Print Page Options
Previous Prev Day Next DayNext

Bible in 90 Days

An intensive Bible reading plan that walks through the entire Bible in 90 days.
Duration: 88 days
Het Boek (HTB)
Version
Spreuken 20:22 - Prediker 2:26

22 Zeg niet dat u het onrecht zult wreken, wacht liever op de Here, want Hij zal u bijstaan.
23 De Here verafschuwt ongelijke gewichten en een weegschaal waarmee geknoeid is, is een zonde.
24 De Here bepaalt het leven van de mens, dus hoe zou de mens zijn levensweg kunnen begrijpen?
25 Mensen maken gemakkelijk de fout God iets te beloven, om daarna pas te beseffen wat zij hebben gezegd.
26 Een verstandige koning ontdoet zich van goddelozen en straft hen zwaar.
27 De Here heeft de mens het vermogen gegeven zelf een licht te werpen op zijn diepste gedachten en beweegredenen.
28 Goedheid en liefde voor de waarheid zijn van levensbelang voor de koning, op die goedheid steunt zijn troon.
29 Het sieraad van de jeugd is kracht, dat van de ouderen het grijze haar.
30 Alleen zware straffen kunnen een boosdoener zuiveren, alleen slagen die hem diep treffen, kunnen zijn innerlijk veranderen.

21 Het hart van de koning ligt in de hand van de Here, als een waterloop kan het naar alle kanten worden gebogen, zodat de koning precies doet wat de Here wil.
Mensen leven zoals zij denken dat het goed is, maar de Here kijkt dieper, Hij ziet wat in het hart omgaat.
Rechtvaardigheid en wetshandhaving zijn in de ogen van de Here beter dan offers.
Hooghartige blikken, trotse harten en alles wat een goddeloze nog meer doet, is zonde.
Een vlijtig mens krijgt alles wat hij nodig heeft, ja, zelfs nog meer dan dat, maar armoede wacht hem die heel snel heel veel wil hebben.
Wie met leugen en bedrog zijn fortuin wil maken, hoeft niet op succes te rekenen en stelt zijn leven in de waagschaal.
De goddelozen worden met gelijke munt terugbetaald, omdat zij weigeren ieder het zijne te geven.
Een slecht mens leidt een zondig leven en een goed mens leeft tot eer van God.
Het is beter op een hoek van het platte dak te wonen, dan in één huis met een ruziezoekende vrouw.
10 De goddeloze is helemaal gericht op zondigen, zelfs zijn naaste of vriend ontziet hij daarbij niet.
11 Als een spotter gestraft wordt, komt hij weer op het goede pad en wordt verstandig. Als een verstandig mens onderwezen wordt, dan neemt hij dat ter harte.
12 De rechtvaardige doet er goed aan op te letten hoe het de goddeloze vergaat, want God zal de goddelozen in het verderf storten.
13 Wie zijn oren dichtstopt voor het hulpgeroep van de armen, wordt zelf ook niet verhoord, wanneer hij om hulp roept.
14 Een geschenk dat onopvallend wordt gegeven, helpt de woede bekoelen.
15 Een oprecht mens vindt voldoening in rechtvaardigheid, maar voor boosdoeners is dat een verschrikking.
16 Een mens die de goede weg verlaat, kan tot de doden worden gerekend.
17 Wie uitsluitend pleziertjes najaagt, staat armoede te wachten. Wie houdt van drank en overdaad, wordt nooit rijk.
18 De goddeloze moet boeten in plaats van de rechtvaardige, de trouweloze boet voor de oprechte.
19 Het is beter in de woestijn te wonen dan bij een ruziënde en kijvende vrouw.
20 De wijze beschikt over voldoende geld en heerlijk ruikende olie, een dwaas mens zou dat er in korte tijd doordraaien.
21 Wie zijn best doet ieder het zijne te geven en gul te zijn, krijgt alles wat hij nodig heeft, het leven en aanzien.
22 Een wijze weet een sterke stad te bedwingen en overwint de sterke mannen waarop de stad vertrouwde.
23 Wie zijn mond en tong in bedwang houdt, vrijwaart zich van problemen.
24 Een hoogmoedige opschepper, in feite een spotter, laat zich leiden door hooghartigheid en drift.
25 De manier van leven van de luiaard leidt hem naar de ondergang, hij weigert met zijn handen te werken.
26 De begerige hunkert de hele dag naar meer en mooier, maar de rechtvaardige geeft ieder het zijne en houdt niets achter.
27 Het offer van een goddeloze is op zichzelf al een gruwel, laat staan als hij een offer brengt met in zijn achterhoofd een schandelijk plan.
28 Een valse getuige loopt de dood in de armen, maar een man die eerlijk vertelt wat hij weet, is overwinnaar.
29 Een goddeloze doet zijn eigen zin, maar een oprecht mens leeft bewust met God.
30 Geen menselijke wijsheid, verstand of overleg is te vergelijken met de Here.
31 Je kunt wel paarden optuigen voor de strijd, maar de Here beslist wie overwint.

