Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

M’Cheyne Bible Reading Plan

The classic M'Cheyne plan--read the Old Testament, New Testament, and Psalms or Gospels every day.
Duration: 365 days
BasisBijbel (BB)
Version
Numeri 1

Israëls leger wordt geteld

Op de eerste dag van de tweede maand van het tweede jaar nadat het volk uit Egypte was vertrokken, zei de Heer tegen Mozes in de Sinaï-woestijn, in de tent van ontmoeting: "Tel het aantal Israëlieten. Tel ze volgens de families en stammen waar ze bij horen. Tel alle mannen van 20 jaar en ouder, alle mannen die met het leger kunnen meegaan. Tel ze per stam. Doe dit samen met Aäron. Van elke stam moet de leider van die stam jullie helpen bij het tellen. Dat zijn:

Elizur, de zoon van Sedeür, van de stam van Ruben.

Selumiël, de zoon van Zurisaddai, van de stam van Simeon.

Nahesson, de zoon van Amminadab, van de stam van Juda.

Netaneël, de zoon van Zuar, van de stam van Issaschar.

Eliab, de zoon van Helon, van de stam van Zebulon.

10 Van de stam van Jozef: Elisama, de zoon van Ammihud, van de stam van Efraïm, en Gamaliël, de zoon van Pedazur, van de stam van Manasse.

11 Abidan, de zoon van Gideoni, van de stam van Benjamin.

12 Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai, van de stam van Dan.

13 Pagiël, de zoon van Ochran, van de stam van Aser.

14 Eljasaf, de zoon van Dehuël, van de stam van Gad.

15 Ahira, de zoon van Enan, van de stam van Naftali.

16 Roep deze mannen bij elkaar. Zij zijn de stamhoofden en de aanvoerders van Israëls leger."

17 Toen riepen Mozes en Aäron de mannen bij elkaar die God genoemd had. 18 Op de eerste dag van de tweede maand riepen Mozes en Aäron alle mannen van het hele volk bij elkaar. Ze gingen in groepen staan, volgens de stammen en families waar ze bij hoorden. Alle mannen van 20 jaar en ouder kwamen, zoals de Heer het Mozes bevolen had. 19 Zoals de Heer hem bevolen had, telde Mozes hen in de Sinaï-woestijn:

20 De mannen uit de stam van Ruben, de oudste zoon van Israël, werden per familie geteld. 21 Er waren 46.500 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

22 De mannen uit de stam van Simeon werden per familie geteld. 23 Er waren 59.300 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

24 De mannen uit de stam van Gad werden per familie geteld. 25 Er waren 45.650 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

26 De mannen uit de stam van Juda werden per familie geteld. 27 Er waren 74.600 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

28 De mannen uit de stam van Issaschar werden per familie geteld. 29 Er waren 54.400 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

30 De mannen uit de stam van Zebulon werden per familie geteld. 31 Er waren waren 57.400 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

32 De mannen uit de stam van Efraïm, de zoon van Jozef, werden per familie geteld. 33 Er waren 40.500 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

34 De mannen uit de stam van Manasse, de andere zoon van Jozef, werden per familie geteld. 35 Er waren 32.200 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

36 De mannen uit de stam van Benjamin werden per familie geteld. 37 Er waren 35.400 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

38 De mannen uit de stam van Dan werden per familie geteld. 39 Er waren 62.700 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

40 De mannen uit de stam van Aser werden per familie geteld. 41 Er waren 41.500 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

42 De mannen uit de stam van Naftali werden per familie geteld. 43 Er waren 53.400 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

44 Dit is het aantal mannen dat Mozes en Aäron en de twaalf leiders van de stammen van het volk Israël geteld hebben. 45+46 In totaal waren er 603.550 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan. Ze waren per familie geteld.

De taak van de Levieten

47 Maar de mannen van de stam van Levi werden niet geteld. 48 Want God had tegen Mozes gezegd: 49 "Alleen de stam van Levi moet je niet tellen. Je moet hen niet optellen bij het aantal getelde mannen van de Israëlieten. 50 Zij zullen verantwoordelijk zijn voor de tent met de kist van het verbond. En ze moeten zorgen voor alle voorwerpen die daarbij horen. Ze moeten de tent dragen, en alle voorwerpen die daarbij horen. Ze moeten dienst doen in de tent. Hun eigen tenten moeten ze opzetten rond de tent van ontmoeting. 51 Als de tent moet worden afgebroken, moet dat door de Levieten worden gedaan. En als hij weer opgezet moet worden, moet dat door de Levieten worden gedaan. Als andere mensen dat doen, zal Ik hen doden."

