Old/New Testament
De dienaar van de Heer zal heel erg lijden (vervolg)
53 Jesaja zegt: Wie gelooft wat ik heb gezegd? Wie heeft werkelijk begrepen hoe machtig de Heer is? 2 Zijn dienaar groeide bij Hem op als een buigzaam jong takje, als een wortel uit kurkdroge grond. Hij zag er niet bijzonder uit, zodat we iets van Hem verwacht zouden hebben. Als we naar Hem keken, zagen we niets bijzonders. 3 Niemand wilde iets met Hem te maken hebben. Hij werd door iedereen in de steek gelaten. Hij kende pijn en verdriet en ziekte. De mensen draaiden hun hoofd weg als ze Hem zagen. We hebben geen enkel respect voor Hem gehad.
4 Wij dachten dat Hem dat allemaal overkwam omdat Hij door God werd gestraft! Maar Hij heeft ónze ziekten op zich genomen en ónze pijn weggedragen. 5 Híj werd mishandeld vanwege ónze ongehoorzaamheid aan God. Híj werd geslagen omdat wíj zoveel slechte dingen deden. Híj kreeg de straf, zodat wíj vrede met God zouden kunnen hebben. Zíjn lichaam werd stukgeslagen met de zweep, zodat wíj genezing zouden kunnen krijgen van onze ziekten. 6 We dwaalden allemaal rond als schapen die geen herder hebben. We deden allemaal wat we zelf wilden. Maar de Heer heeft al ónze ongehoorzaamheid op Hém gelegd.[a] 7 Hij werd mishandeld, maar Hij protesteerde niet. Hij zei niets, net als een lam dat wordt weggebracht om geslacht te worden, en net als een schaap dat wordt geschoren. 8 Hij werd uit de angst en uit de veroordeling weggenomen. En wie van de mensen van zijn tijd kon het iets schelen dat Hij uit het leven werd weggerukt en gedood? Hij heeft de straf gedragen voor de ongehoorzaamheid van mijn volk. 9 De mensen dachten dat Hij bij de misdadigers begraven zou worden. Maar Hij kreeg een graf bij de rijken. Dat was omdat Hij nooit iets slechts had gedaan en nooit iets gezegd had wat niet waar was. 10 Maar de Heer had besloten Hem helemaal te verpletteren. God maakte Hem ziek. Nadat Hij zijn eigen leven heeft opgeofferd om ons te bevrijden van onze schuld, zal Hij kinderen hebben.[b] En Hij zal heel lang leven. Door Hem zal de Heer zijn plannen kunnen uitvoeren. 11 En nadat Hij zo vreselijk heeft geleden, zal Hij ervan genieten dat Gods plan werkelijkheid is geworden.
De Heer zegt: "Zo zal mijn Dienaar, die zelf nooit iets verkeerds gedaan heeft, heel veel mensen bevrijden van hun schuld. Want Hij zal hun ongehoorzaamheid op Zich nemen. 12 Daarom zal Ik Hem een belangrijke plaats geven, bij de machtigen. Hij zal met hen de buit verdelen. Want Hij heeft vrijwillig zijn leven gegeven. Hij heeft Zich laten behandelen als een misdadiger. Zo droeg Hij de straf voor de ongehoorzaamheid van heel veel mensen. En Hij heeft gebeden voor de schuldige mensen."
Jeruzalems bevolking zal terugkomen en God zal de stad beschermen
54 De Heer zegt: "Juich, vrouwe Jeruzalem, ook al heb je geen kinderen gekregen. Je mag toch jubelen en juichen. Want jij, eenzame vrouw, zal meer kinderen hebben dan de getrouwde vrouw, zegt de Heer. 2 Kies een ruime plek voor je tent. Zet een grote tent neer. Gebruik grote tentkleden, wees niet zuinig. En gebruik lange touwen. Sla de tentpinnen stevig in de grond. 3 Want je zal naar het noorden en naar het zuiden uitbreiden. Je bewoners zullen de andere volken uit je land wegjagen. Ze zullen de verwoeste steden weer gaan bewonen.