22 Een goede reputatie is belangrijker dan grote rijkdom, goed bekend staan is belangrijker dan zilver en goud.
Rijke en arme mensen leven met elkaar en hebben elkaar nodig, de Here heeft hen allemaal gemaakt.
Een bedachtzaam en verstandig mens ziet het dreigende gevaar en verbergt zich, maar onverstandigen blijven gewoon doorgaan en worden dus gestraft.
De beloning voor nederigheid en eerbiedig ontzag voor de Here bestaat uit rijkdom, aanzien en uitzicht op het leven.
Wie de verkeerde weg gaat, vindt struikelblokken op zijn weg. Wie bij God blijft, ontloopt dat alles.
Leer een kind al vroeg wat hij moet weten, dan zal hij later daarnaar leven.
De rijke heerst over de arme en wie leent staat in het krijt bij de uitlener.
Wie onrecht zaait, zal problemen maaien, zo zal zijn woede tot een einde komen.
Wie vriendelijk is, zal worden gezegend, hij deelde immers zijn brood met de hongerige.
10 Verdrijf de spotter, dan komt er een einde aan de ruzie, het beschamende meningsverschil zal ophouden.
11 De koning is een vriend van de man met een oprecht hart, die oprechte gedachten tot uitdrukking brengt.
12 De ogen van de Here waken over de ware wijsheid, maar Hij keert Zich krachtig tegen de mensen die Hem ontrouw zijn.
13 De luiaard verzint allerlei uitvluchten. ‘Ik kan niet gaan werken,’ zegt hij, ‘er loopt een leeuw buiten. Dat is mij te gevaarlijk.’
14 Vleiende woorden van een onbekende vrouw zijn als een diepe gracht, wie zich de woede van de Here op de hals haalt, valt daarin.
15 Onbezonnenheid is kenmerkend voor de jeugd, alleen straf kan iemand daarvan bevrijden.
16 Wie zichzelf verrijkt door de arme uit te buiten en gelijk een rijke geschenken geeft, zal zelf met de armoede kennismaken.
17 Luister goed naar deze wijze uitspraken en stel uw hart open voor mijn kennis en inzicht.
18 Want het is goed als u die in uw hart sluit, dan zullen ze ook uw woorden beïnvloeden.
19 Ik geef deze wijsheden aan u door, zodat u leert de Here in alles te vertrouwen.
20 Heb ik u geen hoogstaande dingen geschreven, vol wijze raad en diep inzicht?
21 Zo kunt u kennismaken met de zekerheid die de waarheid biedt, dan kunt u hen die u om raad vragen, naar waarheid antwoorden.
22 Beroof de arme niet omdat hij arm is, verpletter de noodlijdende niet voor de rechtbank.
23 Want de Here zal als hun beschermer optreden en hun berovers doden.
24 Mijd het gezelschap van een driftkop en ga niet om met een heethoofd,
25 anders loopt u het risico net zo te worden, wat u naar de ondergang voert.
26 Schaar u niet onder degenen die met een handklap te kennen geven zich garant te stellen voor schulden.
27 Want waarom het risico lopen dat de schuldeiser uw bed afneemt, omdat u niet kunt betalen?
28 Houd u aan de morele grenzen die al van oudsher gelden.
29 Kent u iemand die een goed vakman is? Hij zal succes hebben en voor koningen werken.

23 Wanneer u bij een hooggeplaatste aan tafel zit, let dan op wat u wordt voorgezet.
Beheers u als u een liefhebber van lekker eten bent,
laat u niet het hoofd op hol brengen door dat heerlijke eten, want weelde is maar al te verlokkelijk.
Doe geen moeite rijk te worden, u kunt uw gaven beter voor iets anders gebruiken.
Staar u niet blind op rijkdom, die in feite niets voorstelt. Rijkdom is ook maar vergankelijk. Zoals een vogel opvliegt, kan het weer verdwijnen.
Eet niet bij een vrekkig en jaloers mens, staar u niet blind op al zijn heerlijke eten.
Hij houdt zijn gedachten voor zichzelf en al nodigt hij u vriendelijk uit, in zijn hart meent hij dat niet.
U zou er spijt van krijgen dat u daar gegeten hebt en uw vriendelijke woorden zouden zijn verspild.
Praat niet tegen een dwaas, want hij heeft geen enkele waardering voor de wijsheid van uw woorden.
10 Houd u aan de morele grenzen die al van oudsher gelden en blijf van de bezittingen van wezen af.
11 Want God, hun Verlosser, is sterk, Hij zal hen tegen u in bescherming nemen.
12 Open uw hart voor wijze lessen en spits uw oren als er verstandig wordt gesproken.
13 Aarzel niet een jongen te straffen, van een pak slaag gaat hij echt niet dood.
14 Door hem af en toe te straffen kunt u hem voor de ondergang behoeden.
15 Mijn zoon! Reken maar dat ik blij ben als ik zie dat je je verstandig gedraagt.
16 Als ik je oprechte dingen hoor zeggen, zindert de blijdschap door mij heen.
17 Wind je niet op over zondaars, leef voortdurend in eerbiedig ontzag voor de Here.
18 Want je kunt er zeker van zijn dat je een beloning wacht, je komt niet bedrogen uit als je op God vertrouwt.
19 Luister goed, mijn jongen! Wees verstandig en richt je volledig op Gods wil voor je leven.
20 Houd je afzijdig van drinkebroers en veelvraten,
21 want dat soort mensen staat armoede te wachten, hun roes brengt hen tot de bedelstaf.
22 Luister naar je vader die je heeft verwekt, en kijk niet op je moeder neer, wanneer zij oud geworden is.
23 Maak je de waarheid eigen tot elke prijs en houd haar, koste wat het kost, vast. Hetzelfde geldt voor wijsheid, onderwijzing en verstand.
24 Een rechtvaardige zoon doet zijn vader enorm veel plezier. Wie een wijze zoon krijgt, mag blij en dankbaar zijn.
25 Maak je vader blij en ook je moeder die jou ter wereld bracht.
26 Mijn zoon, stel je hart voor mij open en let goed op hoe ik leef.
27 Want een hoer is een diepe, verraderlijke gracht en een vrouw die niet van jou is, is een smalle put waaruit geen ontsnapping mogelijk is.
28 Als een rover loert zij rond en zij is de oorzaak dat velen God ontrouw worden.
29 Wie klagen steen en been? Wie maken doorlopend ruzie en raken zonder reden verwond? Wie bekijken de wereld door roodomrande ogen?
30 Dat zijn de mensen die zich tot in de kleine uurtjes te buiten gaan aan wijn en sterke drank.
31 Verlang niet naar de wijn, die rood fonkelt en heerlijk geurt in de beker, die drinkt wel heel gemakkelijk,
32 maar bijt uiteindelijk als een slang en spuwt gif als een adder.
33 Dan ga je kijken naar dingen die niet van jou zijn, en je mond zal vuile taal spuien.
34 Je voelt je dan alsof je op een schip bent en alles draait om je heen.
35 Je zult zeggen: ‘Ze hebben me geslagen en op me losgebeukt zonder dat ik iets merkte. Wanneer word ik weer wakker? Ik ben hard toe aan een slokje wijn.’

