Add parallel Print Page Options

Psalm 17

Een gebed van David

Luister naar mij, Heer!
Ik heb geen kwaad gedaan!
Luister alstublieft naar mij!
Luister naar mijn gebed, Heer,
want ik ben onschuldig!
Oordeel alstublieft Zelf over mij.
U weet wat rechtvaardig is.
Als U diep in mijn hart kijkt,
als U 's nachts onderzoekt wat mijn diepst verborgen gedachten zijn,
dan zult U niets verkeerds vinden.
Ik probeer om nooit iets verkeerds te zeggen.
Zoals U mij heeft geleerd,
heb ik nooit slechte dingen willen doen.
Altijd heb ik geprobeerd om te leven zoals U het wil.
Nooit ben ik daarvan afgeweken.
Nu roep ik U om hulp.
Want ik weet dat U, mijn God, mij antwoordt.
Luister naar mij, Heer, luister naar wat ik zeg.
Laat me alstublieft zien hoe geweldig liefdevol U bent.
Iemand die bij U bescherming zoekt,
zult U toch zeker redden van zijn vijanden?
Bescherm mij als het kostbaarste wat U heeft.
Verberg mij onder uw vleugels.
Bescherm mij tegen de mensen die mij willen doden.
Verberg mij voor mijn doodsvijanden die mij omsingelen.
10 Ze zijn hard en harteloos.
Ze hebben geen medelijden met een ander.
Ze denken alleen maar aan zichzelf.
11 Ze zijn overal om mij heen, waar ik ook ga.
Ze willen me vernietigen.
12 Ze liggen als een leeuw op de loer,
wachtend op hun prooi, klaar voor de sprong.

13 Kom, Heer! Ga op hen af, sla hen neer!
Red mij met uw zwaard van mijn vijanden.
14 Red mij, Heer.
Die mensen zijn mannen van de wereld.
Ze denken alleen maar aan het leven hier en nu.
Stort uw straf over hen uit,
zodat zelfs hun zonen eronder bedolven zullen worden,
en zelfs hun kleinkinderen het nog zullen merken.
15 Maar ik ben onschuldig.
Ik zal U mogen zien.
Als ik 's morgens wakker word,
voel ik me vol en tevreden, omdat ik U zie.

Psalm 18

Voor de leider van het koor. Een lied van David, de dienaar van de Heer. Hij maakte dit lied voor de Heer, toen Hij hem had gered van zijn vijanden en uit de handen van koning Saul.[a] Hij zei:

Ik houd heel erg veel van U, mijn Heer.
U geeft mij kracht.
Heer, U bent de rots onder mijn voeten,
de burcht waar ik veilig ben, mijn Bevrijder.
U bent mijn God, de rots waarop ik kan vertrouwen,
het schild dat mij beschermt, mijn Redder,
mijn sterke toren waarin ik veilig ben.

Ik riep het uit tot de Heer,
tot de Heer die het waard is dat wij Hem prijzen.
Toen redde Hij mij van mijn vijanden.
De dood hield mij in zijn greep,
bedreigde mij als een wilde rivier.
Het dodenrijk omklemde mij.
Overal loerde de dood op mij.
Wanhopig riep ik de Heer om hulp.
Ik riep tot mijn God.
Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis.
Mijn geroep klonk in zijn oren.
Toen dreunde en beefde de aarde,
de bergen schudden en schokten:
de Heer was woedend over wat er gebeurde.
Rook kwam uit zijn neus.
Vernietigend vuur kwam uit zijn mond.
Houtskool raakte er door in brand.
10 Hij boog de hemel neer en kwam naar beneden.
Donkere wolken waren onder zijn voeten.
11 Hij reed op een engel,
vloog op de vleugels van de wind.
12 Hij verborg zich in diepe duisternis,
in zware regen en donkere wolken.
13 Door het licht dat van Hem afstraalde,
werden de wolken verjaagd.
Het regende hagel en gloeiende houtskool.
14 Vanuit de hemel sprak de Heer met een stem als de donder.
De Allerhoogste God sprak vanuit de hagel en de gloeiende kolen.
15 Hij schoot zijn pijlen af en mijn vijanden vluchtten.
Hij slingerde zijn bliksem naar hen, zodat ze in paniek raakten.
16 De zeebodem viel droog,
de fundamenten van de aarde werden zichtbaar
toen Hij woedend tegen mijn vijanden tekeer ging
en tegen hen blies met de adem van zijn neus.
17 Hij stak uit de hemel zijn hand naar mij uit,
greep me en trok me op uit het diepe water.
18 Hij redde me uit de greep van mijn machtige vijanden
die mij haatten en die sterker waren dan ik.
19 Ze vielen me aan toen ik zwak was,
maar de Heer hielp mij.
20 Hij bevrijdde me en gaf me weer ruimte.
Hij redde mij, omdat Hij van mij houdt.

