Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 25:1-10

Psalm 25

Een lied van David.

Heer, ik kom bij U!
Ik vertrouw op U.
Mijn God, stel mij niet teleur!
Zorg dat mijn vijanden geen plezier over mij zullen hebben.
Mensen die op U vertrouwen, zult U nooit teleurstellen.
Maar met mensen die niet met U willen omgaan,
zal het slecht aflopen.

Heer, laat me weten wat U met mij van plan bent.
Vertel me wat ik moet doen.
Leid mij en help me het goede te doen.
Want U bent de God die mij redt.
Ik vertrouw de hele dag op U.
Denk toch aan wat U in uw liefde allemaal al heeft gedaan.
U bent altijd vol liefde geweest.
Denk daarom niet meer aan de dingen die ik verkeerd heb gedaan,
aan de keren dat ik ongehoorzaam aan U was toen ik nog jong was.
Want U houdt immers van mij, Heer.

De Heer is goed en rechtvaardig.
Daarom leert Hij ongehoorzame mensen hoe ze moeten leven.
Nederige mensen helpt Hij te leven zoals Hij het wil.
Hij vertelt hun wat Hij van hen vraagt.
10 De Heer is trouw en goed voor de mensen
die zich houden aan zijn verbond en zijn wetten.

Genesis 41:14-36

Jozef moet bij de farao komen

14 Toen liet de farao Jozef halen. Ze haalden hem haastig uit de kerker. Ze schoren hem en gaven hem andere kleren. Toen kwam hij bij de farao. 15 De farao zei tegen Jozef: "Ik heb een droom gehad en er is niemand die hem kan uitleggen. Maar ik heb over jou horen zeggen dat als jij een droom hoort, je gelijk kan vertellen wat de droom betekent." 16 Jozef antwoordde de farao: "Nee, dat kan ik niet. Maar Gód zal u geruststellen."

17 De farao vertelde Jozef wat hij gedroomd had. "In mijn droom stond ik aan de kant van de rivier. 18 Uit de rivier kwamen zeven koeien omhoog. Mooie, dikke koeien. Ze gingen grazen in het gras langs de rivier. 19 Daarna kwamen nóg zeven koeien omhoog uit de rivier. Magere, lelijke koeien. Ik heb in heel Egypte nog nooit zulke lelijke koeien gezien. 20 En die magere, lelijke koeien aten de zeven eerste, dikke koeien op. 21 Toen de magere koeien ze opgegeten hadden, was daar niets van te zien. Ze zagen er nog net zo mager uit als eerst. Toen werd ik wakker. 22 Daarna had ik een tweede droom. Zeven koren-aren groeiden uit één stengel. Ze waren vol en mooi. 23 Daarna groeiden er uit diezelfde stengel ook nog zeven dunne aren. Ze waren verdroogd door de hete oostenwind. 24 En de zeven dunne aren aten de zeven mooie aren op. Ik heb dit aan de tovenaars verteld, maar niemand kon het mij uitleggen."

De betekenis van de dromen

25 Toen zei Jozef tegen de farao: "De twee dromen betekenen hetzelfde. God heeft u laten zien wat Hij gaat doen. 26 De zeven mooie koeien zijn zeven jaren. En de zeven mooie aren zijn ook zeven jaren. De dromen betekenen hetzelfde. 27 De zeven magere en lelijke koeien die na die eerste uit de rivier kwamen, zijn zeven jaren van hongersnood. De zeven lege, door de hete oostenwind verdroogde aren óók.

28 Dit bedoelde ik daarnet: God heeft u laten zien wat Hij gaat doen. 29 Er komen nu eerst zeven jaren met grote oogsten in het hele land Egypte. 30 Daarna komen er zeven jaren van hongersnood. Dan zal alle overvloed in Egypte vergeten zijn. Het hele land zal honger hebben. 31 Door de hongersnood zal er niets overblijven van de overvloed die er eerst was. Want het zal een heel zware hongersnood zijn. 32 U heeft twee keer hetzelfde gedroomd. Dat betekent dat God vastbesloten is en dat het al heel gauw zal gebeuren. 33 Daarom, farao, moet u zoeken naar een verstandig en wijs man. Dan kunt u hem de leiding over heel Egypte geven. 34 Verder moet u opzichters aanstellen over Egypte. In de zeven jaren van overvloed moeten zij een vijfde deel van de oogst verzamelen. 35 Ze moeten al het graan verzamelen van de goede jaren. Dat moeten ze voor u bewaren in de steden. 36 Dat zal de voedselvoorraad voor het land zijn in de zeven jaren van hongersnood die er zullen komen. Zo zal het land niet verhongeren."

Jakobus 2:14-26

Geloof moet te zien zijn

14 Broeders en zusters, wat heeft het voor zin om te zeggen dat je gelooft, als dat niet te zien is aan wat je doet? Kan zulk geloof je redden? 15 Stel dat een broeder of zuster geen kleren en geen eten heeft. 16 Als je dan zegt: "Nou, het beste, hoor! Kleed je maar lekker warm aan en eet maar goed!" dan heeft dat helemaal geen nut als je niet voor kleren en eten zorgt. 17 Zo is het ook met het geloof. Jullie geloof moet te zien zijn aan wat jullie doen. Is dat niet te zien, dan is jullie geloof dood.

18 Jullie zouden kunnen antwoorden: "Ík heb geloof, en jíj doet goede dingen. Dan doen we allebei wat." Als dat echt zou kunnen, laat mij dan zien dat jullie geloven, zonder iets te doen. Dan zal ik jullie mijn geloof laten zien door de dingen die ik doe. 19 Jullie geloven dat God Eén is?[a] Dat is goed, maar dat geloven de duivelse geesten ook, en ze beven van angst voor Hem. 20 Wat zijn jullie toch dwaas! Waarom begrijpen jullie niet dat het geen zin heeft om te geloven, als jullie verder niet doen wat God van jullie vraagt? 21 God zei dat onze voorvader Abraham leefde zoals Hij het wilde, omdat Abraham gehoorzaam zijn zoon Izaäk wilde offeren op het altaar.[b] 22 Aan de dingen die Abraham deed, kun je zien dat zijn geloof echt was. Zijn geloof kreeg pas waarde door de dingen die hij deed. 23 In de Boeken staat het zo: "Abraham geloofde God en daarom noemde God hem zijn vriend. Want hij leefde zoals God het wil." 24 Jullie zien dus dat God pas blij is met mensen, als ze niet alleen geloven, maar dat geloof ook laten zien door wat ze doen. 25 Een ander voorbeeld is de hoer Rachab. God zei dat Hij blij met haar was, omdat ze de spionnen in haar huis had verborgen en hen hielp om over de muur te ontsnappen.[c]

26 Geloof zonder daden is dood. Net zoals een lichaam zonder geest dood is.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016