Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Ezechiël 2:1-5

De Heer geeft Ezechiël een opdracht

Hij zei tegen mij: "Mensenzoon,[a] ga op je voeten staan, zodat Ik tegen je kan spreken." Zodra Hij tegen mij sprak, kwam de Geest in mij en zette me op mijn voeten. En ik hoorde Hem tegen mij spreken.

Hij zei tegen mij: "Mensenzoon, Ik stuur jou naar het volk Israël, een volk dat zich altijd tegen Mij verzet. Zij en hun voorouders zijn altijd zo geweest, tot de dag van vandaag. Naar die koppige en ongehoorzame mensen moet jij gaan. Jij moet hun gaan zeggen wat Ik jou zeg. Ik weet dat ze erg koppig en ongehoorzaam zijn. Maar of ze nu naar je willen luisteren of niet, ze zullen beseffen dat er een profeet bij hen is geweest.

Psalmen 123

Psalm 123

Een pelgrimslied.[a]

Ik kijk omhoog naar U, Heer,
naar U in de hemel.
Net zoals knechten hun ogen aldoor gericht houden op hun meester,
en dienaressen hun ogen gericht houden op hun meesteres, om onmiddellijk te kunnen doen wat hun wordt bevolen,
zo zijn onze ogen gericht op U, onze Heer God,
tot U medelijden met ons heeft.
Heb medelijden met ons, Heer,
heb alstublieft medelijden!
Want we hebben er zó genoeg van
dat de mensen ons uitlachen
en niets met ons te maken willen hebben.
We hebben er zó genoeg van
dat mensen die U niet gehoorzamen,
ons uitlachen en belachelijk maken.

2 Corinthiërs 12:2-10

Ik weet van een gelovige[a] die 14 jaar geleden werd meegenomen naar de derde hemel. (Ik weet niet of hij met lichaam en al naar de hemel ging, of dat alleen zijn geest werd meegenomen – alleen God weet dat.) Hij kwam in het paradijs. (Ik weet niet of hij daar met lichaam en al was, of alleen met zijn geest – alleen God weet dat.) Daar hoorde hij dingen die een mens niet onder woorden kan en mag brengen. Over zo iemand wil ik opscheppen. Maar over mijn eigen persoon wil ik niet opscheppen. Behalve dan over mijn zwakke kanten.

Toch zou ik niet alleen maar dwaas zijn als ik opschepte. Want wat ik zou zeggen, zou wel de waarheid zijn. Maar ik zal niet opscheppen. Want ik wil niet dat de mensen mij belangrijk vinden door de dingen die ik over mijzelf zeg. Ze moeten mij alleen geloven door de dingen die ze zelf van mij zien en horen.

Ik mag niet te veel verbeelding krijgen door de dingen die de Heer mij heeft laten zien. Daarom laat Hij toe dat ik word geplaagd door een 'scherpe doorn' in mijn lichaam. Met die doorn bedoel ik een duivelse geest die mij met zijn vuisten stompt. Dat houdt mij bescheiden.[b] Drie keer heb ik aan de Heer gevraagd om mij hiervan te bevrijden. Maar Hij zei tegen mij: "Je hebt genoeg aan mijn liefdevolle goedheid. Want mijn kracht kan pas helemaal zichtbaar worden als jij zelf zwak bent." Daarom zal ik maar al te graag opscheppen over de dingen waarin ik zwak ben. Want door die dingen is de kracht van Christus in mij te zien. 10 Daarom ben ik blij met alle moeilijkheden, beledigingen, problemen, vervolging en ellende die ik meemaak omdat ik in Christus geloof. Want pas als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van God.

Markus 6:1-13

De bewoners van Nazaret geloven niet in Jezus

Jezus vertrok weer en ging naar zijn eigen stad, Nazaret. Zijn leerlingen gingen met Hem mee. Op de heilige rustdag ging Hij les geven in de synagoge. Veel van de mensen die Hem hoorden, waren heel verbaasd. Ze zeiden: "Waar heeft Hij die dingen vandaan? Hoe komt Hij aan die wijsheid? Hoe kan Hij zulke wonderen doen? Hij is toch de timmerman, de zoon van Maria, en de broer van Jakobus, Joses, Judas en Simon? En zijn zussen wonen toch ook hier?" En ze geloofden Hem niet. Jezus zei tegen hen: "Alleen in zijn eigen stad en in zijn eigen familie hebben de mensen geen respect voor een profeet." En Hij kon daar geen grote wonderen doen. Alleen maakte Hij een paar zieke mensen gezond door hun de handen op te leggen. En Hij was verbaasd over hun ongeloof.

Hij reisde door de dorpen rond Nazaret en gaf daar les.

Jezus stuurt zijn twaalf leerlingen op pad

Jezus riep zijn twaalf leerlingen bij Zich en stuurde hen twee aan twee op pad. Hij gaf hun macht over duivelse geesten. En Hij beval hen om niets mee te nemen voor onderweg. Alleen een staf. Maar geen reistas, geen brood en geen geld. Maar wél moesten ze sandalen aan hun voeten doen. Ook zei Hij dat ze geen extra kleren mochten meenemen. 10 En Hij zei tegen hen: "Als je eenmaal bij iemand onderdak hebt gekregen, blijf daar dan tot je uit die stad vertrekt. 11 En als in een stad de mensen niet naar jullie willen luisteren, klop dan het stof van je voeten af wanneer jullie daar vertrekken. Zo moeten jullie hen waarschuwen. Luister goed! Ik zeg jullie dat het voor het gebied van Sodom en Gomorra[a] minder erg zal zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad."

12 Ze vertrokken en vertelden de mensen dat ze moesten gaan leven zoals God het wil. 13 Ze joegen veel duivelse geesten uit mensen weg en maakten veel mensen gezond door hen met olijf-olie te zalven.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016