4 Wees niet bang, Jeruzalem, want je zal niet teleurgesteld worden. Je zal niet rood van schaamte hoeven te worden. Want je zal niet meer voor schut staan. Je zal vergeten hoe je je vroeger hebt geschaamd. Je zal niet meer denken aan de tijd dat je zo alleen was als een weduwe. 5 Want je Maker is jouw Man. Hij zal voor je zorgen. Zijn naam is 'Heer van de hemelse legers.' Je zal worden bevrijd door de Heilige God van Israël. Hij zal de God van de hele aarde worden genoemd.
6 Jeruzalem, je was diep bedroefd omdat Ik, jouw Man, je had weggestuurd. Maar nu heb Ik je weer geroepen. Ik ben nog steeds je Man, net als vroeger, zegt jouw God. 7 Ik heb je maar voor een korte tijd verlaten. Want Ik zal medelijden met je hebben. Ik zal je weer bij Mij in huis nemen. 8 Omdat Ik boos was, heb Ik Me een korte tijd voor je verborgen. Maar Ik zal weer met eeuwige liefde voor je zorgen, zegt de Heer, je Redder.
9 In de tijd van Noach heb Ik gezworen dat de hele aarde nooit meer door een grote overstroming zal worden overspoeld. En nú zweer Ik, dat Ik niet meer boos op je zal zijn en je niet meer zal bedreigen. 10 De bergen kunnen instorten en de heuvels kunnen wankelen, maar mijn liefde voor jou zal niet ophouden. Mijn vredesverbond met jou zal voor altijd blijven bestaan, zegt de Heer die medelijden met je heeft.
11 Jeruzalem, nu ben je er ellendig aan toe. Je bent zó mishandeld! En niemand troost je. Maar Ik zal je stenen met prachtig gekleurd cement weer op elkaar metselen. Ik zal je opbouwen op een fundament van saffieren. 12 Ik zal je ramen maken van kristal, je poorten van robijnen en je muren van edelstenen. 13 Al je bewoners zullen Mij leren kennen. Ze zullen gelukkig zijn en vrede hebben. 14 Je zal leven zoals Ik het wil. Daardoor zul je stevig blijven staan. Je zal nooit meer onderdrukt worden. Je hoeft nooit meer bang te zijn. Want er zal je niets gebeuren. 15 Let op, je zal wel door vijanden aangevallen worden, maar dat is niet op mijn bevel. Daarom zullen ze je niet kunnen veroveren.
16 Let op, Ik heb de smid gemaakt die het vuur aanblaast en wapens maakt. En Ik heb ook de vernietiger gemaakt om te vernietigen. 17 Maar geen enkel wapen dat wordt gesmeed om tegen jou gebruikt te worden, zal jou nog kwaad kunnen doen. En elke rechtszaak die anderen tegen jou beginnen, zul jij winnen. Dit is wat Ik aan mijn dienaren geef. Dit is hoe Ik hen vrijspreek van schuld, zegt de Heer."
God is de enige die kan zorgen dat het werkelijk goed met de mensen gaat
55 De Heer zegt: "Laat iedereen die dorst heeft, bij Mij water komen halen. En laat iedereen die geen geld heeft, bij Mij brood komen kopen, en eten. Kom, koop bij Mij zonder geld en zonder prijs wijn en melk. 2 Waarom tellen jullie geld af voor iets wat geen brood is? Waarom betalen jullie veel voor iets wat niet helpt tegen de honger? Luister goed naar Mij, dán hebben jullie voedzaam eten. En dan zal jullie binnenste genieten van de overvloed. 3 Spits jullie oren voor wat Ik zeg en kom naar Mij toe. Luister naar mijn woorden, dan zullen jullie leven. Ik zal met jullie een eeuwig verbond sluiten, zo sterk als mijn verbond met koning David.[c]
4 Let op, hij is mijn getuige voor de landen. Ik maakte hem koning en heerser over de volken. 5 Let op, jullie zullen een ver volk roepen, een volk dat jullie niet kenden. En dat volk dat jullie niet kende, zal van ver snel naar jullie toe komen. Daar zal Ik voor zorgen, omdat Ik dat wil, Ik, jullie Heer God, de Heilige God van Israël. Ik maak jullie machtig."
