Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

M’Cheyne Bible Reading Plan

The classic M'Cheyne plan--read the Old Testament, New Testament, and Psalms or Gospels every day.
Duration: 365 days
BasisBijbel (BB)
Version
2 Kronieken 30

Hizkia's uitnodiging voor het Paasfeest

30 Daarna stuurde Hizkia boodschappers door heel Israël en Juda. Ze moesten iedereen uitnodigen om naar de tempel van de Heer in Jeruzalem te komen. Hij wilde dat iedereen het Paasfeest voor de Heer zou komen vieren. Hij schreef zelfs brieven aan Efraïm en Manasse in het koninkrijk Israël, om ook hen uit te nodigen. Ze moesten in de tweede maand komen. Want de koning, de ambtenaren en het volk van Jeruzalem hadden met elkaar besloten dat ze het Paasfeest in de tweede maand zouden vieren in plaats van in de eerste maand. Ze konden het Paasfeest namelijk niet op de gewone tijd vieren,[a] omdat er toen nog niet genoeg priesters waren die zich voor hun taak hadden klaargemaakt. Bovendien zou het volk niet op tijd in Jeruzalem kunnen zijn. Het plan werd door iedereen goedgekeurd. Daarom werd besloten om heel Israël, vanaf Berseba in het zuiden tot Dan in het noorden, uit te nodigen om voor de Heer, de God van Israël, het Paasfeest in Jeruzalem te komen vieren. Want het was al heel lang niet meer gevierd op de manier die in de wet stond. De boodschappers reisden zo snel als ze konden heel Israël en Juda door. Ze hadden brieven van de koning en zijn ambtenaren bij zich. In de brieven stond: "Israëlieten, kom terug bij de Heer, de God van Abraham, Isaäk en Jakob. Dan zal Hij terugkomen bij jullie die door de koningen van Assur in ons land zijn overgelaten. Doe niet hetzelfde als jullie ouders en andere volksgenoten hebben gedaan. Wees niet langer ontrouw aan de Heer God. Want omdat zij Hem ontrouw waren, heeft Hij ervoor gezorgd dat het slecht met hen afliep. Dat hebben jullie zelf gezien. Wees niet zo koppig en ongehoorzaam als jullie voorouders. Kom terug bij de Heer en zijn heiligdom, waar Hij voor altijd wil wonen. Dien de Heer God, zodat Hij niet langer boos op jullie is. Want als jullie teruggaan naar de Heer en Hem weer dienen, zullen jullie familieleden die gevangen zijn meegenomen, vrijgelaten worden. Ze zullen naar dit land terugkomen. Want jullie Heer God is vriendelijk en goed. Hij zal jullie niet in de steek laten als jullie bij Hem terugkomen."

10 Zo gingen de boodschappers ook de steden van de stammen van Efraïm en Manasse langs, tot aan het gebied van de stam van Zebulon. Maar ze werden door de bewoners uitgelachen. 11 Maar een aantal mannen uit het gebied van de stammen van Aser, Manasse en Zebulon had echt spijt van hoe ze hadden geleefd. Zij kwamen wel naar Jeruzalem. 12 Maar de Heer zorgde er in Juda voor dat iedereen graag wilde doen wat de koning had gezegd. Ze wilden graag het feest komen vieren zoals de Heer het in de wet had bevolen. 13 Een enorme groep mensen kwam in de tweede maand naar Jeruzalem om het Paasfeest en het Feest van de Ongezuurde Broden te vieren.

Het Paasfeest wordt gevierd

14 In Jeruzalem braken ze de altaren voor de afgoden af. Ze gooiden alles in de beek Kidron. 15 Daarna vierden ze het Paasfeest op de 14e dag van de tweede maand. De priesters en Levieten schaamden zich voor wat ze vroeger hadden gedaan. Daarom maakten ze zich klaar voor de Heer en brachten brand-offers in de tempel van de Heer om vergeving te krijgen. 16 Allemaal deden ze het werk zoals dat stond beschreven in de wet van Mozes, de dienaar van God. De Levieten gaven de priesters de schalen met het bloed aan en de priesters wierpen dat bloed rondom tegen het altaar. 17 Want omdat veel mensen zich niet klaargemaakt hadden voor de Heer, mochten ze niet zelf hun paaslam slachten. Daarom deden de Levieten dat voor hen. 18 Want het grootste deel van de mensen (waarvan er heel veel uit het gebied van Efraïm, Manasse, Issaschar en Zebulon kwamen) had zich niet voor de Heer klaargemaakt. Toch aten ze het Paaslam. Dat was niet zoals de Heer het had bevolen. Daarom bad Hizkia voor hen: "Heer, U bent goed. 19 Vergeef alstublieft iedereen die U nu weer wil aanbidden, ook al heeft hij zich niet goed op dit feest voorbereid." 20 En de Heer deed wat Hizkia Hem had gevraagd en strafte het volk niet.