24 Wees niet jaloers op de boosdoeners en houd je afzijdig van hen,
in hun hart huist verwoesting en hun woorden klinken onheilspellend.
Een huisgezin wordt opgebouwd met wijsheid en door verstand in stand gehouden,
inzicht en bedachtzaamheid vullen het met liefde en kostbaarheden.
Een verstandig man bezit een sterke geest en inzicht is belangrijker dan brute kracht.
Want door goed overleg kun je de oorlog in jouw voordeel beslissen, betrouwbare adviseurs zijn de basis van de overwinning.
Een dwaas gaat alle wijsheid boven de pet, daarom zwijgt hij in besprekingen.
Wie van plan is iets verkeerds te doen, wordt een uitvinder van schandelijke verzinsels genoemd.
De gedachten van een dwaas zijn zonde, de mens verafschuwt een spotter.
10 Ga je door de knieën wanneer het erop aan komt, dan blijkt je kracht tekort te schieten.
11 Bevrijd hen die weggeleid worden om gedood te worden, doe alles om hun leven te redden.
12 Als je zegt: ‘Ik kan er ook niets aan doen,’ zal God, die de harten ziet en de diepste beweegredenen kent, dan niet beter weten? Want God zal de mensen vergelden naar wat zij hebben gedaan.
13 Eet honing, mijn zoon! Want die is goed en smaakt zoet.
14 Net zo zoet is de wijsheid voor jou en als je je die wijsheid eigen maakt, wacht je een beloning, je hoop op God is dan niet tevergeefs.
15 Goddeloze! Loer niet op de rechtvaardige! Gebruik geen geweld tegen zijn woonplaats.
16 Want de rechtvaardige kan vaak vallen, maar zal net zo vaak weer opstaan. De goddelozen zullen echter over hun eigen wandaden struikelen.
17 Wees niet blij wanneer je vijand ten val komt, voel geen vreugde wanneer hij struikelt.
18 Want als de Here dat ziet, kan Hij daar boos om worden en zijn toorn van je vijand afnemen.
19 Wind je niet op over boosdoeners en word niet jaloers op goddeloze mensen,
20 want de boosdoener krijgt geen beloning en het leven van de goddeloze is maar kort.
21 Koester ontzag voor de Here en voor de koning, mijn zoon, sluit je niet aan bij rebellen en opstandelingen.
22 Want zij zullen onverwacht vernietigd worden en wie weet welke straf hun wacht?

23 Ook de volgende spreuken zijn afkomstig van wijzen.

Het is verkeerd om in de rechtspraak partijdig te zijn.
24 Wie een goddeloze onschuldig verklaart, wordt door de oprechte mensen vervloekt en haalt zich de woede van alle volken op de hals.
25 Maar wie hem veroordelen, zal het goed gaan, zij worden gezegend met voorspoed.
26 Men kust degene die oprechte antwoorden geeft.
27 Zorg eerst voor werk buitenshuis en houdt u bezig met uw akker, voordat u aandacht aan uw woonhuis besteedt.
28 Treed niet zomaar op als getuige tegen uw naaste, want een onjuist getuigenis is niet goed.
29 Zeg niet: ‘Ik behandel hem net zoals hij mij behandelt, ik vergeld een man naar wat hij doet.’
30 Ik liep langs de akker van een luiaard en langs de wijngaard van een onverstandig mens:
31 hij stond vol distels en werd overwoekerd door onkruid, de stenen muur er omheen was afgebrokkeld.
32 Ik zag dat en nam het ter harte, ik trok daar mijn les uit.
33 Nog even slapen, een beetje soezen, nog eventjes lekker liggen,
34 uw armoede is in aantocht en de gebrekkige omstandigheden overvallen u.

25 Hier volgen nog meer spreuken van Salomo. Zij werden opgetekend door de mannen van koning Hizkia van Juda.

God ontleent eer aan zaken die Hij verborgen houdt, maar koningen ontlenen eer aan het doorgronden van een zaak.
De hoogte van de hemel, de diepte van de aarde en de beweegredenen van koningen zijn voor velen ondoorgrondelijk.
Haal het schuim van het zilver af, dan blijft de goede grondstof voor de smelter over.
Verwijder de goddeloze uit het bijzijn van de koning, dan zal zijn troon steunen op gerechtigheid.
Doe u voor de koning niet beter voor dan u bent, doe niet net alsof u ook een vooraanstaand man bent.
Want het is beter dat men tegen u zegt: ‘Kom hier naar boven,’ dan dat men u vernedert waar iedereen bij is.
Stort u niet overhaast in geschillen, want mogelijk begaat u dan domheden, wanneer uw naaste u op de vingers tikt.
Hebt u een geschil met uw naaste, probeer dat dan eerst onderling bij te leggen en maak niet openbaar wat hij liever voor zich wil houden.
10 Doet u dat wel, dan wijst men u met de vinger na. Een smet die niet snel wordt vergeten.
11 Goede en toepasselijke woorden zijn als gouden appels op zilveren schalen.
12 Een wijze berisping aan een open oor is als een gouden oorbel, een halsketting van het zuiverste goud.
13 Een trouwe gezant is voor zijn zender als een koele drank voor de oogsters, want zijn boodschap doet zijn heer goed.
14 Iemand die zich laat voorstaan op de vrijgevigheid die hij niet bezit, is als een veelbelovende wolkenpartij, waaruit echter geen druppel regen valt.
15 Een gezagsdrager laat zich door vriendelijk geduld overtuigen, een vriendelijk woord weet zelfs het hardste hart te vermurwen.
16 Hebt u honing gevonden, eet dan niet meer dan u lust, anders gaat het u misschien tegenstaan en spuugt u het weer uit.
17 Loop bij uw naaste de deur niet plat, anders krijgt hij misschien genoeg van u en gaat u haten.
18 Iemand die vals getuigt tegen zijn naaste, is als een hamer, een zwaard en een scherpe pijl.
19 Een onbetrouwbare vriend is in tijden van nood net zo nutteloos als een gebroken tand voor het kauwen en een verstuikte enkel voor het lopen.
20 Wie vrolijk doet bij een verdrietig mens, is net zo onverstandig als iemand die ʼs winters geen jas aantrekt of azijn op loog giet.
21 Als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten. Heeft hij dorst, geef hem dan te drinken.
22 Zo stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd en de Here zal u daarvoor belonen.
23 De noordenwind brengt regen, roddel en achterklap leiden tot boze gezichten.
24 Het is beter om op een hoek van het platte dak te wonen, dan onder één dak met een ruziënde vrouw.
25 Goed nieuws uit een ver land is als koel water voor een vermoeid en dorstig mens.
26 De rechtvaardige die faalt voor de ogen van de goddelozen, lijkt op een fontein die modder spuit, of op een verstopte bron.
27 Te veel honing eten is niet goed, maar het doorgronden van moeilijke zaken strekt een mens tot eer.
28 Iemand die zichzelf niet in de hand heeft, is als een stad zonder beschermende muur.

