Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

M’Cheyne Bible Reading Plan

The classic M'Cheyne plan--read the Old Testament, New Testament, and Psalms or Gospels every day.
Duration: 365 days
BasisBijbel (BB)
Version
Leviticus 21

Wetten voor de priesters om heilig te leven

21 De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de priesters, de zonen van Aäron:

Een priester mag geen dode aanraken. 2+3 Hij mag alleen een dode aanraken als dat zijn moeder, zijn vader, zijn zoon, zijn dochter, zijn broer, of zijn ongetrouwde zus is. Omdat hij een leider van zijn volk is, mag hij zich niet onrein maken.

Als een priester treurt over een dode, mag hij niet een kale plek op zijn hoofd scheren, of de rand van zijn baard afknippen, of zich in zijn lichaam snijden. Hij moet heilig leven en mag mijn naam niet beledigen. Want hij brengt de offers aan Mij, de Heer. Daarom moet hij heilig leven. Hij mag niet trouwen met een hoer of met een vrouw die al een keer met een man naar bed geweest is. Ook niet met een vrouw die door haar man is weggestuurd. Want hij is mijn dienaar. En jullie moeten respect voor hem hebben, omdat hij de offers aan jullie God offert. Jullie moeten er respect voor hebben dat hij mijn dienaar is. Want Ik ben heilig. Ik ben de Heer, die jullie heeft uitgekozen om mijn dienaren te zijn. En als de dochter van een priester zich onheilig gedraagt door met iemand naar bed te gaan met wie ze niet getrouwd is, dan maakt ze ook haar vader onheilig. Ze heeft geen respect voor hem gehad. Ze moet verbrand worden.

10 De hogepriester is de belangrijkste priester. Hij is gezalfd met de heilige zalf-olie en hij dient de Heer. Hij heeft de heilige kleren gekregen. Als hij treurt over een dode, mag hij zijn haar niet los laten hangen en zijn kleren niet scheuren als teken van verdriet. 11 Hij mag nooit in de buurt van een dode komen. Zelfs niet als dat zijn eigen vader of moeder is. 12 Want mijn heilige zalf-olie is op hem. Hij moet in het heiligdom blijven, want anders maakt hij mijn heiligdom onheilig. Ik ben de Heer.

13 De hogepriester mag alleen trouwen met een vrouw die nog nooit met een man naar bed is geweest. 14 Hij mag niet met een weduwe trouwen, of met een vrouw die door haar man is weggestuurd, of met een vrouw die al een keer met een man naar bed geweest is. En hij moet een vrouw van zijn eigen stam kiezen. 15 Want anders zouden zijn kinderen onheilig zijn. Want Ik ben de Heer, en Ik heb hem heilig gemaakt en uitgekozen om Mij te dienen."

16 De Heer zei tegen Mozes: 17 "Zeg tegen Aäron: Als een priester een afwijking aan zijn lichaam heeft, mag hij niet mijn offers brengen. Niemand met een afwijking aan zijn lichaam mag het werk van een priester doen. 18 Niemand die blind of verlamd is, of misvormde armen of benen heeft, mag mijn offers brengen. 19 Ook niemand met een gebroken arm of been, 20 een misvormde rug, te korte armen en benen, een oogziekte, een huidziekte of beschadigde geslachtsdelen. 21 Niemand uit de familie van Aäron met een afwijking aan zijn lichaam mag bij Mij komen om de vuur-offers aan Mij te offeren. 22 Maar hij mag wél, net als alle andere priesters, van de offers van zijn God eten. Hij mag eten van het heilige en van het allerheiligste. 23 Maar hij mag niet in het heiligdom of bij het altaar komen. Want omdat hij een afwijking heeft, zou hij mijn heiligdom onheilig maken. Want Ik ben de Heer en Ik heb de priesters uitgekozen om Mij te dienen."

24 Dit zei Mozes tegen Aäron en zijn zonen en alle Israëlieten.

Psalmen 26-27

Psalm 26

Een lied van David.

Heer, kom alstublieft voor mij op,
want ik ben onschuldig.
Ik vertrouw altijd op U, zonder te twijfelen.
Stel me op de proef, Heer, toets mij.
Kijk wat er diep in mijn hart is.
Want ik denk steeds aan uw liefde
en ik volg U.
Ik blijf ver bij slechte mensen vandaan
en ik ga niet om met mensen
die alleen maar doen alsof ze van U houden.
Ik haat het om met mensen om te gaan
die slechte dingen doen.
Ik doe niet mee met de mensen die zich niets van U aantrekken.
Ik ben helemaal onschuldig, Heer,
en ik ga graag naar uw altaar.
Ik zing graag luid voor U
en vertel andere mensen over al uw wonderen.
Heer, ik houd van uw heiligdom,
het heiligdom van de tent waar U woont,
in uw hemelse macht en majesteit.
Ruk mij niet weg uit het leven.
Dood mij niet samen met de mensen die slechte dingen doen
en die onschuldige mensen vermoorden.
10 Zij zijn misdadigers
en laten zich gemakkelijk omkopen.
11 Maar ik leef zoals U het wil.
Heb medelijden met mij en red mij!

