Revised Common Lectionary (Complementary)
97 Wat houd ik toch veel van uw wet!
Ik denk er de hele dag over na.
98 Uw wet maakt me wijzer dan mijn vijanden,
want uw wet is altijd bij me.
99 Ik ben verstandiger dan al mijn leraren,
want ik denk de hele dag na over uw wil.
100 Ik ben wijzer dan de oude mensen,
want ik doe wat U zegt.
101 Ik zorg dat ik geen verkeerde dingen doe,
maar dat ik me aan uw wetten houd.
102 Ik houd me precies aan uw woord,
want Uzelf bent mijn Leermeester.
103 Uw woorden zijn heerlijk,
nog heerlijker dan honing in mijn mond.
104 Uw wetten hebben me wijs gemaakt.
Daarom haat ik leugens en bedrog.
16 Maar onze voorvaders deden verkeerd tegen U.
Ze waren koppig en ongehoorzaam en deden niet wat U zei.
17 Ze weigerden te luisteren.
Ze dachten niet meer aan de wonderen die U voor hen had gedaan.
Ze waren koppig en ongehoorzaam.
Ze zochten zelfs een leider die hen moest terugbrengen
naar het land van slavernij.
Maar U bent een God die vergeeft.
U bent liefdevol en geduldig.
U heeft hen niet verlaten.
18 Zelfs niet toen ze een gouden kalf hadden gemaakt
en zeiden: "Dit is jullie god die jullie uit Egypte heeft bevrijd."
Zelfs toen ze U zo vreselijk beledigden,
19 heeft U hen niet verlaten in de woestijn.
Want U bent liefdevol en vriendelijk.
De grote, hoge wolk die hen overdag leidde, verliet hen niet.
En de wolk van vuur die hun 's nachts licht gaf en hun de weg wees,
ging niet bij hen weg.
20 U heeft hun uw goede Geest gegeven om hen alles te leren.
U heeft manna gegeven toen ze honger hadden,
en water toen ze dorst hadden.
21 Zo heeft U 40 jaar lang in de woestijn voor hen gezorgd.
Ze kwamen niets tekort.
Hun kleren versleten niet en hun voeten werden niet dik.
22 U gaf hun de overwinning over koningen en volken.
U verdeelde hún landen onder uw volk.
Zo hebben ze het land van koning Sihon van Hesbon veroverd.
Ook het land van koning Og van Basan.
23 U heeft ervoor gezorgd dat het volk zo ontelbaar werd
als de sterren aan de hemel.
U heeft hen gebracht naar het land dat U aan hun voorvaders had beloofd.
24 En zo hebben zij het land veroverd.
U heeft de bewoners van het land, de Kanaänieten, in hun macht gegeven.
U heeft hun koningen en de volken in hun macht gegeven.
Ze konden met hen doen wat ze wilden.
25 Ze hebben sterke steden en vruchtbare grond veroverd.
Ook huizen vol met spullen,
waterputten die in de rotsen waren uitgehakt,
veel wijngaarden, olijfbomen en fruitbomen.
Ze hadden meer dan genoeg te eten.
Ze hadden een goed leven, dankzij U.
26 Maar ze werden koppig en ongehoorzaam.
Ze kwamen tegen U in opstand.
Ze gooiden uw wet aan de kant.
Ze doodden de profeten die hen waarschuwden
dat ze naar U terug moesten gaan.
Ze deden verschrikkelijke dingen.
27 Daarom gaf U hen in de macht van hun vijanden.
Maar als ze in grote moeilijkheden waren,
begonnen ze U om hulp te roepen.
Dan luisterde U naar hen vanuit de hemel.
Omdat U liefdevol en goed bent, gaf U hun bevrijders.
Die redden hen uit de macht van hun vijanden.
28 Maar zodra het weer goed met hen ging,
liepen ze weer bij U weg.
Dan gaf U hen weer in de macht van hun vijanden,
zodat die over hen heersten.
Maar als ze U weer om hulp begonnen te roepen,
luisterde U weer naar hen vanuit de hemel.
Weer redde U hen, omdat U van hen hield.
Zo redde U hen elke keer opnieuw.
29 U waarschuwde hen steeds opnieuw uw wet weer te gehoorzamen.
Maar ze waren ongehoorzaam,
luisterden niet naar U en hielden zich niet aan uw wet.
Terwijl U toch beloofd had dat het goed gaat met ieder mens
die zich aan uw wet houdt.
Maar ze waren koppig en ongehoorzaam en hielden zich er niet aan.
30 Jarenlang bleef U geduldig.
U bleef hen door uw Geest waarschuwen.
Maar ze luisterden niet naar wat uw profeten zeiden.
Toen heeft U hen in de macht gegeven van andere volken.
31 Maar omdat U van hen hield
heeft U hen niet helemaal vernietigd.
U heeft hen niet voorgoed verlaten.
Want U bent een goede en liefdevolle God.
Slot
21 Tychikus zal naar jullie toe komen om te vertellen hoe het met mij gaat. Ik houd heel veel van hem en hij dient mij heel trouw. 22 Ik heb hem gestuurd zodat jullie zullen weten hoe het met ons gaat. Ook zal hij jullie bemoedigen. 23 Broeders en zusters, ik bid dat jullie vol zullen zijn van de vrede, de liefde en het geloof van God de Vader en van de Heer Jezus Christus. 24 Ik bid dat God in alles goed zal zijn voor iedereen die voor eeuwig van onze Heer Jezus Christus houdt.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016