koning het verbond met de Here en beloofde plechtig dat hij met hart en ziel zijn geboden en voorschriften wilde gehoorzamen en wilde doen wat in de boekrol stond geschreven. 32 Hij liet iedereen in Jeruzalem en Benjamin trouw beloven aan dit verbond met God en zo gebeurde het. Iedereen hield zich aan het verbond met de God van hun voorouders. 33 Vervolgens roeide Josia elk spoor van de afschuwelijke afgodendienst uit in de gebieden die in handen van de Israëlieten waren, en eiste van hen allen dat zij alleen de Here, hun God, zouden dienen. En de rest van zijn leven bleven zij de Here, de God van hun voorouders, trouw.

Hebreeën 11:17-28

17 Omdat Abraham op God vertrouwde, heeft hij, toen God hem op de proef stelde, zijn zoon Isaak op het altaar gelegd om hem te offeren. Hij was bereid zijn enige zoon aan God te offeren, 18 hoewel God hem had beloofd: ‘Door Isaak zult u veel nakomelingen krijgen.’ Hij rekende erop dat God Isaak ook weer levend zou kunnen maken. 19 En dat is in zekere zin ook gebeurd. Voor Abraham was Isaak eigenlijk al dood, maar hij kreeg hem van God terug.

20 Omdat Isaak op God vertrouwde, kon hij zijn twee zonen, Jakob en Esau, zegen voor de toekomst beloven.

21 Omdat Jakob op God vertrouwde, zegende hij kort voor zijn dood de twee zonen van Jozef. Leunend op zijn stok, boog hij vol ontzag voor God.

22 Omdat Jozef op God vertrouwde, heeft hij aan het einde van zijn leven gezegd dat de Israëlieten eens uit Egypte zouden wegtrekken. Hij was daar zo zeker van, dat hij hen plechtig liet beloven zijn beenderen uit Egypte te zullen meenemen.

23 Omdat de ouders van Mozes op God vertrouwden, hebben zij hun kind dat heel bijzonder was, drie maanden lang verborgen gehouden. Zij trokken zich niets aan van het bevel van de farao dat alle pasgeboren jongetjes verdronken moesten worden.

24 Omdat Mozes op God vertrouwde, wilde hij, toen hij volwassen was geworden, niet voor een zoon van de dochter van de farao worden aangezien. 25 Hij wilde liever met het volk van God slecht behandeld worden dan tijdelijk genieten van de zonde. 26 Hij vond het lijden voor Christus meer waard dan al de rijkdom van Egypte, want hij verwachtte dat God hem daarvoor zou belonen. 27 In dat vertrouwen verliet hij Egypte en was niet bang voor de woede van de farao. Hij liet zich niet van de wijs brengen, het was alsof hij steeds de onzichtbare God zag. 28 Omdat hij op God vertrouwde, zei Mozes tegen de Israëlieten dat zij een lam moesten slachten en het bloed ervan op de deurposten van hun huizen moesten strijken. Dan zou de doodsengel hun oudste kinderen niet doden, maar alleen die van de Egyptenaren.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.