21 Zeven dagen lang vierden de Israëlieten in Jeruzalem het Feest van de Ongegiste Broden. Ze waren heel erg blij. De Levieten en de priesters prezen elke dag de Heer met liederen en muziek. 22 Hizkia prees de Levieten, omdat ze hun werk voor de Heer zo goed hadden gedaan. Zeven dagen lang vierde iedereen feest. Ze aten het paaslam, slachtten dieren voor dank-offers voor de Heer en prezen de God van hun voorouders. 23 Toen de zeven dagen voorbij waren, werd er besloten om nóg zeven dagen feest te vieren. Iedereen was heel erg blij. 24 Koning Hizkia gaf aan het volk 1000 stieren en 7000 schapen voor alle vlees-offers. De bestuurders van het land gaven nóg 1000 stieren en 10.000 schapen. En heel veel priesters maakten zich klaar voor hun werk voor de Heer. 25 Iedereen in Juda vierde feest: de priesters, de Levieten, de Israëlieten en de vreemdelingen die in Juda en Israël woonden en die naar Jeruzalem waren gekomen. 26 Het was een groot feest. Want sinds de tijd dat Salomo, de zoon van David, koning van Israël was, was het feest niet zo uitbundig gevierd als nu. 27 De priesters zegenden het volk en God luisterde naar hen in zijn woning in de hemel. (lees verder)

Openbaring 16

De derde ramp: de zeven engelen met de zeven schalen met de straf van God (vervolg)

16 En ik hoorde een stem uit het heiligdom luid tegen de zeven engelen zeggen: "Ga en giet de zeven schalen van Gods straf leeg op de aarde."

De eerste engel goot zijn schaal leeg op de aarde. Toen kregen de mensen die het merkteken van het beest hadden en het beest aanbaden, vreselijke, pijnlijke puisten.

De tweede engel goot zijn schaal leeg op de zee. Toen veranderde de zee in bloed als van een dode. Alles in de zee ging dood.

De derde engel goot zijn schaal leeg op de rivieren en de waterbronnen. Toen veranderde al het water in bloed. Ik hoorde de engel van het water zeggen: "U die is en die was en die zal zijn, bent rechtvaardig en heilig, omdat U deze straf heeft gegeven. Want de mensen zijn schuldig aan de dood van uw profeten. Ze hebben hun bloed vergoten. Daarom heeft U hun ook bloed te drinken gegeven. Ze hebben het verdiend!" En vanuit het altaar hoorde ik een andere engel zeggen: "Ja, Almachtige Heer God, U bent een rechtvaardig en eerlijk Rechter."

De vierde engel goot zijn schaal leeg op de zon. Toen werd de zon heel erg heet. De mensen leden vreselijk door de enorme hitte van de zon. En ze vervloekten God, die deze rampen liet komen. Maar ze stopten niet met de slechte dingen die ze deden. Ze wilden Hem niet eren.

10 De vijfde engel goot zijn schaal leeg op de troon van het beest. Toen werd het in zijn hele rijk donker. En de mensen beten hun tong stuk van pijn. 11 En omdat ze zoveel pijn hadden en zulke vreselijke puisten hadden, vervloekten ze de God van de hemel. Maar ze stopten niet met de slechte dingen die ze deden.

12 De zesde engel goot zijn schaal leeg op de grote rivier de Eufraat. Toen droogde het water van de rivier op. Daardoor konden de koningen uit het oosten zonder moeite het land binnenvallen. 13 Toen zag ik uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de leugen-profeet drie duivelse geesten komen. Ze leken op kikkers. 14 Ze doen wonderen en gaan naar alle koningen op aarde. Ze roepen hen bij elkaar voor de strijd op de grote dag van de Almachtige God.

15 Jezus zei: "Let op, Ik kom zo onverwachts als een dief. Het zal heerlijk voor de mensen zijn die opgelet hebben en goed voor hun kleren[a] hebben gezorgd. Want zij zullen niet zonder kleren hoeven te lopen en zullen niet naakt gezien worden."