12 De Heer redt mij uit alle moeilijkheden.
Wanneer we bij elkaar komen,
zal ik de Heer prijzen.

Psalm 27

Een lied van David.

De Heer is mijn licht en mijn redding.
Daarom ben ik voor niemand bang.
De Heer is mijn kracht.
Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn.
Wanneer mijn vijanden mij bedreigen
alsof ze wilde dieren zijn die me willen verscheuren,
dan struikelen zij zelf en vallen.
Zelfs als er een heel leger op mij af komt,
ben ik nog steeds niet bang.
Al breekt de strijd tegen mij los,
toch blijf ik vertrouwen.
Ik vraag maar één ding van de Heer.
Dit is wat ik het liefste wil:
ik wil alle dagen van mijn leven dicht bij de Heer zijn,
om ervan te genieten hoe prachtig en hoe vriendelijk Hij is
en om Hem te leren kennen.
Als er gevaar dreigt, verbergt Hij mij in zijn huis.
Bij Hem ben ik zo veilig als op een hoge rots.
Daar sta ik hoog boven de vijanden die me omringen.
Daarom wil ik juichend offers brengen in zijn tent
en liederen zingen voor de Heer.

Hoor, Heer, ik roep luid tot U.
Heb medelijden met mij en antwoord mij!
U zegt Zelf in mijn hart:
"Verlang naar Mij."
Ik verlang dan ook naar U, Heer.
Stuur me niet weg in uw boosheid.
U heeft me altijd geholpen.
Stuur me dan nu niet weg, laat me niet in de steek.
God, U kan mij redden!
10 Zelfs als mijn vader en moeder me in de steek zouden laten,
zult U nog altijd bij me zijn.

11 Leer mij, Heer, wat U wil dat ik doe.
Wijs me de juiste weg,
want mijn vijanden bedreigen me.
12 Lever me niet aan hen uit!
Ze beschuldigen mij van dingen die niet waar zijn.
Ze willen me kwaad doen.
13 Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten
dat de Heer goed is en mij zal redden?

14 Vertrouw op de Heer.
Houd moed en Hij zal je weer hoop geven.
Ja, verwacht hulp van de Heer.

Prediker 4

Het leven is oneerlijk (vervolg)

Ook keek ik naar alle ellende onder de zon. Ik zag de tranen van de mensen die onderdrukt worden. En ze hadden niemand die hen troostte. En de mensen die hen onderdrukten, hadden de macht. Maar zij hadden óók niemand die hen troostte. Daarom vond ik dat de mensen die al gestorven zijn, er beter aan toe zijn dan de mensen die nog leven. En ik vond dat de mensen die nog niet geboren zijn, er nóg beter aan toe zijn. Want zij weten helemaal niets van alle slechte dingen die er onder de zon gebeuren.

Ook zag ik dat het harde werken en zwoegen van de mensen alleen maar anderen jaloers maakt. Ook dat is maar lucht en iets teleurstellends. Het is wel waar dat je een dwaas bent als je je armen over elkaar slaat en niets doet, want dan verhonger je door je eigen luiheid. Maar toch is een beetje rust beter dan veel gezwoeg en veel teleurstellingen.

Beter samen dan alleen

Ik zag nog iets dat maar lucht is onder de zon. Namelijk iemand die alleen is, zelfs zonder kind of broer, en die toch nooit ophoudt met zwoegen. Hij blijft verlangen naar meer rijkdom. Maar voor wie zwoegt hij dan? Voor wie ziet hij ervan af om rustig van het goede te genieten? Ook dit is maar lucht en iets verkeerds. Het is beter om met z'n tweeën te zijn dan alleen. Want met z'n tweeën hebben ze een goede beloning bij hun gezwoeg. 10 Want als ze vallen, helpt de één de ander weer overeind. Maar als iemand alleen is en valt, wie helpt hem dan weer overeind? 11 En als ze liggen te slapen, houdt de één de ander warm. Maar hoe kan een mens warm worden als hij alleen is? 12 En als iemand alleen is, kan hij door iemand anders overwonnen worden. Maar twee mensen kunnen tegen een vijand standhouden. En als ze met z'n drieën zijn, zijn ze nóg sterker. Net zoals een driedubbel touw niet gauw zal breken.

