Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Chronological

Read the Bible in the chronological order in which its stories and events occurred.
Duration: 365 days
BasisBijbel (BB)
Version
Psalmen 56

Psalm 56

Voor de leider van het koor. Een prachtig lied van David, op de wijs van: 'De duif in de verre eikenbomen'. Hij maakte dit lied toen de Filistijnen hem bij Gat gevangen hadden genomen.[a]

God, heb medelijden met mij,
want de mensen willen me doden.
De hele dag word ik achtervolgd.
De hele dag ben ik in gevaar,
want ik heb heel veel vijanden, Allerhoogste God!
Maar als ik bang ben, vertrouw ik op U.
Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord.
Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn.
Wat zou een mens mij kunnen doen?

De hele dag verdraaien ze wat ik gezegd heb.
Ze proberen me in de val te laten lopen.
Ze bespioneren me en letten op elke stap die ik zet.
Ze loeren op mijn leven!
Zouden mensen die zó slecht zijn hun straf kunnen ontlopen?
God, sla hen neer in uw boosheid!

U heeft gezien hoe ik heb rondgezworven.
U bewaart al mijn tranen in een kruik.
Hun aantal heeft U opgeschreven in uw boek.
10 Als ik U om hulp roep, slaan mijn vijanden op de vlucht.
Want ik weet zeker dat U voor mij zorgt.
11 Ik vertrouw op U en ik prijs uw woord.
Ik vertrouw op U, Heer, en ik prijs uw woord.
12 Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn.
Wat zou een mens mij kunnen doen?

13 Ik weet wat U mij heeft beloofd.
Daarom zal ik U danken en prijzen.
14 Want U heeft mijn leven gered.
Dankzij U ben ik niet gevallen.
Zo kan ik dicht bij U zijn en leven.

Psalmen 120

Psalm 120

Een pelgrimslied.[a]

Heer, toen ik bang was, riep ik U om hulp
en U heeft mij gered.
Heer, red mij van de mensen
die leugens over me rondvertellen.

Leugenaars, weten jullie wel
wat het gevolg zal zijn van jullie leugens?
De Heer zal jullie treffen met scherpe pijlen,
met gloeiende kolen!
Ik vind het vreselijk dat ik in een ver land moet wonen,
in het land van Mesech, bij het volk van Kedar.
Ik woon al veel te lang
bij mensen die de vrede haten.
Ik wil alleen maar vrede.
Maar ik kan met hen niet over vrede spreken.
Zij willen alleen maar strijd.

Psalmen 140-142

Psalm 140

Een lied van David. Voor de leider van het koor.

Red me, Heer, van de slechte mensen.
Bescherm me tegen mensen die geweld gebruiken,
die altijd slechte dingen van plan zijn
en de hele dag ruzie zoeken.
Hun tong is zo scherp als die van een slang.
Hun woorden lijken wel vergif.
Bescherm mij, Heer, tegen de mensen die zich niets van U aantrekken.
Bescherm mij tegen hun geweld.
Ze proberen mij ten val te brengen.
Ze zetten allerlei vallen voor me op
en hopen dat ik er in zal lopen.

Maar U bent mijn God en ik vertrouw op U.
Heer, luister hoe ik U om hulp smeek.
Heer, uw kracht zal me redden.
U beschermt me in de strijd.
Heer, red me van mijn vijanden.
Laat hun plannen mislukken,
zodat ze zich niet zullen verheugen.
10 Zorg dat hunzelf overkomt
wat ze mij willen aandoen.
11 Laat het gloeiende kolen op hen regenen.
Laat hen in het vuur vallen,
of in een diepe kuil waar ze nooit meer uit komen.
12 Vernietig de mensen die leugens over anderen rondvertellen.
Verjaag hen die geweld gebruiken,
totdat er niets meer van hen over is.

13 Ik weet dat de Heer opkomt voor de arme en verdrukte mensen.
Hij is een rechtvaardige Rechter.
14 De mensen die leven zoals U het wil, zullen U prijzen.
Ze zullen dicht bij U mogen wonen.

Psalm 141

Een lied van David.

Heer, ik roep U om hulp. Kom toch gauw!
Luister naar mij als ik U om hulp roep!
Ontvang mijn gebed als een wierook-offer.
Mijn opgeheven handen zijn het avond-offer.

Heer, zet een bewaker bij mijn mond,
die de deur van mijn lippen bewaakt.
Houd mij weg van het kwaad.
Laat me niet meedoen met slechte mensen,
ook al is de verleiding soms nog zo groot.
Als een rechtvaardig mens mij straft,
dan doet hij dat uit liefde.
Als slechte mensen me kwaad doen,
zal ik voor hen bidden.
Als hun leiders de doodstraf krijgen
en van de rotsen worden gegooid,
zal ik nog goede dingen over hen zeggen.[a]
We staan op de rand van de dood:
het is alsof onze botten al overal verspreid liggen,
zoals kluiten aarde op de akker
nadat de boeren het land hebben omgeploegd.
Maar ik kijk naar U uit, Heer, en vertrouw op U.
Laat me niet sterven.
Bescherm me tegen elke val
die slechte mensen voor mij hebben opgezet.
10 Laat hen in hun eigen valkuil vallen,
maar laat mij ontsnappen.

Psalm 142

Een gedicht van David, om iets van te leren. Hij maakte het toen hij in de grot was.[b] Een gebed.

Heer, ik roep luid tot U.
Smekend roep ik tot U.
Ik stort mijn hart bij U uit.
Ik vertel U al mijn moeilijkheden.
Ik ben wanhopig, maar U weet wat ik moet doen.
Overal waar ik ga, hebben mijn vijanden vallen voor me opgezet.
Ik zoek hulp, maar niemand komt me helpen.
Ik kan nergens heen.
Niemand wil me beschermen.
Ik roep tot U, Heer:
"U bent mijn schuilplaats. Bij U ben ik veilig.
U bent alles voor mij in dit leven.”
Luister naar mij, Heer, want ik ben wanhopig.
Red me van de mensen die me achtervolgen,
want ze zijn sterker dan ik.
Ik kan geen kant meer op! Red me!
Dan zal ik U prijzen,
samen met de mensen die leven zoals U het wil,
omdat U goed voor me bent geweest.

BasisBijbel (BB)

© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016