Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

M’Cheyne Bible Reading Plan

The classic M'Cheyne plan--read the Old Testament, New Testament, and Psalms or Gospels every day.
Duration: 365 days
Het Boek (HTB)
Version
Deuteronomium 22

Andere regels

22 ‘Als u ziet dat een os of een schaap van iemand verdwaalt, doe dan niet alsof u het niet ziet, maar breng het dier terug naar zijn eigenaar. Als u niet weet wie de eigenaar is of hij woont ver weg, neem het dan mee naar uw eigen huis en houd het daar tot de eigenaar het dier komt zoeken en geef het hem dan terug. Hetzelfde geldt voor ezels, kleding of iets anders dat u vindt. Bewaar het voor de eigenaar en onttrek u niet aan uw verantwoordelijkheid. Als u iemand bezig ziet een os of een ezel overeind te krijgen, nadat het dier is gaan liggen, kijk dan niet de andere kant op. Ga erheen en help hem!

Een vrouw mag geen mannenkleren dragen en een man geen vrouwenkleren. Dat is iets afschuwelijks in de ogen van de Here, uw God.

Als u een vogelnest op de grond ziet liggen of u ziet er een in een boom en er zitten jonge vogels of eieren in, waar de moeder in het nest op zit, haal dan niet de moeder en haar jongen weg. Laat haar gaan en neem alleen de jongen. De Here zal u daarvoor zegenen.

Als u een nieuw huis bouwt, moet u een borstwering rond het platte dak maken om te voorkomen dat iemand eraf valt en u zo de schuld over uw huis brengt. Zaai geen andere gewassen tussen de planten in uw wijngaard. Als u dat wel doet, zullen de gewassen en de druiven door de priesters in beslag worden genomen. 10 Ploeg niet met een os en een ezel in hetzelfde tuig. 11 Draag geen kleren die van twee soorten stof zijn gemaakt, wol en linnen bijvoorbeeld. 12 U moet franjes maken aan de vier hoeken van de mantel die u draagt.

Regels rond het huwelijk

13,14 Als een man met een meisje trouwt en—na met haar te hebben geslapen—haar een slechte naam bezorgt door haar te beschuldigen van eerder seksueel contact met een man, door te zeggen: “Zij was geen maagd toen ik met haar trouwde,” 15 zullen haar ouders het bewijs van haar maagdelijkheid bij de stadsrechters brengen. 16 Haar vader zal tegen hen zeggen: “Ik gaf mijn dochter als vrouw aan deze man en omdat hij haar haat, brengt hij haar nu in opspraak. 17-19 Hij beschuldigt haar van schaamteloze dingen. Hij zegt dat zij geen maagd was toen zij met hem trouwde. Maar hier is het bewijs dat zij dat wel was.” Zij zullen het kleed dan voor de leiders van de stad uitspreiden. Daarop zullen de rechters de man laten geselen en hem veroordelen tot een boete van vijfhonderdvijftig gram zilver, die hij aan de vader van het meisje moet betalen omdat hij een maagd uit het volk van Israël vals heeft beschuldigd. Zij zal zijn vrouw blijven en hij mag nooit van haar scheiden. 20 Maar als de beschuldigingen van de man terecht waren en zij inderdaad geen maagd was, 21 moeten de mannen van de stad haar naar de deur van haar vaders huis brengen en haar daar stenigen. Zij is immers schuldig aan een schandelijke daad in Israël door in het huis van haar vader gemeenschap met een man te hebben gehad. Een dergelijk kwaad moet uit uw midden worden weggedaan.

