Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

M’Cheyne Bible Reading Plan

The classic M'Cheyne plan--read the Old Testament, New Testament, and Psalms or Gospels every day.
Duration: 365 days
BasisBijbel (BB)
Version
2 Kronieken 31

Het Paasfeest wordt gevierd (vervolg)

31 Toen het feest was afgelopen, trokken de Israëlieten vanuit Jeruzalem naar alle steden van Juda. Daar sloegen ze de godenbeelden kapot, hakten de heilige palen om en braken de altaren af. Dit deden ze in heel Juda en in de gebieden van de stammen van Benjamin, Efraïm en Manasse. Daarna ging iedereen naar huis terug.

De voedselvoorraden voor de priesters en Levieten

Daarna deelde Hizkia de priesters en Levieten in groepen in. Die groepen moesten om de beurt dienst doen in de tempel van de Heer. De priesters moesten de offers brengen. De Levieten moesten hen daarbij helpen. Ook zouden de Levieten de Heer prijzen met liederen en muziek. De koning gaf van zijn eigen vee dieren voor de ochtend-offers en avond-offers, voor de offers voor de heilige rustdag, voor de nieuwe maand en voor de feesten van de Heer. Dus voor alle offers die de Heer in de wet had bevolen. Hij beval de bewoners van Jeruzalem dat ze aan de priesters en Levieten het geld en het eten moesten geven waar zij volgens de wet recht op hadden. Dan zouden ze niet hoeven te werken, maar konden ze al hun tijd geven aan het dienen van de Heer in de tempel.

Toen het bevel van de koning in de stad bekend werd, kwamen de Israëlieten het eerste deel brengen van alles wat ze geoogst hadden. Ze gaven het aan de priesters en Levieten: graan, wijn, olijf-olie, honing en allerlei andere dingen. Ook brachten ze een tiende deel van alles wat ze oogstten. De Israëlieten en Judeeërs die in de steden van Juda woonden, kwamen ook een tiende deel brengen van hun koeien, schapen en geiten. Ook een tiende deel van alles wat ze aan hun Heer God wilden geven. Ze stapelden alles op. In de derde maand begonnen ze die stapels aan te leggen en pas in de zevende maand waren ze daarmee klaar. Hizkia en de leiders kwamen kijken hoeveel er gebracht was. En ze prezen de Heer en zijn volk Israël, omdat het zoveel was. Hizkia ging bij de priesters en de Levieten vragen hoe het gegaan was. 10 De hogepriester Azarja, uit de familie van Zadok, antwoordde: "Sinds de mensen zijn begonnen om van alles een tiende deel naar de tempel van de Heer te brengen, hebben wij meer dan genoeg te eten gehad. We hebben zelfs heel veel overgehouden. Want de Heer is zó goed geweest voor zijn volk, dat deze grote voorraad is overgebleven." 11 Toen zei Hizkia dat er in de tempel voorraadkamers ingericht moesten worden. Dat gebeurde. 12 Trouw bracht iedereen zijn gaven naar de tempel. Alles werd in de voorraadkamers opgeslagen. De Leviet Konanja was de hoofdopzichter. Hij werd daarbij geholpen door Simeï. 13 Onder Konanja en Simeï stonden tien onderopzichters. Dat waren Jehiël, Azazja, Nahat, Asaël, Jerimot, Jozabad, Eliël, Jismachja, Mahat en Benaja. Zo hadden de koning en de hogepriester Azarja het bevolen.

De verdeling van het voedsel

14 De Leviet Kore, de zoon van Jimna, die de bewaker van de Oostpoort was, hield toezicht op alles wat werd gebracht. Hij moest er op letten dat alles eerlijk werd verdeeld onder de priesters en Levieten. 15 Hij had zes helpers voor de andere steden waar de priesters woonden. Die helpers waren Eden, Minjamin, Jesua, Semaja, Amarja en Sechanja. Zij zorgden ervoor dat alle priesters van elke afdeling en van elke leeftijd kregen wat ze nodig hadden. 16 De mannen die aan de beurt waren om in Jeruzalem in de tempel dienst te doen, kregen dáár hun deel. Alle jongens en mannen van drie jaar en ouder stonden opgeschreven in de namenlijsten van de priesters. 17 De priesters stonden op die namenlijsten ingedeeld volgens de families waar ze bij hoorden. Ook de Levieten van 20 jaar en ouder stonden op namenlijsten. Maar zij stonden ingedeeld volgens de taken die ze hadden. En ook zij hadden allemaal recht op een eigen deel. 18 De vrouwen, zonen en dochters van de Levieten en priesters stonden ook in die namenlijsten opgeschreven. Want het hele gezin van elke Leviet en van elke priester diende de Heer.