26 Eer past net zomin bij een dwaas als sneeuw past bij de zomer en regen bij de oogsttijd.
Een ongegronde vervloeking treft geen doel, hij zweeft weg als een mus, vliegt op als een zwaluw.
De zweep is er voor het paard, het bit is er voor de ezel en de roe is er voor de rug van de dwaas.
Ga niet in op de woorden van een dwaas, anders verlaagt u zich tot zijn niveau.
Weerleg de woorden van een dwaas, anders denkt hij misschien dat hij nog gelijk heeft ook.
Wie zijn woorden laat overbrengen door een dwaas, maakt het zichzelf moeilijk en berokkent zich schade.
Een spreuk in de mond van een dwaas is net zo kreupel als de slappe benen van een verlamde.
Wie een steen in de slinger vastbindt, zodat hij niet kan worden geworpen, doet hetzelfde als iemand die een dwaas aanzien geeft.
Een dronkaard kan net zomin omgaan met een doorn in zijn hand als een dwaas met een spreuk.
10 Wie dwazen en onbekenden in dienst neemt, lijkt op een boogschutter die in het wilde weg schiet.
11 Zoals een hond terugkeert naar zijn eigen braaksel, houdt de dwaas vast aan zijn onverstand.
12 Hebt u een man gezien die zichzelf als wijs beschouwt? Welnu, van een dwaas mag u meer verwachten dan van hem.
13 De luiaard gebruikt alle mogelijke uitvluchten, desnoods beweert hij dat een gevaarlijke leeuw op straat loopt.
14 Zoals een deur op zijn scharnieren draait, zo draait de luiaard zich om in zijn bed.
15 De luiaard houdt zijn handen liever in zijn zakken, hij is nog te beroerd om ermee te eten.
16 De luiaard acht zichzelf wijzer dan alle verstandige mensen om hem heen.
17 Een voorbijganger die zich in een ruzie mengt die hem niet aangaat, is net zo gevaarlijk bezig als iemand die een hond uitdaagt.
18 Wie zonder aanleiding als een razende zijn pijlen en bedreigingen om zich heenwerpt,
19 is te vergelijken met iemand die zijn naaste bedriegt en dan zegt: ‘Ach, ik deed het toch voor de grap?’
20 Zonder hout gaat het vuur uit, zo houdt ook de ruzie op als de roddelaar verdwijnt.
21 Zoals kolen het vuur doen opgloeien en hout het vuur laat vlammen, zo laat een ruziezoeker ruzies opvlammen.
22 Naar de woorden van een roddelaar wordt gretig geluisterd. Zij zetten zich vast in het gemoed van de toehoorders.
23 Een boosaardig hart achter vriendelijk klinkende woorden is als een waardeloos voorwerp, overtrokken met een laagje zilver.
24 Wie haatdragend is, laat dat van buiten niet merken, maar in zijn hart gaat heel wat anders om.
25 Geloof zijn smeekbeden niet, want u zou gruwen als u in zijn hart kon kijken.
26 Ook al tracht iemand zijn haatgevoelens te maskeren, zijn kwade voornemens zullen aan het licht komen.
27 Wie een kuil graaft voor een ander, zal er zelf invallen. Wie iemand met een steen wil verpletteren, zal zelf onder die steen terechtkomen.
28 Een leugenaar haat degene tegen wie hij zich keert en gladde praatjes richten een mens te gronde.