16 En de drie duivelse geesten brachten de koningen en hun legers bij elkaar op de plek die in het Hebreeuws Armageddon[b] wordt genoemd.

17 De zevende engel goot zijn schaal leeg in de lucht. Toen riep een stem luid vanuit het heiligdom in de hemel, vanuit de troon: "Het is voorbij!" 18 Het begon te bliksemen, te rommelen en te donderen. Er was een zware aardbeving. Zo'n zware aardbeving was er nog nooit geweest sinds er mensen op de aarde wonen. 19 De grote stad Babylon viel in drie stukken uit elkaar. De steden van de volken stortten in. Want God was niet vergeten wat het grote Babylon had gedaan. Nu gaf Hij Babylon de straf die ze verdiende. 20 En de eilanden vluchtten weg en de bergen waren er niet meer. 21 Grote hagelstenen van wel 1 talent zwaar (30 kilo) vielen uit de hemel op de mensen. En de mensen vervloekten God vanwege de hagel. Want het was een verschrikkelijke ramp.

Zacharia 12:1-13

Jeruzalem zal worden aangevallen, maar wordt door de Heer gered

12 Dit is wat Zacharia van de Heer moest zeggen over Israël.

"Dit zegt de Heer die de hemel als een tent over de aarde heeft gezet, die de aarde heeft gemaakt en die de geest in het binnenste van de mens heeft gemaakt. Let op, Ik maak Jeruzalem tot een wijnbeker[a] voor de volken rondom. En niet alleen Jeruzalem, maar ook Juda. Dat zal zijn wanneer Jeruzalem wordt aangevallen. Alle volken zullen hun legers verzamelen bij Jeruzalem. Ze zullen proberen om de stad te veroveren. Maar ze zullen zelf vernietigd worden. Jeruzalem zal voor hen zijn als een steen die te zwaar is om op te tillen: wie hem toch optilt, breekt zijn rug. In die tijd zal Ik de paarden van de vijand in paniek brengen. Ik zal hun ruiters gek van angst maken. De legers van de volken zal Ik blind maken. Maar Juda zal Ik beschermen: mijn ogen zullen erop gericht zijn.

Dan zullen de leiders van Juda bij zichzelf zeggen: 'Dankzij de Heer van de hemelse legers zijn de bewoners van Jeruzalem zo machtig.' In die tijd zal Ik de leiders van Juda maken als een vuurtje onder droog hout, als een brandende fakkel onder een bos graan. Alle buurlanden, links en rechts, zullen verbranden. Maar de bewoners van Jeruzalem zullen veilig zijn in hun eigen stad. Maar Ik zal eerst de steden van Juda redden, en dan pas Jeruzalem, zodat de koning uit de familie van David en de bewoners van Jeruzalem niet trots worden tegenover Juda.

In die tijd zal Ik de bewoners van Jeruzalem beschermen. Mensen die zwak zijn, zal Ik zo sterk maken als David. De mensen die afstammen van David zullen zo machtig zijn als engelen, ja, zo machtig als de Engel van de Heer die hen leidt.

In die tijd zal Ik elk volk dat Jeruzalem aanvalt, vernietigen. 10 Over de afstammelingen van David en over de bewoners van Jeruzalem zal Ik mijn Geest uitstorten. Dat is de Geest van mijn goedheid en van gebed. De mensen zullen Mij zien die zij doorstoken hebben. Ze zullen diep bedroefd zijn. Ze zullen over zijn dood treuren als over de dood van hun enige zoon. 11 In die tijd zal iedereen in Jeruzalem diep bedroefd zijn. Net zo bedroefd als vroeger over koning Josafat die werd gedood in Hadad-Rimmon in het Megiddo-dal.[b] 12 Het hele land zal treuren. Alle families zullen diep bedroefd zijn: de families die afstammen van David, de families die afstammen van de profeet Natan, 13 de families die afstammen van Levi, de families die afstammen van Simeï 14 en alle andere families.[c] Mannen en vrouwen zullen treuren." (lees verder)

Jeruzalem zal worden aangevallen, maar wordt door de Heer gered (vervolg)

13 De Heer zegt: "In die tijd zal er een bron[d] geopend worden voor de familie van David en voor de bewoners van Jeruzalem. In die bron zullen alle onreinheid en alle schuld afgewassen kunnen worden."