22 Als een man wordt betrapt op overspel met een getrouwde vrouw, moeten hij en de vrouw worden gedood, op die manier zal het kwaad uit Israël worden weggedaan. 23,24 Als een verloofd meisje binnen de muren van een stad door een man wordt verleid en zij gaat met hem naar bed, moeten zij en de man die haar heeft verleid buiten de stadsmuren worden gestenigd, het meisje omdat zij niet om hulp heeft geschreeuwd en de man omdat hij zich vergrepen heeft aan de verloofde van een ander. Zo zult u het kwaad uit uw midden verwijderen. 25-27 Maar als die daad buiten op het land plaatsheeft, moet alleen de man sterven. Het meisje is even onschuldig als het slachtoffer van een moord. Want er moet worden aangenomen dat zij heeft geschreeuwd, maar dat er niemand was die haar daar kon horen en haar te hulp kon komen. 28 Als een man een meisje verkracht dat niet verloofd is en hij wordt op heterdaad betrapt, 29 dan moet hij de vader van het meisje tweehonderdvijfenzeventig gram zilver als smartengeld betalen en met haar trouwen, hij mag nooit van haar scheiden.

30 Een man mag niet trouwen met een vrouw die aan zijn vader heeft toebehoord, want dan schendt hij diens eer en recht.’

Psalmen 110-111

110 Een psalm van David.

Dit sprak de Here tot mijn Heer:
‘Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand,
totdat Ik uw vijanden aan u onderworpen heb.’
De Here laat u machtig heersen vanuit Sion.
U bent de overwinnaar over al uw tegenstanders.
Uw volk volgt u graag
als u het oproept voor de strijd.
Al heel vroeg in de morgen verschijnen
de sterke jongemannen in prachtige kleding.
De Here heeft een eed afgelegd
waarvan Hij nimmer spijt krijgt:
‘U bent de eeuwige priester,
zoals ook Melchisedek mijn priester was.’
De Here is aan uw rechterzijde
en verlaat u niet.
Op de dag van zijn toorn
vernietigt Hij de koningen van deze aarde.
Hij spreekt het vonnis over de ongelovigen uit
en de lijken stapelen zich op.
Hij vernietigt hen, waar zij ook zijn.
Onderweg lest Hij zijn dorst bij een beek
en Hij draagt het hoofd fier opgeheven.

111 Prijs de Here!
Met mijn hele hart prijs ik de Here
te midden van de gelovigen en in de samenkomsten.
Alles wat de Here heeft gemaakt,
is geweldig groot
en wie Hem liefhebben,
zullen daar voortdurend over nadenken.
Alles wat Hij doet,
beschrijft zijn macht en heerlijkheid en majesteit.
Hij blijft tot in eeuwigheid de rechtvaardige.
Hij wil ook dat wij altijd
zijn wonderen in herinnering houden.
De Here is vol genade en liefdevol meeleven.
Wie ontzag voor Hem hebben,
ontvangen voedsel van Hem.
Nooit zal Hij zijn verbond vergeten.
Hij toonde zijn volk zijn kracht en grote daden,
door hun het hele land te geven
dat voorheen aan de heidenen toebehoorde.
Alles wat Hij doet,
bevat waarheid en rechtvaardigheid.
Elk woord dat Hij beveelt,
is betrouwbaar.
Wat Hij zegt,
staat voor eeuwig vast.
Hij doet het ook
en het is altijd getrouw aan de waarheid
en volkomen oprecht.
Hij heeft zijn volk bevrijd,
zijn verbond ligt voor eeuwig vast.
Zijn naam is heilig
en alle ontzag waard.
10 Het diepe ontzag voor de Here
is de eerste voorwaarde om ware wijsheid te verkrijgen.
Ieder die ontzag voor de Here heeft,
krijgt van Hem verstand en inzicht.
De eer van de Here
wordt voor eeuwig hoog gehouden.

Jesaja 49

Gods antwoord op gebed

49 Luister naar mij, bewoners van verre landen: de Here riep mij, voordat ik werd geboren. Vanuit de schoot van mijn moeder riep Hij mij bij de naam. God zal de veroordelingen die ik u laat horen, scherp als zwaarden maken. Hij heeft mij verborgen in de schaduw van zijn hand, ik ben als een scherpe pijl in zijn pijlkoker. Hij zei tegen mij: ‘U bent mijn dienaar, Israël. In u zal Ik mijn glorie laten zien!’ Ik antwoordde: ‘Maar mijn werk voor hen lijkt zo nutteloos, ik heb mijn krachten voor hen ingezet, maar ik kreeg geen enkele reactie. Mijn beloning laat ik aan God over.’ Toen sprak de Here, die mij in de schoot van mijn moeder vormde als zijn dienaar. Hij gaf mij de opdracht zijn volk Israël bij Hem terug te brengen en heeft mij de kracht en het aanzien gegeven om deze taak uit te voeren. De Here zei: ‘U zult meer doen dan alleen Israël bij Mij terugbrengen. Ik zal u maken tot een licht voor alle volken van de wereld, om redding te brengen tot in de verste uithoeken van de aarde.’