6 Jesaja zegt: Zoek de Heer terwijl Hij Zich laat vinden. Roep Hem om hulp, terwijl Hij dichtbij is. 7 Laten de mensen die zich niets van God aantrekken, een nieuw leven beginnen. En laten de slechte mensen van gedachten veranderen. Laten ze de Heer weer gaan dienen. Dan zal Hij goed voor hen zijn. Laten ze teruggaan naar onze God, want Hij vergeeft alles.
8 De Heer zegt: "Want mijn plannen zijn niet jullie plannen. En Ik doe de dingen op een andere manier dan jullie, zegt de Heer. 9 Want net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn plannen hoger dan jullie plannen. Mijn plannen gaan jullie verstand ver te boven. De dingen die Ik doe, zijn voor jullie niet te begrijpen. 10 De regen en de sneeuw vallen uit de hemel en gaan daar niet naar terug. Maar ze maken de aarde nat en vruchtbaar, zodat er planten gaan groeien. Die planten zorgen voor zaad voor de zaaier en voor brood voor de eter. 11 Net zo zullen de woorden die Ik spreek, niet naar Mij terugkomen zonder dat ze hun werk hebben gedaan. Wat Ik zeg, zal gebeuren."
12 Jesaja zegt: Jullie zullen blij op reis gaan en veilig in Israël aankomen. De bergen en de heuvels zullen over jullie juichen. De bomen in het veld zullen in hun handen klappen. 13 Op de plaats van doornstruiken zullen cipressen gaan groeien. Op de plaats van distels zullen wilgen gaan groeien. Dit zal de Heer voor eeuwig beroemd maken. Nooit zullen de mensen vergeten wat Hij heeft gedaan.
Inleiding
1 Deze brief is van Paulus, Silvanus (= Silas[a]) en Timoteüs. Wij doen de groeten aan de gemeente in Tessalonika die gelooft in God de Vader en in de Heer Jezus Christus.[b] 2 Ik bid dat God de Vader in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van God de Vader en van de Heer Jezus Christus.
Het geloof en de liefde van de gelovigen in Tessalonika
3 Wij danken God altijd voor jullie, broeders en zusters. We danken Hem omdat jullie geloof snel groeit en omdat jullie liefde voor elkaar steeds sterker wordt. 4 Daarom zeggen we prijzende dingen over jullie tegen de andere gemeenten van God. Want jullie houden vast aan het geloof, ook al worden jullie heel erg vervolgd. 5 Dat jullie worden vervolgd, bewijst dat God jullie heeft goedgekeurd om bij zijn Koninkrijk te horen. Want jullie lijden voor dat Koninkrijk. 6 Maar God is rechtvaardig. Daarom zal Hij de mensen straffen door wie jullie nu vervolgd worden. Zij verdrukken jullie. Daarom zal Hij hen terugbetalen met verdrukking. 7+8 Maar aan jullie zal Hij rust geven, samen met ons. Dat zal gebeuren op het moment dat de Heer Jezus in een laaiend vuur terugkomt uit de hemel, met zijn machtige engelen. Dan zal Hij de mensen straffen die God niet kennen. Hij zal hen straffen omdat ze niet gehoorzaam wilden zijn aan het goede nieuws van onze Heer Jezus. 9 Hun straf is, dat ze voor eeuwig ver van de Heer zullen zijn, ver van zijn heerlijke hemelse macht en majesteit. 10 Op de dag dat Hij komt, zullen alle mensen die bij Hem horen Hem prijzen. Iedereen zal vol verbazing Jezus' hemelse macht en majesteit zien in de mensen die in Hem geloven. Want jullie hebben geloofd wat we jullie over Hem hebben verteld.
11 Daarom bidden we ook aldoor voor jullie dat God jullie zal goedkeuren voor de taak die Hij je wil geven. We bidden ook dat Hij jullie zijn kracht zal geven voor alles wat Hij wil dat jullie voor Hem doen. En dat Hij in alles goed voor jullie zal zijn. 12 Dan zal onze Heer Jezus worden geprezen, omdat Hij zichtbaar is in jullie. En júllie zullen worden geprezen omdat jullie één zijn met Hem, door de liefdevolle goedheid van God en van de Heer Jezus Christus.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016