Johannes 15

De wijnstruik en de takken

15 Jezus zei: "IK BEN[a] de echte wijnstruik en mijn Vader is de wijnboer. Elke tak aan Mij waar geen vruchten aan groeien, haalt Hij weg. Elke tak waar wel vruchten aan groeien, snoeit Hij. Hij maakt hem schoon van alles wat daar niet mag groeien. Zo gaan er nog meer vruchten aan die tak groeien. Jullie zijn al schoon door wat Ik jullie heb gezegd. Ik blijf in jullie. Blijf nu ook in Mij. Als een tak niet aan de wijnstruik blijft vastzitten, kunnen er geen vruchten aan groeien. Zo kan er ook geen vrucht aan jullie groeien, als jullie niet in Mij blijven. IK BEN de wijnstruik en jullie zijn de takken. Als jullie in Mij blijven en Ik in jullie blijf, zal er veel vrucht aan jullie groeien. Want zonder Mij kunnen jullie niets doen. Als jullie niet in Mij blijven, verdrogen jullie. Verdroogde takken worden weggegooid en verbrand. Maar als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie blijven, zullen jullie alles krijgen wat jullie vragen. Het eert mijn Vader als er veel vrucht aan jullie groeit. Het laat zien dat jullie mijn leerlingen zijn."

Jezus beveelt de leerlingen van elkaar te houden

Jezus zei: "De Vader houdt heel veel van Mij. En Ik houd net zoveel van jullie, als de Vader van Mij. Zorg dat jullie vol zijn van mijn liefde. 10 Als jullie doen wat Ik zeg, zullen jullie vol van mijn liefde zijn. Net zoals Ik doe wat de Vader Mij heeft gezegd. Daardoor ben Ik vol van zijn liefde.

11 Ik zeg dit tegen jullie, zodat mijn blijdschap in jullie kan zijn en jullie blijdschap volmaakt zal zijn. 12 Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. 13 Iemand die zijn leven over heeft voor zijn vrienden, heeft de grootste liefde. Grotere liefde bestaat niet. 14 Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat Ik jullie zeg. 15 Ik noem jullie geen dienaren meer,[b] want een dienaar weet niet wat de plannen van zijn heer zijn. Maar Ik noem jullie vrienden. Want alles wat de Vader aan Mij heeft verteld, heb Ik ook aan jullie verteld.

16 Het is niet zo dat jullie Míj hebben uitgekozen. Ik heb júllie uitgekozen en aangewezen. En Ik wil dat jullie op pad gaan en dat er vrucht aan jullie zal groeien. Vrucht die blíjft. Dan zal de Vader jullie alles geven wat jullie Hem bidden omdat jullie bij Mij horen. 17 Ik zeg jullie: houd van elkaar."

Mensen die in Jezus geloven, zullen worden gehaat

18 Jezus zei: "Jullie zullen worden gehaat door de mensen die niet in Mij geloven. Bedenk dan dat ze Mij óók hebben gehaat. 19 Als jullie hetzelfde zouden zijn als de mensen die niet in Mij geloven, zouden ze van jullie houden. Want dan zouden jullie op hen lijken. Maar omdat Ik jullie heb geroepen, zijn jullie anders dan zij. Daarom haten ze jullie. 20 Denk aan wat Ik heb gezegd: 'Een dienaar is niet belangrijker dan zijn heer.' Als ze Mij hebben vervolgd, zullen ze jullie ook vervolgen. Als ze Mij wilden geloven, zullen ze jullie ook geloven. 21 Maar ze zullen jullie veel kwaad doen omdat jullie bij Mij horen. Want ze kennen Hem niet die Mij heeft gestuurd. 22 Als Ik niet was gekomen en niet met hen had gesproken, zouden ze niet schuldig zijn. Maar nu hebben ze geen excuus voor de slechte dingen die ze doen. 23 Iedereen die Mij haat, haat ook mijn Vader. 24 Als Ik niet de dingen bij hen had gedaan die niemand anders ooit heeft gedaan, zouden ze niet schuldig zijn. Maar ze hebben gezien wat Ik heb gedaan, en tóch hebben ze Mij en mijn Vader gehaat. 25 Maar er moet gebeuren wat al van tevoren in de Boeken gezegd was: 'Ze hebben Mij zonder reden gehaat.' "

Het werk van de Heilige Geest

26 Jezus zei: "Ik zal jullie de Helper sturen die bij mijn Vader vandaan komt. Hij is de Geest van de waarheid. En wanneer Hij komt, zal Hij jullie vertellen wat Hij van Mij hoort en ziet. 27 En jullie zullen óók van Mij vertellen. Want jullie zijn vanaf het begin bij Mij geweest en hebben alles zelf gezien en gehoord. (lees verder)

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016