De plaats van de stammen rond de tent van ontmoeting

52 "Als de Israëlieten hun tentenkamp opzetten, moeten ze dat doen in vaste groepen. Die groepen zijn ingedeeld volgens de stammen waar ze bij horen. Iedereen zet zijn tent bij de vlag waar hij bij hoort.[a] 53 Maar de Levieten moeten hun tenten rond de tent van ontmoeting opzetten. Zo kan niemand van het volk bij de tent komen en zal Ik niet vreselijk boos op het volk worden en hen straffen. De Levieten bewaken de tent van ontmoeting waarin de kist van het verbond staat." 54 En de Israëlieten deden precies wat Mozes gezegd had. (lees verder)

Psalmen 35

Psalm 35

Een lied van David.

Heer, verdedig mij tegen de mensen die me beschuldigen.
Kom voor mij op tegen de mensen die me aanvallen.
Grijp uw schild en een wapen
en kom mij te hulp!
Trek uw speer en houd mijn achtervolgers tegen.
Zeg dat U me zal redden.
Ze willen me doden.
Heer, zorg dat ze bedrogen uitkomen!
Ze willen me vernietigen.
Heer, sla hen terug
zodat ze terugdeinzen, rood van schaamte.
Maak hen tot stof in de wind
wanneer uw Engel hen neerslaat.
Maak hun weg donker en glibberig
wanneer Hij hen achtervolgt.
Want ze hebben een val voor mij opgezet.
Ze willen me doden, zonder dat ik hun kwaad heb gedaan.
Maak dat het opeens met hen is afgelopen,
plotseling, terwijl ze niets vermoeden.
Laat hén in de val lopen die ze voor míj hadden opgezet.

Maar ik juich over de Heer.
Ik juich omdat Hij mij heeft gered.
10 Met mijn hele hart zeg ik:
"Heer, er is niemand zoals U!"
U redt de mensen die worden verdrukt
door iemand die sterker is dan zij.
U redt de arme en verdrukte mensen
van de mensen die hen beroven.

11 Leugenaars beschuldigen mij van dingen die helemaal niet waar zijn.
Ze stellen me vragen over dingen die ik niet heb gedaan.
12 Ik ben goed voor hen geweest,
maar als dank zijn zij nu slecht voor míj.
Ze willen me doden!
13 Maar wat deed ík?
Toen zij ziek waren, trok ik rouwkleren aan.
Ik at niet en ik bad vurig voor hen,
14 zo vurig als voor een vriend of broer.
Ik liep rond in zwarte kleren en met gebogen hoofd,
zoals ik zou doen bij de dood van mijn moeder.
15 Maar nu het slecht met míj gaat,
maken zij daar plezier over.
Ze komen in drommen kijken!
Mensen die ik niet eens ken, komen om mij heen staan.
Ze schelden me aldoor uit, er komt geen einde aan.
16 Ze maken me belachelijk
en bedreigen me.
17 Heer, hoelang blijft U nog toekijken zonder iets te doen?
Ze gaan tegen me tekeer als jonge leeuwen,
en ik sta helemaal alleen tegenover hen.
Red mij alstublieft van hen,
want ze willen mijn leven verwoesten.
18 Dan zal ik U prijzen,
wanneer we in een grote groep bij elkaar komen.
19 Mijn vijanden haten mij zonder enige reden.
Ze genieten van mijn ellende.
Heer, maak daar toch een einde aan!
20 Ze maken plannen
om onschuldige mensen kwaad te doen.
21 Ze lachen luid tegen mij:
"Ha, ha, we hebben je heus wel door!
Het is afgelopen met je!"
22 U heeft het toch gezien, Heer, zwijg niet!
Heer, laat me niet in de steek!
23 Sta op, Heer, en kom voor mij op!
Mijn God en mijn Heer, U bent mijn Rechter!
24 Mijn Heer God, kom voor mij op,
want U bent rechtvaardig.
Dan zullen ze geen plezier over mij hebben.
25 Dan zullen ze niet kunnen zeggen:
"Ha, het is ons gelukt, we hebben hem!"
26 Zorg dat iedereen die plezier heeft over mijn ellende
straks rood zal worden van schaamte.
Dat iedereen die nu zo tegen me tekeer gaat,
voor schut zal komen te staan.
27 Maar de mensen die willen
dat ik rechtvaardig behandeld zal worden,
zullen juichen en blij zijn.
Ze zullen aldoor zeggen: "De Heer is geweldig!
Hij wil graag dat het zijn dienaar goed gaat."