19 Er was een vaste groep priesters (hun namen stonden op een lijst) die moest zorgen voor de priesters en Levieten die op de graslanden rond de priestersteden woonden en die in de namenlijsten stonden opgeschreven. 20 Dat had Hizkia zo in heel Juda bevolen. Hij deed wat zijn Heer God goed en eerlijk vond. 21 Hizkia wilde met zijn hele hart de Heer dienen. Dat wilde hij in alles wat hij deed. Het maakte niet uit of het ging om het werk in de tempel of om het gehoorzamen van de wetten en leefregels van God. Daardoor had hij in alles succes.

Openbaring 17

De vrouw en het beest

17 Eén van de zeven engelen met de zeven schalen kwam naar mij toe. Hij zei: "Kom hier. Dan zal ik je laten zien wat er gebeurt met de slechte, ontrouwe vrouw die de mensen ongehoorzaam maakt aan God. Ze zit op de zee[a] en de koningen van de aarde zijn naar haar toe gekomen. Ze hebben naar haar geluisterd en meegedaan met de slechte dingen die zij bedacht. Ze deelt haar slechtheid uit als wijn in een beker. En de mensen die op de aarde wonen, zijn dronken geworden van haar wijn."

Toen nam hij mijn geest mee naar een woestijn. Daar zag ik een vrouw op een vuurrood beest zitten. Het beest was volgeschreven met namen die God beledigen. Het had zeven koppen en tien horens. De vrouw had dure kleren aan en droeg sieraden van goud, edelstenen en parels. In haar hand hield ze een gouden beker vol wijn: de vreselijke dingen die ze deed. Op haar voorhoofd stond een naam geschreven met een verborgen betekenis: 'de grote stad Babylon'. Zij is de moeder van alle slechtheid en van alle verschrikkelijke dingen die er op aarde worden gedaan. Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de gelovigen, het bloed van de mensen die van Jezus vertellen.

Ik was erg verbaasd over wat ik zag en begreep er niets van. De engel zei tegen mij: "Waarom ben je zo verbaasd? Ik zal je vertellen wat de betekenis is van de vrouw, van het beest waar ze op zit, van de zeven koppen en van de tien horens.

Het beest dat je zag, was er eerst, maar is er nu niet. Het zal uit de bodemloze put komen en het zal vernietigd worden. En de mensen die niet vanaf het begin van de aarde opgeschreven staan in het Boek van het Leven, zullen verbaasd zijn als ze het beest zien. Want het was er eerst, en is er nu niet, maar is er toch.

Er is wijsheid voor nodig om het volgende te begrijpen: de zeven koppen zijn zeven bergen waarop de vrouw zit. 10 Ook zijn het zeven koningen. Met vijf van hen is het al afgelopen, één heerst nog, en één moet nog komen. Wanneer hij komt, zal hij maar een korte tijd regeren. 11 En het beest dat er was en er nu niet is, is een achtste koning. Maar hij is ook één van de zeven koningen en hij zal vernietigd worden. 12 De tien horens die je zag, zijn ook tien koningen. Ze regeren nog niet, maar zullen één uur lang de macht krijgen, samen met het beest. 13 Ze hebben allemaal hetzelfde plan en geven allemaal al hun macht en kracht aan het beest. 14 Ze strijden tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen. Want Hij is de machtigste Heer en de hoogste Koning. Hij zal overwinnen, samen met de mensen die bij Hem zijn in de strijd. Zij zijn door Hem uitgekozen en horen bij Hem en zijn trouw aan Hem.