De Here, de redder en Heilige van Israël, zegt tegen hem die diep wordt veracht, van wie de mensen een afkeer hebben en die onderworpen is aan aardse heersers: ‘Koningen zullen opstaan als u voorbij komt, prinsen zullen diep buigen, omdat de Here u heeft uitgekozen, Hij, de trouwe Here, de Heilige van Israël, kiest u uit.’

8,9 De Here zegt: ‘Op het goede moment verhoor Ik uw gebed, op de dag van redding kom Ik u te hulp. Ik zal u tegen gevaar beschermen en u als een teken aan Israël geven, als bewijs dat Ik het land Israël weer zal herstellen en het aan zijn oorspronkelijke bewoners zal teruggeven. Via u zeg Ik tegen de gevangenen van de duisternis: kom naar buiten! Ik geef u uw vrijheid terug! Zij zullen overal voedsel vinden, op kale heuvels vinden ze zelfs iets te eten. 10 Zij zullen geen honger of dorst lijden, de brandende zon en de schroeiende woestijnwinden zullen hen niet meer bereiken, want de Here zal hen leiden naar waterbronnen. 11 Ik zal mijn bergen voor hen tot vlakke paden maken, de wegen zullen dalen overbruggen. 12 Kijk, mijn volk zal vanuit het oosten, het noorden en het westen terugkeren.’

13 Hemelen zing van blijdschap, jubel, o aarde. Barst uit in een lied, o bergen, want de Here heeft zijn volk getroost en zal medelijden hebben met zijn volk dat zo zwaar verdrukt werd. 14 Toch zeggen zij: ‘De Here heeft ons verlaten, Hij is ons vergeten.’ 15 Nooit! Kan een moeder haar kleine kind vergeten en niet van haar eigen zoon houden? Ook al zou dat kunnen, dan zou Ik u nog niet vergeten. 16 Kijk maar, Ik heb uw naam in mijn handpalm gekerfd, de verwoeste muren van Jeruzalem staan Mij voortdurend voor ogen. 17 Uw herbouwers zullen binnenkort komen en allen wegjagen die u verwoestten. 18 Kom en zie, de Here zegt: zo waar als Ik leef, al uw vijanden zullen komen om uw slaven te zijn. Zij zullen zijn als uitgestalde juwelen, als de sieraden van een bruid. 19 Zelfs de meest troosteloze gedeelten van uw verlaten land zullen spoedig wemelen van uw mensen en uw vijanden die u tot slaven maakten, zullen ver weg zijn. 20 De generaties die in ballingschap zijn geboren, zullen terugkomen en zeggen: ‘We hebben meer ruimte nodig! Het is hier overbevolkt!’ 21 Dan zult u denken: ‘Wie heeft mij dit allemaal gegeven? Want het merendeel van mijn kinderen was gedood en de rest werd in ballingschap weggevoerd, mij eenzaam achterlatend. Wie bracht hen ter wereld? Wie voedde hen voor mij op?’

22 De Here God zegt: ‘Ik zal de vreemde volken een teken geven en zij zullen uw zonen in hun armen en uw dochters op hun schouders bij u terugbrengen. 23 Koningen en koninginnen zullen u dienen, zij zullen in al uw behoeften voorzien. Zij zullen tot op de grond voor u buigen en het stof van uw voeten likken, dan zult u weten dat Ik de Here ben. Zij die het van Mij verwachten, zullen nooit beschaamd worden.’

