Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 121

Psalm 121

Een pelgrimslied.[a]

Ik kijk omhoog naar de bergen.
Daar zal mijn hulp vandaan komen.[b]
Mijn hulp komt van de Heer,
die de hemel en de aarde heeft gemaakt.

Hij zal ervoor zorgen dat je niets overkomt.
Je Beschermer slaapt nooit.
De Beschermer van Israël rust niet en slaapt niet.
Hij let altijd op.
Net als je schaduw is de Heer altijd heel dicht bij je.
Hij zal je altijd beschermen.
Overdag zal de zon je niet steken, 's nachts zal de maan je geen kwaad doen.
Tegen elk kwaad zal de Heer je beschermen.
Hij bewaart je leven.
De Heer zal je beschermen
waar je ook bent, waar je ook gaat,
nu en voor altijd.

Genesis 32:3-21

Jakob stuurde boodschappers voor zich uit naar zijn broer Ezau. Ezau woonde in het gebied Seïr. Dat gebied wordt ook Edom genoemd.[a] Hij zei tegen hen: "Zeg tegen Ezau: 'Dit zegt je dienaar Jakob: ik heb tot nu toe als vreemdeling bij Laban gewoond. Ik heb er koeien, ezels, schapen en geiten, slaven en slavinnen gekregen. Ik laat je dit van tevoren weten en hoop dat je niet langer kwaad op me zal zijn.' "

De boodschappers kwamen bij Jakob terug en zeiden: "We zijn bij uw broer Ezau geweest. Hij is nu met 400 mannen op weg naar u toe." Toen werd Jakob erg bang. Hij verdeelde de mensen die bij hem waren in twee groepen. Ook de schapen, geiten, koeien en kamelen verdeelde hij in twee groepen. Want hij dacht: "Als Ezau op de ene groep afkomt en die verslaat, kan de andere groep ontsnappen." Toen bad Jakob: "God van mijn grootvader Abraham en van mijn vader Izaäk! Heer, U heeft tegen mij gezegd: 'Ga terug naar je land en naar je familie. Ik zal goed voor je zijn.' 10 Ik ben het helemaal niet waard dat U zo goed voor mij bent geweest en mij zoveel heeft gegeven. Ik had op de heenweg alleen een staf toen ik de Jordaan overstak. Nu heb ik deze twee grote groepen mensen en dieren. 11 Heer, red mij nu alstublieft uit de handen van mijn broer Ezau. Want ik ben bang dat hij mij zal doden, met de moeders en de kinderen. 12 Maar U heeft toch gezegd: 'Ik zal goed voor je zijn en je familie zo ontelbaar maken als het zand langs de zee.' " 13 Die nacht bleef hij daar.

Toen nam hij van zijn vee een aantal dieren als geschenk voor zijn broer Ezau: 14 200 vrouwtjes-geiten en 20 mannetjes-geiten, 200 vrouwtjes-schapen en 20 mannetjes-schapen, 15 30 vrouwtjes-kamelen met hun jongen, 40 koeien en 10 stieren, 20 vrouwtjes-ezels en 10 jonge mannetjes-ezels. 16 Voor elke kudde wees hij een knecht aan die op die kudde moest passen. En hij zei tegen hen: "Ga voor mij uit en laat ruimte tussen de verschillende kudden." 17 Tegen de voorste knecht zei hij: "Als je mijn broer Ezau ontmoet en hij vraagt je: 'Wie is je heer en waar ga je naartoe? En van wie is dat vee dat voor je uit loopt?' 18 dan moet je zeggen: 'Dit is een geschenk van uw dienaar Jakob voor zijn heer Ezau. Hij komt zelf achter ons aan.' " 19 De tweede en de derde en alle andere knechten die achter de kudden aan liepen, moesten hetzelfde zeggen. 20 En ze moesten ook zeggen: "Uw dienaar Jakob komt achter ons aan." Want Jakob dacht: "Ik zal hem eerst een geschenk sturen. Daarmee vraag ik hem om vergeving. Pas daarna durf ik bij hem te komen. Misschien zal hij dan niet langer kwaad op me zijn." 21 Zo gingen zijn knechten met het geschenk voor hem uit. Maar zelf bleef hij die nacht in het tentenkamp.

Markus 10:46-52

Jezus geneest een blinde man bij Jericho

46 Ze kwamen bij Jericho. Toen Jezus met zijn leerlingen en een heel grote groep mensen weer uit de stad vertrok, zat er een blinde bedelaar langs de kant van de weg. Dat was Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47 Toen hij hoorde dat Jezus van Nazaret langs kwam, begon hij te roepen: "Jezus, Zoon van David,[a] help me alstublieft!" 48 De mensen werden boos op hem en zeiden dat hij zijn mond moest houden. Maar hij riep nog veel harder: "Zoon van David, help me alstublieft!" 49 Jezus bleef staan en zei: "Roep hem hier." Toen riepen ze de blinde man. Ze zeiden tegen hem: "Rustig maar! Sta op, Hij roept je." 50 Hij gooide zijn mantel af, stond op en ging naar Jezus. 51 En Jezus vroeg hem: "Wat wil je dat Ik voor je doe?" De blinde man antwoordde: "Meester, ik wil zo graag kunnen zien!" 52 Jezus zei tegen hem: "Ga naar huis, je geloof heeft je gered." Onmiddellijk kon hij zien en hij volgde Hem op de weg.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016