27 Verheug u niet bij voorbaat over de dag van morgen, want u weet niet wat een dag zal brengen.
Laat u liever door een ander prijzen, dat is beter dan dat u zichzelf prijst.
Een steen is zwaar en zand gewichtig, maar de woede van een dwaas is zwaarder om te dragen.
Boosheid en overmatige woede brengen wreedheid voort, maar zij zijn nog niets vergeleken bij jaloezie.
Een openlijke bestraffing is beter dan dat iemand zwijgt uit liefde.
De berispingen van iemand die van u houdt, worden ingegeven door vriendschap. Maar vriendelijkheid van iemand die u haat, komt voort uit bedrog.
Iemand die zojuist gegeten heeft, taalt niet meer naar lekker eten, maar honger maakt rauwe bonen zoet.
Zoals een uit het nest gevallen vogel rondzwerft, zo doolt een man rond die zijn vaderstad verliet.
Geurige olie maakt het hart blij, net zoals de goede raad die de ene vriend de andere geeft.
10 Verlaat uw vriend en die van uw vader niet, maar wendt u in tijden van tegenspoed niet tot uw broeder. Want een goede buurman is beter dan een ver familielid.
11 Wees verstandig, mijn zoon, en maak mijn hart blij, dan kan ik wie mij aanvalt van repliek dienen.
12 Een bedachtzaam en verstandig mens ziet het dreigend gevaar en verbergt zich, maar de onverstandigen blijven gewoon doorgaan en worden dus gestraft.
13 Heeft iemand zich garant gesteld voor een onbekende, neem dan zijn mantel als onderpand.
14 Wie zijn kennis al ʼs morgens vroeg luidruchtig en joviaal een groet toeroept, zal met argwaan bekeken worden.
15 Een lekkend dak bij zware regen is net zo erg als een ruziënde vrouw.
16 Zij is net zo ongrijpbaar als de wind, netzomin te verbergen als de geurige olie die u op uw rechterhand strijkt.
17 Zoals ijzer met ijzer wordt geslepen, zo scherpt de ene mens de ander.
18 Wie goed voor de vijgenboom zorgt, zal de vijgen ervan eten. Wie zorg heeft voor zijn heer, wordt gerespecteerd.
19 Zoals het water het uiterlijk van een mens weerspiegelt, geeft het hart van een mens zijn innerlijk weer.
20 Hel en verderf zijn nooit te verzadigen, datzelfde geldt voor de verlangens van een mens.
21 Zoals de smeltkroes het zilver toetst en de oven het goud, zo wordt een mens getoetst door zijn reputatie.
22 Al stamp je een dwaas in een mortier met een vijzel, midden tussen het gestampte graan, toch raakt hij zijn dwaasheid niet kwijt.
23 Doe uw best om elk schaap in uw kudde te kennen, let goed op uw have en vee.
24 Want rijkdom duurt niet eeuwig en aanzien en rijkdom gaan niet vanzelfsprekend over van vader op zoon.
25 Wanneer het gras opkomt en begint te bloeien, moeten de gewassen op de berghellingen worden geoogst.
26 De huiden en de wol van uw lammeren kunt u gebruiken voor kleding, met de bokken kunt u betalen voor de grond.
27 Bovendien is de geitenmelk grondstof van veel voedsel voor u, uw gezin en uw personeel.

28 Goddelozen vluchten, ook als ze niet worden achtervolgd, maar iedere rechtvaardige heeft de moed van een jonge leeuw.
Als de inwoners van een land veel zondigen, volgen de koningen elkaar in snel tempo op, maar verstandige en wijze onderdanen maken lange regeerperioden mogelijk.
Een arme man die andere armen onderdrukt, lijkt op een verwoestende slagregen die alle gewassen op het veld neerslaat.
Wie de wet de rug toekeren, hebben bewondering voor de goddelozen, maar wie naar de wet leven, binden de strijd tegen hen aan.
Boosdoeners begrijpen niet wat de Here van hen verwacht, maar zij die naar de Here luisteren, beseffen dat maar al te goed.
Een arme die oprecht en eerlijk leeft, is beter dan een zondaar, ook al is die rijk.
Wie leeft naar de wet, is een verstandige zoon. Maar wie het gezelschap van brassers zoekt, bezorgt zijn ouders schande en verdriet.
Wie zijn rijkdom verzamelt door woekerrente en te hoge prijzen, doet al dat werk, zonder het te beseffen, voor degene die zich over de armen ontfermt.
Wie weigert naar de wet te luisteren, moet weten dat God zijn gebed verafschuwt.
10 Wie oprechten ompraat en op het verkeerde pad brengt, stort zelf in de kuil die hij voor hen groef. Wie God volgen, zullen echter gelukkig worden.
11 Een rijk man doet wat hem goeddunkt, maar de arme die verstandiger is dan hij, kijkt dwars door zijn rijkdom en weelde heen.
12 Wanneer het de rechtvaardigen goed gaat, gaat het het hele land goed, maar bij de opkomst van de goddelozen verbergen de mensen zich uit angst.
13 Wie niet voor zijn zonden uitkomt, kent geen voorspoed, maar wie ze belijdt en zijn leven betert, kan rekenen op liefde en genade.
14 Gelukkig is hij die ontzag heeft voor de Here, maar wie opstandig blijft, wordt in het verderf gestort.
15 Een goddeloze leider van een arm volk gaat tekeer als een brullende leeuw en een grommende beer.
16 Een onverstandige koning bezorgt zijn onderdanen veel onderdrukking, maar wie niet alles opoffert aan geldelijk gewin, wordt oud.
17 Wie een moord op zijn geweten heeft, zal tot zijn dood toe vluchten. Laat niemand hem daarvan weerhouden!
18 Wie oprecht leeft, wordt gered, maar wie van twee walletjes wil eten, zal ten val komen.
19 Wie zijn land bebouwt, krijgt genoeg te eten, maar wie met leeglopers optrekt, staat armoede te wachten.
20 Wie betrouwbaar is, zal volop worden gezegend, maar wie ten koste van alles rijk wil worden, zal zijn straf niet ontlopen.
21 Partijdig zijn is niet goed, maar al voor een stuk brood is men ertoe bereid.
22 Wie nietsontziend rijkdom najaagt, wordt een gierig en kwaadaardig mens. Hij weet het nog niet, maar armoede staat hem te wachten.
23 Wie wordt berispt, zal merken dat hem dat goed doet en dat het beter is dan wanneer hij naar de mond wordt gepraat.
24 Wie zijn ouders berooft en zegt: ‘Daar is niets verkeerds aan,’ is slecht en staat gelijk aan een misdadiger.
25 Een onbescheiden mens is een aanstichter van ruzie, maar wie op de Here vertrouwt, gaat het goed.
26 Wie op eigen oordeel vertrouwt, is een dwaas, maar wie op Gods wijsheid bouwt, ontkomt aan de straf.
27 Wie een arme geeft, zal zelf geen gebrek lijden, maar wie de nood van de armen niet wil zien, zal veelvuldig worden vervloekt.
28 Wanneer de goddelozen aan de macht komen, verbergen de mensen zich uit angst, maar wanneer die goddelozen omkomen, gaat het de rechtvaardigen weer goed.

