Read the New Testament in 24 Weeks
Wij hebben de Geest van God ontvangen
2 Toen ik voor het eerst bij u was, kwam ik dan ook niet met dure woorden en hoogdravende ideeën aan. Ik heb u heel eenvoudig Gods boodschap bekendgemaakt. 2 Ik had namelijk besloten bij u alleen maar te spreken over Jezus Christus en zijn sterven aan het kruis. 3 Toen ik kwam, was ik niet sterk. Integendeel, ik was bang en beefde. 4 De woorden waarmee ik u over Jezus Christus vertelde, waren niet scherp en overtuigend. Maar u ervoer dat het uit mijn hart kwam en God liet er kracht van uitgaan. 5 Want uw geloof moet niet gebaseerd zijn op menselijke wijsheid, maar op kracht van God.
6 Wat wij zeggen, is wijsheid voor de gelovigen die het begrijpen. Deze wijsheid is niet van deze wereld, noch van haar leiders, die eens ten val komen. 7 Wat wij zeggen, is Gods wijsheid die tot nu toe verborgen is geweest. Voor het begin van de wereld had Hij zijn plan al klaar om ons in de heerlijkheid te brengen. 8 De leiders van deze wereld hebben geen van allen ervan geweten, want anders zouden zij de Heer van de heerlijkheid niet aan het kruis hebben geslagen. 9 Dat staat ook in de Boeken: ‘Wat niemand heeft gezien, niemand heeft gehoord en wat niemand ooit heeft bedacht, dat heeft God allemaal klaar voor hen die Hem liefhebben.’
10 God heeft het ons door de Geest duidelijk gemaakt. Want voor de Geest is niets verborgen, zelfs het diepste wezen van God niet. 11 Zoals alleen de geest van een mens weet wat in een mens omgaat, weet ook alleen de Geest van God wat er in God is. 12 En wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest van God om zo te weten wat God ons in genade gegeven heeft. 13 Daarover spreken wij dan ook niet met menselijke welsprekendheid, maar met woorden die de Geest ons ingeeft. Wij gebruiken dus de woorden van de Geest om de gedachten van de Geest over te brengen. 14 Maar iemand die niet gelovig is, de natuurlijke mens, heeft geen oog voor wat de Geest van God doet. Voor hem is dat allemaal onzin. Hij begrijpt er niets van, omdat het alleen geestelijk te doorzien is. 15 Met de geestelijke mens is het anders. Die kan alles doorzien, maar kan zelf op zijn beurt niet door de natuurlijke mensen doorzien worden. 16 Bovendien staat er in de Boeken: ‘Wie kent de gedachten van de Here? Wie zou Hem raad kunnen geven?’ Wij hebben de gedachten van Christus.
Gods medewerkers en Gods akker
3 Broeders en zusters, toen ik bij u was, kon ik u nog niet toespreken als geestelijke mensen. U leidde uw eigen leven en deed uw eigen zin. Uw verhouding met Christus was nog zó pril dat ik u alleen maar melk kon geven. 2 Vast voedsel was te zwaar voor u en dat is helaas nog steeds het geval. Ook nu nog wordt u door uw eigen verlangens beheerst. 3 Want als u jaloers bent en elkaar niet kunt verdragen, wordt u blijkbaar nog door uw eigen verlangens beheerst. Dan bent u net als de ongelovige mensen. 4 Als de een zegt bij Paulus te horen en de ander bij Apollos, is dat erg menselijk geredeneerd. 5 Wie is Apollos en wie ben ik? God heeft ons willen gebruiken om u tot het geloof in Christus te brengen, ieder van ons zoals de Here het ons opgedragen heeft. 6 Ik heb het geloof in u geplant, Apollos heeft het verder verzorgd, maar alleen God kon het laten groeien. 7 De planter en de verzorger zijn niet belangrijk, maar God wel. Hij geeft de groei. 8 De planter en de verzorger kunnen niet zonder elkaar. Zij krijgen allebei de beloning die hun toekomt, afhankelijk van het werk dat zij deden. 9 Wij zijn Gods medewerkers en u bent Gods akker. Of anders gezegd: Gods gebouw.
10 God heeft mij het voorrecht en de kracht gegeven om als een goed architect de fundering te leggen waarop een ander voortbouwt. Natuurlijk moet iedereen wel oppassen hóe hij daarop bouwt. 11 Want een andere fundering dan Jezus Christus mag niemand leggen. 12 U kunt op die ene fundering met allerlei materialen bouwen, met goud, zilver en edelsteen, óf met hout, hooi en stro. 13 Het zal vanzelf blijken wat u hebt gedaan, want de grote dag van de Here komt met vuur. In het vuur blijft alleen over wat waardevol is, de rest verbrandt. 14 Als u met vuurvast materiaal op de fundering hebt gebouwd, krijgt u loon. 15 Als uw werk verbrandt, zult u verlies lijden. U zult zelf gered worden, maar dan wel door het vuur heen.
16 Weet u niet dat u zelf de tempel van God bent en dat zijn Geest in u woont? 17 Als iemand Gods tempel beschadigt, zal God hem schade toebrengen. Want Gods tempel is heilig. En u bent de tempel van God!
18 Maak uzelf niets wijs. Als iemand zich verbeeldt in deze wereld een wijs mens te zijn, moet hij dwaas worden. Dan pas zult u weten wat wijs is. 19 De wijsheid van deze wereld is voor God immers dwaasheid! Zo staat het ook in de Boeken: ‘God vangt de wijzen in hun eigen sluwheid,’ 20 en: ‘De Here weet dat wat er in wijze mensen omgaat nutteloos is.’ 21 Kijk geen mensen naar de ogen, want in God hebt u alles al ontvangen. 22 Of het nu om Paulus, Apollos of Petrus gaat, of om de wereld, het leven en de dood, of om heden of toekomst: alles ligt vast in Gods hand en is van u. 23 Want u bent van Christus en Christus is van God.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.