Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Revised Common Lectionary (Complementary)

Daily Bible readings that follow the church liturgical year, with thematically matched Old and New Testament readings.
Duration: 1245 days
Het Boek (HTB)
Version
Psalmen 130

130 Een bedevaartslied.

Ik zit zo diep in de put, Here,
en ik roep naar U.
Luister naar mij, Here.
Laten uw oren naar mij luisteren.
Here, als U al onze zonden blijft onthouden,
kunnen wij immers niet blijven leven?
Maar ik weet dat U vergeeft,
zodat iedereen ontzag voor U zal hebben.
Ik verwacht alles van de Here.
Ik ken zijn woord en heb er alle vertrouwen in.
Ik zie uit naar de Here.
Ik zie naar Hem uit met nog meer verlangen
dan de nachtwachter uitkijkt naar de nieuwe morgen.
Laten de Israëlieten al hun vertrouwen op de Here stellen,
want de Here is rijk aan goedheid en liefde.
Hij zorgt voor de bevrijding.
Hij zal het volk Israël bevrijden
van al zijn zonden.

2 Kronieken 30:13-27

13 En zo verzamelde zich in de tweede maand een enorme menigte in Jeruzalem voor de viering van het Feest van de Ongezuurde Broden. 14 Men ging aan het werk, verwoestte alle heidense altaren in Jeruzalem, haalde de reukwerkaltaren omver en gooide alles in de Kidron.

15 Op de veertiende dag van de tweede maand slachtten de mensen hun paaslammeren. De priesters en de Levieten schaamden zich dat zij zich niet beter hadden voorbereid, zij heiligden zichzelf en brachten de brandoffers de tempel binnen. 16 Zij stonden op de plaatsen die hun waren aangewezen in de wet van Mozes, de man van God, en de priesters sprenkelden met het bloed dat zij van de Levieten kregen aangereikt. 17-19 Omdat velen van hen die uit Efraïm, Manasse, Issachar en Zebulon waren gekomen, onrein waren doordat zij het reinigingsritueel niet hadden ondergaan en tegen de regels in toch aten van de offerdieren, werden hun paaslammeren voor hen geslacht door de Levieten om hen op die manier te heiligen. Daarna bad koning Hizkia voor hen en zei: ‘Moge de Here, die goed en genadig is, iedereen vergeven die oprecht besluit Hem, de God van onze voorouders, te gaan volgen, ook al is hij mogelijk niet op de juiste manier geheiligd voor deze plechtigheid.’ 20 En de Here luisterde naar Hizkiaʼs gebed en nam hen aan. 21 Zeven dagen lang vierde het volk Israël in Jeruzalem het Feest van de Ongezuurde Broden. Tegelijkertijd prezen de Levieten en de priesters de Here dag aan dag met zang en muziek. 22 Koning Hizkia prees de Levieten dan ook omdat zij met zoveel verstand en inzicht hun werk voor de Here deden. Zeven dagen aten zij van hun deel, waarbij dankoffers werden gebracht en de Here, de God van hun voorouders, werd geloofd en geprezen.

23 Het enthousiasme bleef en daarom besloten zij eensgezind het feest met zeven dagen te verlengen. 24 Koning Hizkia gaf het volk duizend jonge stieren om te offeren en zevenduizend schapen, de leiders van het volk voegden daar nog eens duizend jonge stieren en tienduizend schapen aan toe. Op dat moment kwam weer een grote groep priesters naar voren en heiligde zich. 25 Een uitbundige vreugde heerste onder de inwoners van Juda, de priesters, de Levieten, de buitenlandse bezoekers en onder hen die uit Israël naar de viering waren gekomen. 26 Sinds de tijd van Salomo, de zoon van koning David, was er niet meer zoʼn feest als dit in Jeruzalem gevierd. 27 Toen gingen de priesters en de Levieten staan en zegenden alle aanwezigen. En vanuit zijn heilige woning in de hemel luisterde de Here naar hun gebeden.

Markus 2:1-12

De genezing van een verlamde

Een tijd later kwam Jezus weer in Kafarnaüm. Het duurde niet lang of de hele stad wist dat Hij thuis was en al gauw was het huis overvol. Ook voor de deur stonden vele mensen te luisteren naar wat Jezus vertelde. Vier mannen kwamen met een verlamde op een draagbed. Zij wilden naar Jezus toe, maar omdat het er zwart zag van de mensen, konden ze niet bij Hem komen. Daarom gingen ze het platte dak op en maakten daarin een groot gat vlak boven de plaats waar Jezus stond. Daarna lieten ze de verlamde man door het gat zakken. Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde man: ‘Uw zonden zijn vergeven.’

Er zaten ook een paar Joodse bijbelgeleerden in dat huis. Toen die dit hoorden, dachten ze bij zichzelf: ‘Hoe durft Hij! Hij spot met God! Er is er maar één die de mensen hun zonden kan vergeven en dat is God!’ Jezus wist wel wat in hen omging en vroeg: ‘Wat gaat er in uw hart om? Wat is makkelijker om te zeggen tegen deze verlamde man: “Uw zonden zijn vergeven,” of: “Sta op en loop”? 10 God heeft Mij, de Mensenzoon, de bevoegdheid gegeven zonden te vergeven. Als iemand van Mij vergeving krijgt, hééft hij vergeving gekregen.’

11 Daarop zei Hij tegen de verlamde man: ‘Sta op, neem uw draagbed mee en ga naar huis.’ 12 De man sprong overeind, nam zijn bed onder de arm en liep tussen de verblufte omstanders door naar buiten. Er steeg een gejuich op tot eer van God. ‘Zoiets hebben wij nog nooit gezien!’ riepen ze.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.