29 Een man die ondanks veelvuldige waarschuwingen weigert zijn leven te beteren, komt onverwacht ten val.
Wanneer de rechtvaardigen aan de macht komen, voelt het volk zich tevreden, maar onder het bewind van een goddeloze wordt het volk verdrukt.
Een vader is blij met een verstandige zoon, maar een hoerenloper jaagt zijn geld erdoor.
Een koning houdt zijn land gezond door rechtvaardig te regeren, maar een corrupte koning leidt zijn land naar de ondergang.
Iemand die zijn naaste stroop om de mond smeert, misleidt hem.
Een boosdoener zit gevangen in zijn eigen kwaad, maar de rechtvaardige leeft blij en zingt van vreugde.
Een rechtvaardige rechter spant zich in voor de armen, de goddeloze beseft echter niet dat hij de arme moet helpen.
Spotters zijn een schandvlek en een gevaar voor een stad, wijze mensen weten Gods toorn echter af te wenden.
Het is zinloos als een verstandig mens een dwaas voor de rechter sleept. Of hij nu vriendelijk is of kwaad, de dwaas is toch niet tot rede te brengen.
10 Bloeddorstige lieden hebben een hekel aan eerlijke mensen, maar oprechten trachten hun leven te redden.
11 Een dwaas schreeuwt van woede, een verstandig mens beheerst zich en komt tot rust.
12 Een leider die naar leugens luistert, heeft goddeloze dienaars.
13 De overeenkomst tussen een arm mens en een machthebber is dat beiden van God het licht in de ogen hebben gekregen.
14 Een koning die de rechten van de arme serieus neemt, is zeker van zijn macht.
15 Straf en berisping leiden tot wijsheid, maar een kind dat aan zichzelf wordt overgelaten, wordt een schande voor zijn ouders.
16 Groeit het aantal goddelozen, dan neemt ook de zonde toe, maar de rechtvaardigen zullen hen overleven.
17 Als u uw zoon bestraft, komt hij goed terecht, hij zal u reden tot blijdschap geven.
18 Als het volk Gods boodschap niet meer hoort, raakt het uit de koers. Gelukkig is hij die naar Gods wet leeft.
19 Een knecht luistert nauwelijks naar berisping. Hij hoort u wel, maar trekt zich er niets van aan.
20 Kent u iemand die onbezonnen spreekt? Zoʼn man is nog dommer dan een dwaas.
21 Als u te goed bent voor een knecht, denkt hij ten slotte dat hij dezelfde rechten heeft als uw zoon.
22 Iemand die snel kwaad wordt, lokt ruzie uit en een opvliegend mens zondigt maar al te gemakkelijk.
23 Hoogmoed komt voor de val, maar een nederig mens wordt gewaardeerd.
24 Wie met een dief de buit deelt, schaadt zichzelf. Hetzelfde geldt voor iemand die een vloek hoort en daar niets van zegt.
25 Angst voor mensen is een valstrik, maar wie op God vertrouwt, is onaantastbaar.
26 Veel mensen verwachten hun heil van hooggeplaatsten, maar de Here heeft het laatste woord.
27 Een oprecht mens verafschuwt een boosdoener, op zijn beurt heeft de boosdoener een afkeer van mensen die eerlijk leven.

30 Dit zijn de woorden van Agur, de zoon van Jake—het zijn woorden van God. De strijder zegt: ‘God, ik heb zoveel moeite gedaan, ik kan niet meer!

Ik schiet tegenover iedereen tekort en het ontbreekt mij aan verstand.
Ik heb geen wijsheid verkregen en begrijp ook niets van alles wat heilig is.’
Wie ging er naar de hemel en kwam weer terug? Wie houdt de wind stevig vast? Wie heeft al het water in een mantel gebonden? Wie gaf de aarde haar vorm en omtrek? Hoe heet Hij en hoe heet zijn Zoon? Zeg het mij als u het weet.
Gods woorden zijn puur en zuiver, Hij beschermt ieder die op Hem vertrouwt.
Voeg niets aan zijn woorden toe, want dan straft Hij u, omdat u een leugenaar bent.
God, ik heb twee dingen aan U gevraagd en geef mij die alstublieft voordat ik sterf:
houd ongeloof en leugens bij mij weg, geef mij armoe noch rijkdom, maar alleen wat ik nodig heb.
Want als ik verzadigd zou zijn, zou ik U misschien verloochenen door te zeggen: ‘Wie is de Here?’ En als ik arm was, zou ik misschien gaan stelen en daardoor uw naam oneer aandoen.
10 Klaag een knecht niet aan bij zijn meester, anders vervloekt hij u misschien en beschouwt God u als schuldig.
11 Er zijn mensen die hun ouders vervloeken,
12 mensen die zichzelf goed vinden, maar in werkelijkheid zondig zijn,
13 mensen die hooghartig om zich heen kijken en anderen verachten,
14 mensen die hun tanden als zwaarden en hun kiezen als messen gebruiken, om daarmee de noodlijdenden en de armen te vermalen.
15 De bloedzuiger heeft twee dochters: ze zijn onverzadigbaar en willen steeds meer. Drie dingen zijn absoluut niet te verzadigen, voor de volgende vier dingen is het nooit genoeg:
16 het graf, een onvruchtbare baarmoeder, de aarde die nooit genoeg water heeft, en het vuur. Geen van die vier zegt ooit: ‘Nu is het genoeg.’
17 Het oog waaruit minachting voor een vader spreekt of dat opstandig kijkt naar een moeder, wordt uitgepikt door de raven bij de beek, wordt voedsel voor de jonge adelaars.
18 Veel dingen zijn voor mij onbegrijpelijk, de volgende vier kan ik niet bevatten:
19 een adelaar die hoog aan de hemel zweeft, een slang die moeiteloos over een gladde rots kruipt, een schip dat veilig door de golven vaart en wat gebeurt tussen een man en zijn jonge vrouw.
20 En minstens zo onbegrijpelijk is het gedrag van een vrouw die overspel pleegt: zij zondigt, kleedt zich weer aan en zegt: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan.’
21 Mensen hebben een afschuw van veel dingen en de volgende vier dingen zijn onverdraaglijk:
22 een knecht die macht krijgt, een dwaas die in weelde leeft,
23 een verbitterde vrouw die toch trouwt en een dienares die de plaats van haar meesteres inneemt.
24 De volgende vier zijn weliswaar klein, maar hebben van God grote wijsheid gekregen:
25 de mieren hebben weliswaar geen verstand, maar zijn toch zo verstandig in de zomer hun voedsel te verzamelen,
26 klipdassen mogen dan redeloze dieren zijn, maar hebben wel hun hol in de rotsen,
27 hoewel sprinkhanen geen leider hebben, trekken zij op in geordende groepen,
28 de hagedis is met de hand te pakken, maar leeft zelfs in koninklijke paleizen.
29 Er zijn veel indrukwekkende dingen op aarde, de volgende vier bijvoorbeeld:
30 een oude leeuw, een bejaarde koning der dieren die voor niemand aan de kant gaat,
31 een soepel rennende windhond, een trotse bok en een onoverwinnelijke koning.
32 Hebt u in uw woede dwaas gehandeld of hebt u kwaad in de zin, zwijg dan en voer uw plan niet uit!
33 Want door melk te karnen ontstaat boter, door te hard op de neus te drukken ontstaat een bloedneus en door woede op te wekken ontstaat ruzie.