15 De zee waarop je die slechte vrouw zag zitten, zijn stammen en landen en volken en talen. 16 En de tien horens van het beest die je zag, zullen de vrouw haten. Ze zullen haar alles afnemen wat ze heeft, zodat ze zelfs geen kleren meer aan heeft. Ze zullen haar vlees opeten en de resten verbranden. 17 Ze doen dat omdat God dat wil. Ze zullen allemaal al hun macht en kracht aan het beest geven, totdat alles wat God heeft gezegd, is gebeurd.

18 De slechte vrouw die je zag, is de grote stad Babylon die de koningen van de aarde in haar macht heeft."

Zacharia 13:2-9

Er zullen geen leugen-profeten meer in het land zijn

De Heer zegt: "In die tijd, zegt de Heer van de hemelse legers, zal Ik de afgoden helemaal wegdoen uit het land. De mensen zullen zelfs de namen ervan vergeten. Ook de leugen-profeten en alle andere dingen die het land bederven zal Ik uit het land wegdoen. Als iemand nog zal willen doen alsof hij een profeet is, zullen zijn eigen ouders tegen hem zeggen: 'Jij zegt wel dat je namens de Heer spreekt, maar het zijn allemaal leugens. Je mag niet in leven blijven.' En zijn eigen ouders zullen hem doden.

In die tijd zullen alle leugen-profeten voor schut komen te staan. Want wat zij zeggen, zal niet gebeuren. Ze zullen geen profetenmantel meer durven aantrekken om te doen alsof ze profeet zijn. Ze zullen zeggen: 'Nee hoor, ik ben geen profeet. Ik werk op het land. Toen ik nog kind was, heeft iemand mij gekocht om bij hem op het land te werken.' En als ze hem vragen: 'Wat zijn dat dan voor littekens op je handen?' dan zal hij zeggen: 'Die heb ik opgelopen bij mijn vrienden.' "

Gods straf voor de schapen

De Heer zegt: "De Heer van de hemelse legers zegt: Zwaard, word wakker en dood mijn herder! Dood de man die naast Mij gaat, zodat zijn schapen verdwalen.[a] Maar voor een klein deel van de kudde zal Ik blijven zorgen. Tweederde van de kudde in het hele land zal sterven. Maar één derde deel zal in het land overblijven, zegt de Heer. Dat derde deel zal Ik in het vuur van ellende houden om het te zuiveren. Net zoals je zilver en goud in het vuur houdt om het te smelten en zuiver te maken. Dan zullen ze Mij om hulp roepen en Ik zal hen antwoorden. Ik zal zeggen: 'Mijn volk!' En zij zullen zeggen: 'Onze Heer God!' "

Johannes 16

Het werk van de Heilige Geest (vervolg)

16 Ik vertel jullie dit, zodat jullie je geloof niet zullen verliezen door wat de mensen jullie aandoen. Ze zullen jullie verbieden om nog in de synagogen te komen. Ze zullen jullie doden. Ze zullen zelfs denken dat ze God daarmee een groot plezier doen. En ze zullen dat doen omdat ze de Vader en Mij niet kennen. Ik zeg het jullie nu alvast. Wanneer het dan gebeurt, zullen jullie je herinneren dat Ik jullie daar al voor gewaarschuwd had. Ik heb jullie deze dingen nog niet eerder verteld, omdat Ik nog bij jullie was. Maar nu ga Ik naar Hem die Mij heeft gestuurd. Niemand van jullie vraagt waar Ik heen ga. Want jullie zijn verdrietig geworden door wat Ik heb verteld. Maar geloof Mij: het is beter voor jullie dat Ik wegga. Want als Ik niet wegga, kan de Helper niet naar jullie toe komen. Maar als Ik wel wegga, kan Ik Hem naar jullie toe sturen. En als Hij gekomen is, zal Hij de mensen overtuigen. Hij zal hen ervan overtuigen dat ze ongehoorzaam zijn aan God, dat God rechtvaardig is en dat Hij zal rechtspreken. Hij zal hun laten zien dat ze ongehoorzaam zijn aan Hem, omdat ze niet in Mij geloven. 10 Hij zal hun laten zien dat God rechtvaardig is, omdat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet langer zien. 11 Hij zal hun laten zien dat God rechtspreekt, omdat God de heerser van de wereld heeft verslagen en veroordeeld.