24 Wie kan een prooi uit de handen van een machtige man grijpen? Wie kan van een tiran eisen dat hij zijn gevangenen vrijlaat? 25 Maar de Here zegt: ‘Zelfs de gevangenen van de machtigste en hardvochtigste tiran zullen worden bevrijd, want Ik zal vechten tegen hen die u bevechten en Ik zal uw kinderen redden. 26 Ik zal uw vijanden hun eigen vlees te eten geven en zij zullen dronken worden van de stromen van hun eigen bloed. De hele wereld zal goed weten dat Ik, de Here, uw redder en verlosser ben, de Machtige van Israël.’

Openbaring 19

Voor God is alle eer en macht

19 Toen hoorde ik uit de hemel het geluid als van een grote menigte die zei: ‘Loof God! Van Hem komt alle redding! Voor Hem is alle eer en macht! Zijn oordelen zijn betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft de grote hoer veroordeeld die de aarde met haar ontucht in het verderf gestort heeft. Hij heeft de dood van zijn dienaren op haar gewroken. Prijs God! De rook van haar puinhopen zal voor altijd en eeuwig blijven opstijgen.’

De vierentwintig ouderlingen en de vier wezens knielden in aanbidding neer voor God die op de troon zit, en zeiden: ‘Amen! Prijs God!’ Een stem vanaf de troon zei: ‘Alle dienaren van God en allen die ontzag voor Hem hebben, klein en groot, prijs God!’

Daarna hoorde ik een grote menigte. Het leek wel op het geluid van een enorme waterval of van zware donderslagen. ‘Prijs God,’ zeiden zij. ‘De Here, onze Almachtige God, regeert! Laten wij blij zijn en juichen en Hem eren, want de tijd van de bruiloft van het Lam is aangebroken en zijn bruid staat klaar. Zij mocht een kleed van schitterend wit linnen aantrekken. Dat fijne linnen staat voor de goede daden van de gelovigen.’

De engel zei tegen mij: ‘Schrijf op: Gelukkig zijn de mensen die uitgenodigd zijn voor het bruiloftsmaal van het Lam.’ En hij voegde eraan toe: ‘Dit zegt God, die altijd de waarheid spreekt.’ 10 Ik viel voor hem neer om hem te aanbidden, maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar van Jezus, net als u en uw broeders en zusters die openlijk voor hun geloof in Jezus uitkomen. Aanbid God.’ Want de kern van alle profetie is uitkomen voor het geloof in Jezus.

11 Ik zag dat de hemel geopend was en plotseling zag ik een wit paard. Hij die erop zat, heet Trouw en Oprechtheid. In zijn oordeel en in de strijd is Hij rechtvaardig. 12 Zijn ogen zijn als laaiend vuur en op zijn hoofd draagt Hij vele kronen. Hijzelf is de enige die de naam kent die op Hem geschreven is. 13 Het kleed dat Hij draagt, is in bloed gedrenkt. De naam waarmee Hij wordt aangesproken, is: Woord van God. 14 De hemelse legers volgen Hem op witte paarden, zij hebben kleren van zuiver wit linnen aan. 15 Uit zijn mond komt een scherp zwaard, waarmee Hij de vijandige volken zal neerslaan. Hij zal hen met een ijzeren staf regeren en hen vertrappen in de wijnpers van de grimmige toorn van de Almachtige God. 16 Op zijn kleed en op zijn dij staat deze naam: ‘Koning over alle koningen en Heer over alle heren.’

17 Ik zag een engel midden in de zon staan. Met zijn sterke stem riep hij naar alle vogels die op het hoogste punt van de hemel vlogen: ‘Kom bij elkaar voor Gods grote maal! 18 Jullie mogen het vlees eten van koningen, generaals en helden, van paarden en hun ruiters, van vrijen en slaven, van kleinen en groten.’

19 Ik zag het beest samen met de koningen van de aarde. Zij hadden hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen zijn leger. 20 Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die onder het oog van het beest wondertekenen had gedaan, waardoor alle mensen werden verleid die het teken van het beest droegen en het standbeeld van het beest aanbaden. Het beest en de valse profeet werden levend in het meer van brandende zwavel gegooid. 21 Heel hun aanhang werd gedood door het zwaard uit de mond van Hem die op het paard zat. En alle vogels deden zich tegoed aan hun vlees.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.