Macht bederft je

13 Beter een arme jonge man die wijs is, dan een oude, onverstandige koning die van niemand goede raad wil aannemen. 14 Want de arme, wijze jonge man komt uit de gevangenis en wordt koning, terwijl de man die als koning geboren was, arm zal worden. 15 Ik zag alle mensen onder de zon meelopen met de jonge man die de koning zou opvolgen. 16 Eindeloos veel mensen hebben vóór hem geleefd en weten dus niets van hem. En heel veel mensen zullen ná hem leven en niets van hem weten. Dus ook dit is maar lucht en teleurstellend.

Beloof niet te snel iets aan God

17 Let goed op wat je doet als je naar Gods tempel gaat. De bedoeling is, dat je daar goed naar God luistert. Dat is beter dan domweg je offers te brengen. Je moet begrijpen dat je vergeving nodig hebt, omdat je verkeerd gedaan hebt tegen God. (lees verder)

1 Timotheüs 6

Adviezen voor slaven

Gelovige slaven[a] moeten respect hebben voor hun meesters. Dan kunnen de mensen niets slechts zeggen van God en van ons geloof. Slaven die een gelovige meester hebben, mogen niet op hun meester neerkijken omdat hij een broeder is. Maar ze moeten hem juist nog beter dienen, omdat hij een gelovige en een broeder is die zijn best doet om goed te zijn voor zijn slaven. Leer de mensen deze dingen.

Het gevaar van rijkdom

Er zullen ook mensen komen die andere dingen aan de broeders en zusters leren dan ik hun geleerd heb. Dat zijn trotse en eigenwijze mensen. Zij willen zich niet houden aan de gezonde woorden van onze Heer Jezus Christus. Ze houden zich niet aan de manier waarop we God moeten dienen. Ze hebben er niets van begrepen. Ze maken ruzie en zeuren over onbelangrijke dingen. Ze veroorzaken jaloersheid, ruzies, geroddel en wantrouwen. Al dat geharrewar ontstaat doordat ze niet meer helder denken en de waarheid zijn kwijtgeraakt. Ze denken dat het dienen van God een manier is om rijk te worden. Blijf bij zulke mensen uit de buurt. Maar het dienen van God is wel een grote rijkdom, als we ook tevreden zijn met wat we hebben. Want we hebben niets op de wereld meegebracht toen we geboren werden, en het is duidelijk dat we ook niets uit de wereld kunnen meenemen als we sterven. Als we onderdak, eten, drinken en kleren hebben, moeten we tevreden zijn. Maar mensen die graag rijk willen worden, lopen in de val van de duivel. Ze krijgen allerlei dwaze en verkeerde verlangens, waardoor het langzaam maar zeker slecht met hen afloopt. 10 Want het verlangen naar geld is de bron van al het kwaad. Sommige mensen zijn het geloof kwijtgeraakt en in allerlei ellende terecht gekomen, doordat ze zo graag rijk wilden worden.

11 Maar jij, man van God, blijf ver bij al deze dingen vandaan. Verlang naar eerlijkheid, een heilig leven, geloof, liefde, geduld en vriendelijkheid. 12 Doe je uiterste best voor het geloof. Grijp het eeuwige leven. Want daarvoor ben je geroepen en daarvoor heb je tegen heel veel mensen duidelijk over het geloof gesproken. 13 In de aanwezigheid van God die aan alles leven geeft, en in de aanwezigheid van Jezus Christus die tegen Pontius Pilatus de juiste dingen over het geloof heeft gezegd, zeg ik je: 14 houd je heel precies aan alles wat ik je heb geleerd, totdat Jezus Christus komt. 15 Die dag zal komen op het moment dat Híj heeft bepaald. Dan komt Hij, de goede en enige Heerser, de hoogste Koning en de machtigste Heer. 16 Alleen Hij is onsterfelijk en woont in een licht dat wij niet kunnen binnengaan. Geen mens heeft Hem gezien, geen mens kán Hem zien. Voor Hem is alle eer en eeuwige kracht! Amen! Zo is het!

17 Zeg tegen de mensen die rijk zijn in deze wereld, dat ze niet trots moeten zijn. Ook dat ze niet moeten vertrouwen op hun rijkdom. Die rijkdom kunnen ze ook zomaar weer kwijtraken. Maar ze moeten in alles vertrouwen op de levende God. Hij geeft hun alles overvloedig, om van te genieten en om goede dingen mee te doen. 18 De bedoeling is dat ze gul zijn en veel van hun rijkdom uitdelen. 19 Zo zullen ze voor zichzelf een schat bewaren: de zekerheid op een goede toekomst. Want ze zullen het eeuwige leven krijgen.

20 Timoteüs, bewaar alsjeblieft wat de Heer je heeft gegeven. Blijf ver bij onheilige praatjes en zinloze discussies vandaan, die andere mensen trots 'kennis' noemen. 21 Een aantal van de mensen die zo van dat soort discussies houden, is het geloof helemaal kwijtgeraakt.

Ik bid dat God in alles goed voor je zal zijn.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016