Add parallel Print Page Options

146 Prijs de Here!
Laat alles in mij de Here prijzen!
Ik wil de Here eren zolang ik leef.
Ik wil psalmen zingen voor mijn God,
zolang ik daarvoor de adem heb.
Stel uw vertrouwen niet op machthebbers.
Zij kunnen u niet redden.
Want als zulke mensen sterven,
blazen zij de laatste adem uit en bestaan niet meer.
Vanaf dat moment kunnen zij niets meer doen.
Gelukkig is hij
die zijn hulp ontvangt van de God van Jakob,
die alles verwacht van de Here, zijn God.
Want God heeft de hemelen en de aarde gemaakt
en de zeeën met alles wat daarin zwemt.
Hij is trouw tot over de grenzen van de dood heen.
Hij doet recht aan onderdrukte mensen
en geeft voedsel aan wie honger lijden.
De Here bevrijdt de gevangenen van hun boeien.
De Here laat blinden weer zien
en beurt mensen op die gebukt gaan onder zorgen.
Hij houdt van oprechte mensen.
De Here beschermt mensen
die in een ander land vertoeven
en Hij zorgt voor weduwen en wezen.
Ongelovigen helpt Hij echter niet.
Hun wegen maakt Hij tot dwaalwegen.
10 De Here is Koning tot in eeuwigheid.
Jeruzalem, uw God is er
voor elke nieuwe generatie.
Prijs de Here!

147 Prijs de Here!
Het is goed psalmen te zingen voor onze God.
Ja, dat klinkt mooi en een loflied komt Hem ook toe.
De Here bouwt Jeruzalem weer op
en brengt de ballingen terug naar Israël.
Mensen met een gebroken hart
vinden bij Hem genezing,
Hij heelt alle wonden.
Hij weet precies hoeveel sterren aan de hemel staan,
Hij kent ze zelfs bij hun naam.
Onze Here is een grote God
en zijn kracht is geweldig groot.
Zijn kennis strekt zich onmetelijk ver uit.
De Here bemoedigt wie zich bescheiden opstellen,
maar de goddelozen zet Hij te schande.
Zing een loflied voor de Here
en begeleid de psalmen die u voor God zingt, met een citer.
Want Hij laat de wolken langs de hemel drijven
en regen op aarde neerdalen.
Hij laat op de bergen het jonge gras uitlopen.
Hij zorgt voor het voer voor onze dieren,
zelfs voor de jonge raven die roepen in het nest.
10 Hij hecht geen waarde aan sterke paarden
of de kracht van een man.
11 De Here hecht er waarde aan
dat mensen ontzag voor Hem hebben
en vertrouwen op zijn goedheid en liefde.
12 Jeruzalem, beroem u op de Here!
Berg Sion, prijs uw God!
13 Hij zorgt er immers voor
dat uw poorten goed vergrendeld zijn.
Hij zegent de kinderen in uw stad.
14 Hij geeft vrede in het land en zorgt voor rijke oogsten.
15 Hij stuurt zijn bevelen de aarde rond
en zijn woord gaat met grote snelheid.
16 De sneeuw ligt als wol op de aarde
en rijp ligt als gestrooide as op de gewassen.
17 De ijzel valt in stukken op de grond.
Als Hij de kou stuurt,
kan niemand zich redden.
18 Maar als God zijn woord stuurt,
smelt alles weg.
Als Hij de wind laat waaien,
stroomt het water weer.
19 Hij heeft Jakob zijn woord gegeven
en het volk van Israël kreeg van Hem
wetten en leefregels.
20 Met geen ander volk heeft Hij dat gedaan.
Daarom kennen zij zijn leefregels niet.
Prijs de Here!

Het belangrijkste nieuws: Christus is gestorven en weer levend geworden

15 Ik kom bij u met het goede nieuws dat ik u al eens eerder heb gebracht. U hebt het aangenomen en het is nu de basis van uw leven. Als u blijft bij wat ik u heb gezegd, is dat uw redding. Anders had u net zo goed niet gelovig kunnen worden.

Het belangrijkste van het goede nieuws dat ik heb ontvangen en u heb doorgegeven, is dit: Christus is voor onze zonden gestorven, zoals voorzegd is in de Boeken. Hij werd begraven en is op de derde dag weer levend gemaakt, wat ook in de Boeken stond. Hij is gezien door Petrus en daarna door de twaalf apostelen samen. Later is Hij gezien door vijfhonderd van zijn volgelingen tegelijk. Hoewel enkelen van hen al gestorven zijn, leven de meesten nog. Hij is gezien door Jakobus en daarna nog eens door alle apostelen. En als allerlaatste heb ik Hem ook gezien, ik, een onwaardige. Ik ben de minste van alle apostelen en zou niet eens apostel mogen worden genoemd, omdat ik de Gemeente van God vervolgd heb. 10 Maar wat ik ben, ben ik omdat God zo goed voor mij is geweest. En dat was niet tevergeefs, want ik heb harder gewerkt dan de andere apostelen. Toch heb ik dat niet zelf gedaan, maar God deed het door zijn genade. 11 En het gaat niet om hen of mij. Waar het om gaat, is dat wij allemaal hetzelfde goede nieuws hebben gebracht en dat u het hebt aangenomen.

12 Als u nu het heerlijke nieuws hebt gehoord dat Christus weer levend is geworden, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat er geen enkele dode ooit weer levend wordt? 13 Als zij gelijk hebben, is Christus ook niet uit de dood teruggekomen. 14 En als Hij niet uit de dood teruggekomen is, kunnen wij wel ophouden Hem bekend te maken, dan is het zinloos in Hem te geloven. 15 Erger nog, dan zijn wij bedriegers, omdat wij tegen God in hebben verklaard dat Hij Christus weer levend heeft gemaakt. Als er geen doden weer levend worden, kan dat niet waar zijn. 16 Als er geen doden levend worden, is Christus ook niet weer levend gemaakt. 17 En als Christus niet weer levend is geworden, dan heeft uw geloof geen betekenis en zijn uw zonden niet vergeven. 18 Ja, dan zijn de gestorven gelovigen reddeloos verloren. 19 Als wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd, zijn wij meer te beklagen dan wie ook.

20 Maar zo is het gelukkig niet! Christus is weer levend gemaakt, als eerste van de velen die gestorven zijn. 21 Want zoals de dood door een mens is gekomen, is ook het nieuwe leven dankzij een mens gekomen. 22 Zoals alle mensen, als nakomelingen van Adam, sterven, zo zullen ook alle volgelingen van Christus levend worden gemaakt.

23 Ieder op zijn beurt, natuurlijk. Eerst is Christus Zelf levend geworden. En als Hij terugkomt, zullen allen die bij Hem horen, ook levend worden. 24 Daarna komt het einde. Wanneer Christus alle vijandige overheersing, gezag en macht heeft uitgeschakeld, zal Hij zijn koningschap aan God de Vader overdragen. 25 Christus moet net zo lang regeren tot Hij alle tegenstanders heeft onderworpen. 26 De laatste vijand die uitgeschakeld wordt, is de dood. 27 Want God heeft alles aan Christus onderworpen. Maar als God zegt dat Hij alles aan Christus onderworpen heeft, is Hij daar natuurlijk Zelf van uitgesloten. 28 En als alles eenmaal aan Christus onderworpen is, zal ook Hij Zich aan zijn Vader onderwerpen. Dan zal alles en iedereen volledig door God worden beheerst.

Read full chapter