28 Ik zal altijd en overal vertellen dat U eerlijk en rechtvaardig bent.
Elke dag zal ik U prijzen.

Prediker 11

Spreuken over wijsheid (vervolg)

11 Strooi je brood op het water,
want je zal het na een poos weer terugvinden.
Verdeel het in zeven, nee, in acht delen,[a]
want je weet niet wat voor ellende je nog zal overkomen.

Als de wolken vol zijn,
gieten ze regen uit over de aarde.
En als een boom valt, naar het zuiden of naar het noorden,
dan blijft hij liggen op de plaats waar hij valt.

Iemand die steeds op de wind let, zal nooit zaaien.
En iemand die steeds op de wolken let of het niet gaat regenen, zal nooit maaien.

Je weet niet waar de wind vandaan komt en waar hij naartoe gaat.
En je weet niet hoe een kind groeit in de buik van zijn moeder.
Zo weet je ook niet wat God aan het doen is.

Zaai 's morgens en 's middags.
Want je weet niet welk deel zal opkomen.

Denk ook aan God als je nog jong bent

Het licht is prettig. Het is heerlijk om het zonlicht te zien. Daarom moet je, hoelang je ook leeft, van elke dag genieten. Vergeet niet dat de tijd die je in het donker van de dood zal doorbrengen, nog veel langer zal zijn. Dan blijkt dat alles wat je hebt gedaan maar lucht is. Als je jong bent, geniet dan van je jeugd. Doe wat je graag wil doen. Maar weet wel dat God zal oordelen over alles wat je doet. 10 Maak dus geen ruzie en zorg dat je gezond blijft. Bedenk dat je jeugd voorbijgaat: het is maar lucht. (lees verder)

Titus 3

Leefregels voor de gelovigen (vervolg)

Leer de mensen dat ze moeten gehoorzamen aan de regering. Ook aan andere mensen die boven hen staan. Ze moeten altijd bereid zijn om het goede te doen. Leer hen dat ze geen slechte dingen mogen rondvertellen over andere mensen en geen ruzie mogen maken. Ze moeten tegen iedereen vriendelijk en geduldig zijn.

Onze redding

Vroeger waren wij zelf ook verblind, ongehoorzaam, verdwaald en de slaaf van allerlei verkeerde verlangens. We leefden in een wereld van haat: we haatten andere mensen en werden zelf gehaat. Maar toen kwamen de vriendelijkheid, goedheid en mensenliefde van God onze Redder. Hij redde ons door het bad van de nieuwe geboorte.[a] Hij maakte ons helemaal nieuw door de werking van zijn Heilige Geest. Hij deed dat niet omdat wij dat verdiend hadden met de dingen die we hadden gedaan. Nee, Hij deed dat omdat Hij medelijden met ons had. Toen heeft Hij de Heilige Geest rijkelijk over ons uitgestort. Dat kon Hij doen door wat Jezus Christus, onze Redder, heeft gedaan. Dankzij Gods goedheid werden we vrijgesproken van schuld. Zo werden we Gods kinderen. En zo kon Hij ons het eeuwige leven laten erven.

Dit is de waarheid. Daarom wil ik dat je over deze dingen vaak en duidelijk spreekt. Dan zullen de mensen die op God vertrouwen hun best doen om goede dingen te doen. Want dat is goed en nuttig. Maar houd je niet bezig met zinloze discussies, namenlijsten[b] en geruzie en gekibbel over de wet van Mozes. Want dat is allemaal nutteloos en zinloos.

10 Waarschuw mensen die verdeeldheid in de gemeente veroorzaken. Als ze na een tweede waarschuwing nog niet naar je willen luisteren, moet je hen de gemeente uitzetten. 11 Want je weet dat zulke mensen echt helemaal de weg zijn kwijtgeraakt. Want ook al weten ze dat ze verkeerd bezig zijn, toch gaan ze door met hun ongehoorzaamheid aan God. Daardoor hebben ze zichzelf al veroordeeld.

Slot

12 Ik zal Artemas of Tychikus naar je toesturen. Doe je best om daarna zo snel mogelijk naar mij toe te komen in Nikopolis. Want ik heb besloten om daar de winter door te brengen.

13 Help de wetgeleerde Zenas en ook Apollos aan alles wat ze nodig hebben voor hun reis, zodat ze nergens tekort aan hebben. 14 Leer de gemeente om een voorbeeld voor anderen te zijn, door goede dingen te doen. Dan zijn ze zinvol bezig en kunnen ze anderen geven wat er nodig is.

15 Je moet de groeten hebben van iedereen die bij mij is. Doe de groeten aan de mensen die in het geloof van ons houden. Ik bid dat God in alles goed voor jullie zal zijn.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016