31 Koning Lemuël van Massa schreef de levenslessen op die zijn moeder hem leerde.

Wat zal ik je vertellen, mijn zoon, die uit mij geboren werd, om wie ik zoveel geloften deed?
Lever jezelf niet uit aan de vrouwen en zet je zinnen niet op oorlogvoering en het veroveren van koninkrijken.
Het is niet goed als koningen te veel wijn drinken, Lemuël, en drankzucht past niet bij hen,
want als de koning te veel drinkt, loopt hij gevaar de rechtvaardigheid uit het oog te verliezen, wat de onderdrukten kan benadelen.
Geef sterke drank maar aan iemand die in de put zit, wijn aan iemand die erg verdrietig is,
want wanneer zij drinken, vergeten zij hun armoede en zorgen.
Kies de kant van de onmondigen, van hen die buiten hun schuld gevaar lopen.
Spreek en vel een rechtvaardig vonnis, geef de onderdrukten en noodlijdenden hun recht.
10 Wie is zo gelukkig een goede vrouw te vinden? Zij is immers veel meer waard dan de duurste edelstenen?
11 Haar man vertrouwt volledig op haar en het zal hem aan niets ontbreken.
12 Zij benadeelt hem nooit, doet haar hele leven goed.
13 Ze zoekt wol en vlas, die ze met rappe handen verwerkt.
14 Zoals een koopman zijn handelsschepen uitzendt, zorgt zij dat zij over al het nodige beschikt, ook al moet dat van ver komen.
15 In de vroege morgen, wanneer het nog donker is, staat zij op en zorgt dat haar gezin en het personeel kunnen eten.
16 Als zij haar zinnen heeft gezet op een bepaalde akker, krijgt zij hem ook, met wat zij verdient plant ze een wijngaard.
17 Vlijtig gaat zij aan het werk, zij is met opgestroopte mouwen aan de slag.
18 Zij merkt dat haar werk vruchten afwerpt en het is dan ook vaak nacht voordat zij gaat slapen.
19 Snel schieten haar handen over haar spinnewiel, vaardig schikken zij het vlas.
20 Ze staat altijd klaar om een noodlijdende te helpen, iedereen kan op haar hulp rekenen.
21 Zij maakt zich geen zorgen om haar gezin wanneer de winter komt, want zij heeft voor mooie en warme kleding gezorgd.
22 Zij maakt voor zichzelf prachtige tapijten en draagt kleren van fijn linnen en prachtig gekleurde stoffen.
23 Haar man is een gezien figuur op de plaatsen, waar recht wordt gesproken en is een van de leiders van het land.
24 Zij maakt linnen kleding en verkoopt die en levert gordels aan de koopman.
25 Kracht en waardigheid stralen van haar af en zij ziet elke nieuwe dag met vertrouwen tegemoet.
26 Uit haar woorden spreekt wijsheid en de wil om goed te doen.
27 Zij weet precies wat in haar huishouding gebeurt en op luiheid zul je haar niet betrappen.
28 Haar kinderen kijken tegen haar op en haar man prijst zich gelukkig en zegt:
29 ‘Er zijn veel goede vrouwen, maar jij overtreft ze allemaal!’
30 Uiterlijke schoonheid is bedrieglijk en verdwijnt, maar een vrouw die ontzag heeft voor de Here, verdient bewondering en lof.
31 Haar goede daden zullen haar eer en erkenning opleveren, zelfs van hooggeplaatste mensen.

Wijsheid heeft niets te betekenen

De schrijver van dit boek wordt Prediker genoemd. Hij is koning in Jeruzalem en zoon van David.

Naar mijn mening is niets van blijvende waarde, alles is zinloos.

Want wat bereikt een mens met al zijn harde werken hier op aarde? Generaties gaan en generaties komen, maar er verandert niets wezenlijks. De zon komt op en gaat onder en haast zich rond de aarde om opnieuw op te gaan. De wind blaast vanuit het zuiden en het noorden, hier en daar, steeds wisselend van kracht en richting, zonder ooit een doel te bereiken. De rivieren monden uit in de zee, maar de zee raakt nooit vol. Het water keert weer terug naar de rivieren en vloeit weer naar de zee.