12 Ik heb jullie nog veel te vertellen, maar jullie kunnen dat nu nog niet aan. 13 Maar als de Geest van de waarheid gekomen is, zal Hij jullie de hele waarheid laten zien. Want Hij zal niet Zelf bedenken wat Hij zal zeggen. Hij zal zeggen wat Hij van God moet zeggen. En Hij zal jullie vertellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. 14 Hij zal Mij eren, want Hij zal jullie vertellen over alles wat van Mij is. 15 Alles wat van de Vader is, is van Mij. Daarom zei Ik dat Hij jullie zal vertellen over alles wat van Mij is."

Jezus legt uit waarom zijn leerlingen niet verdrietig hoeven te zijn

16 Jezus zei: "Nog maar even en dan zullen jullie Mij niet meer zien. En wéér even en jullie zullen Mij weer zien. Want Ik ga naar de Vader." 17 Een paar van zijn leerlingen zeiden tegen elkaar: "Wat bedoelt Hij daarmee: 'Nog maar even en dan zullen jullie Mij niet meer zien, en wéér even en jullie zullen Mij weer zien'? En met: 'Ik ga naar de Vader'? 18 En wat is dan 'even'? We begrijpen niet wat Hij bedoelt." 19 Jezus merkte dat ze Hem iets wilden vragen. Daarom zei Hij: "Hebben jullie het er met elkaar over dat Ik zei: 'Nog even en dan zullen jullie Mij niet meer zien, en wéér even en jullie zullen Mij weer zien'? 20 Luister goed! Ik zeg jullie dat jullie vreselijk verdrietig zullen zijn. Maar de mensen die Mij niet geloven, zullen blij zijn. Jullie zullen verdrietig zijn, maar jullie verdriet zal veranderen in blijdschap. 21 Als een vrouw een kind krijgt, heeft ze pijn. Maar als het kind er eenmaal is, is ze daar zó blij mee, dat ze niet meer aan de pijn denkt. 22 Jullie hebben nu wel verdriet, maar Ik zal jullie terugzien. Dan zullen jullie blij zijn en niemand kan jullie die blijdschap afnemen. 23 Dan zullen jullie Mij niets meer vragen omdat jullie dan alles begrijpen. Luister goed! Ik zeg jullie dat als jullie de Vader om iets zullen bidden, dan zal Hij het jullie geven omdat jullie bij Mij horen. 24 Tot nu toe hebben jullie nooit God om iets gebeden omdat jullie bij Mij horen.[a] Doe dat, dan zullen jullie krijgen wat jullie bidden, zodat jullie heel erg blij zullen zijn.

25 Ik heb jullie hier al over verteld in de vorm van verhalen. Maar er komt een moment dat Ik jullie niet meer met verhalen over de Vader zal vertellen. Dan zal alles helder en duidelijk zijn. 26 Dan zullen jullie de Vader om iets bidden omdat jullie bij Mij horen. Ik zeg niet dat Ík voor jullie iets aan de Vader zal vragen. 27 Want de Vader houdt Zelf van jullie, omdat jullie van Mij houden en hebben geloofd dat Ik bij God vandaan ben gekomen. 28 Ik ben bij de Vader vandaan gekomen en naar de aarde gegaan. Ik ga ook weer van de aarde weg, terug naar de Vader."

29 Zijn leerlingen zeiden: "Nu is het helemaal duidelijk wat U zegt, nu U niet meer in de vorm van verhalen vertelt. 30 Nu weten we dat U alles weet. Het is voor U niet nodig dat iemand U iets vraagt. U weet alles al. Daarom geloven we dat U bij God vandaan bent gekomen." 31 Jezus antwoordde: "Geloven jullie het nu? 32 Let op, nu is het moment gekomen dat jullie uit elkaar gejaagd zullen worden. Jullie zullen allemaal naar huis vluchten. Mij zullen jullie in de steek laten. En toch ben Ik niet alleen, want de Vader is bij Mij. 33 Ik heb jullie dit allemaal gezegd, zodat mijn vrede in jullie zou kunnen zijn. Jullie zullen in de wereld veel moeilijkheden hebben. Maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen."

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016