Alles is onuitsprekelijk vermoeiend. Hoeveel wij ook zien, het is nooit genoeg. Hoeveel wij ook horen, tevreden zijn wij nooit. De geschiedenis herhaalt zich steeds weer. Niets is werkelijk nieuw, 10 alles is al eens gezegd of gedaan. Kunt u iets nieuws aanwijzen? Hoe weet u of het eeuwen geleden ook al niet bestond? 11 Wij kunnen niet meer achterhalen wat in vroeger tijden gebeurde en toekomstige generaties zullen zich niet meer herinneren wat wij in onze tijd hebben gedaan.

12 Ik, Prediker, was koning van Israël en regeerde vanuit Jeruzalem. 13 Ik nam mij voor de zin van alles wat onder de hemel gebeurde, te willen begrijpen. Dat is een vermoeiende bezigheid die God de mens heeft gegeven om hem nederig te maken. 14 Alle arbeid is een opeenvolging van zinloosheid, het bouwen van luchtkastelen. 15 Wat verkeerd is, kan niet worden goedgepraat en wat niet bestaat, kan niet worden onderzocht, het heeft geen enkel nut na te denken over wat had kunnen gebeuren. 16 Ik zei tegen mijzelf: ‘Kijk, ik heb meer onderzocht dan welke andere koning ook die voor mij in Jeruzalem regeerde. Ik ben wijzer en heb meer inzicht.’ 17 Daarom deed ik mijn uiterste best wijs te zijn in plaats van dwaas, maar nu realiseer ik mij dat zelfs dát een luchtkasteel is. 18 Want hoe wijzer ik werd, des te bezorgder werd ik. Hoe meer iemand weet, des te meer verdriet hij heeft.

Werk en levensvreugde betekenen niets

Ik zei tegen mijzelf: ‘Vooruit, geniet van het leven en vermaak je zo goed mogelijk.’ Maar ik merkte dat ook dat zinloos was. Want het is dwaas om de hele tijd te lachen. Plezier maken heeft immers geen enkel nut. Daarom besloot ik, na lang nadenken, voldoening te zoeken in het drinken van veel wijn. Ondertussen bleef ik mijn doel, het zoeken naar wijsheid, scherp voor ogen houden. Ik probeerde het met die dwaasheid om er zo achter te komen wat voor de meeste mensen het enige geluk in hun leven betekent.

Daarna probeerde ik bevrediging te vinden in het uitvoeren van grootse dingen, zoals het bouwen van huizen en aanleggen van wijngaarden, tuinen, parken en boomgaarden voor mijzelf en de waterreservoirs die nodig waren om alle aangeplante gewassen van water te voorzien. Daarna kocht ik slaven en slavinnen en ook hun kinderen werden mijn slaven. Ik fokte grote kuddes vee, meer dan een koning vóór mij ooit had bezeten. Ik verzamelde zilver en goud door belastingen te heffen van vele koningen en gebieden. Ik liet zangers en zangeressen optreden en genoot het gezelschap van veel vrouwen. Ik werd machtiger en rijker dan enige andere koning vóór mij in Jeruzalem, maar bij dat alles bleef ik mijn wijsheid houden. 10 Ik nam alles wat ik wilde en ontzegde mijzelf geen enkel plezier. Ik merkte zelfs dat hard werken mij goed deed. Het plezier dat ik daarin had, was dan ook de enige beloning die ik voor al mijn inspanningen kreeg. 11 Toen ik terugkeek op alles wat ik had ondernomen, leek het mij echter allemaal nutteloos. Het was weer een najagen van dromen en nergens was iets werkelijk waardevols te vinden.

12 Toen begon ik de wijsheid en de dwaasheid met elkaar te vergelijken. Wat doet de nieuwe koning met het werk van zijn voorganger? 13 Wel heb ik gezien dat wijsheid waardevoller is dan dwaasheid, net zoals het licht beter is dan de duisternis, 14 want een wijze ziet wat hij doet, maar een dwaas dwaalt in het donker. Maar tegelijk merkte ik dat er één ding was dat zowel de wijze als de dwaas overkwam: 15 ik sterf net zo goed als de dwaas. Welke waarde heeft mijn wijsheid dan? Zo kwam ik erachter dat zelfs de wijsheid slechts betrekkelijke waarde heeft. 16 Want de wijze en de dwaas sterven allebei en in de toekomst worden beiden vergeten.

17 Daarom heb ik een hekel gekregen aan het leven: al het werk op aarde stond mij tegen. Alles schijnt nutteloos, dwaas en het najagen van dromen te zijn. 18 Ik kreeg een gevoel van afkeer toen ik bedacht dat ik alle vruchten van mijn harde werken aan anderen moest nalaten. 19 Want wie kan mij vertellen of mijn zoon een wijs man of een dwaas zal zijn? En toch zal alles aan hem worden gegeven, het lijkt zinloos.

20 Daarom begon ik eraan te twijfelen of alles waarvoor ik zoveel moeite had gedaan, dat wel waard was. 21 Want ook al zou ik mijn hele leven besteden aan het zoeken naar wijsheid, kennis en vaardigheden, ik moet het toch allemaal nalaten aan iemand die er niets voor heeft gedaan, dat is niet alleen dwaas, maar ook erg onrechtvaardig. 22 Wat krijgt een mens dus als beloning voor al zijn werk? 23 Dagen, gevuld met zorgen en verdriet en rusteloze, doorwaakte nachten. Een ontmoedigend idee.

24 Daarom besloot ik dat een mens niets beters kan doen dan genieten van eten en drinken, bij al het werk dat hij doet. Toen realiseerde ik mij dat ook dat genoegen afkomstig is uit de hand van God. 25 Wie kan zonder Hem eten of vrolijk zijn? 26 Want God geeft een mens die Hem bevalt wijsheid, kennis en vreugde, maar van iemand die Hem niet bevalt, neemt God zijn rijkdom af en geeft het aan hen die Hij graag mag. En ook dit is weer een voorbeeld van de zinloosheid van luchtkastelen bouwen.

Het Boek (HTB)

Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.