21 De Heer deed dit voor mij, omdat ik onschuldig ben.
Hij beloonde me ervoor dat ik nooit iets slechts had gedaan.
22 Want ik heb me altijd gehouden aan de wetten van de Heer.
Ik heb mijn God nooit verlaten.
23 Altijd gehoorzaamde ik zijn leefregels.
Ik deed wat Hij van me vroeg.
24 Ik leefde zoals Hij het wil
en was Hem nooit ongehoorzaam.
25 Ja, de Heer beloonde me omdat ik onschuldig ben.
Hij beloonde me omdat Hij had gezien dat ik nooit iets slechts had gedaan.

26 Als mensen trouw zijn aan U, bent U trouw aan hen.
U bent goed voor mensen die goed leven.
27 Aan mensen die eerlijk zijn,
laat U zien dat U een eerlijk God bent.
Maar aan mensen die slecht zijn,
laat U zien dat U hun vijand bent.
28 U redt arme en verdrukte mensen.
Maar U vernedert de mensen
die trots denken dat ze U niet nodig hebben.
29 U bent voor mij als een lamp, Heer,
want U brengt licht in mijn duisternis.
30 Met U durf ik een heel leger aan.
Met U spring ik over een muur.

31 Wat God doet is volmaakt.
Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen.
Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp.
32 Er is geen andere God dan de Heer!
Er is geen andere rots dan onze God! Alleen Hij is de rots onder onze voeten.
33 Hij maakt mij sterk.
Hij zorgt ervoor dat ik alles aan kan.
34 Hij maakt mijn voeten zo behendig als die van een hert.
Zelfs op de hoogste toppen zorgt Hij dat ik stevig sta.
35 Hij leert me hoe ik moet strijden,
zodat ik koperen bogen kan spannen.
36 U beschermde me als een schild en U hielp mij.
Dankzij uw goedheid ben ik machtig geworden.
37 U heeft de weg voor mij gebaand.
Ik kon gaan zonder te struikelen.
38 Ik achtervolgde mijn vijanden en haalde hen in.
Ik ging niet terug vóórdat ik hen had vernietigd.
39 Ik sloeg hen neer met mijn zwaard.
Ze vielen onder mijn voeten en stonden nooit meer op.
40 Want dankzij U was ik sterk in de strijd.
U dwong mijn vijanden om zich over te geven.
41 Dankzij U sloegen mijn vijanden op de vlucht.
Al mijn vijanden heb ik vernietigd.
42 Ze riepen om hulp, maar niemand redde hen.
Ze riepen tot de Heer, maar Hij antwoordde niet.
43 Toen vermaalde ik hen tot stof in de wind.
Ik vertrapte hen als het vuil in de straten.
44 U heeft mij gered toen mensen tegen mij in opstand kwamen.
U maakte mij tot hoofd over vele volken.
Verre volken dienden mij.
45 Zodra ze van mij hoorden, gehoorzaamden ze mij.
Buitenlandse volken bogen nederig voor mij
omdat ze bang voor me waren.
46 Vreemdelingen beefden van angst voor mij
en kwamen angstig uit hun burchten.

47 De Heer leeft!
Ik juich voor Hem, de rots onder mijn voeten!
Alle eer is voor de God die mij heeft gered!
48 Hij heeft me de overwinning gegeven
en mij tot koning over vele volken gemaakt.
49 Hij heeft me van mijn vijanden gered.
Hij heeft mij machtiger gemaakt
dan de mensen die tegen me in opstand kwamen.
Hij heeft mij gered van mensen die geweld tegen me wilden gebruiken.
50 Heer, daarom prijs ik U onder de volken
en zing ik liederen voor U.

51 Hij redt zijn koning op bijzondere manieren.
Hij is goed voor de man die Hij tot koning heeft gezalfd.
Hij is goed voor David en voor zijn familie ná hem, voor altijd.

Psalm 19

Voor de leider van het koor. Een lied van David.

Aan de hemel is te zien hoe machtig God is.
Het heelal vertelt dat God alles heeft gemaakt.
Elke volgende dag spreekt daarover.
Elke volgende nacht laat dat weer zien.
Het is een taal zonder woorden.
Er is geen stem te horen.
Toch klinkt hun boodschap over de hele aarde.
De hele wereld hoort ervan.

God heeft aan de hemel
voor de zon een tent neergezet.
De zon komt stralend naar buiten,
stralend als een bruidegom die uit zijn slaapkamer komt,
en vrolijk als een held die op weg gaat naar de wedstrijd.
Aan de ene kant van de hemel komt de zon op
en ze gaat verder tot ze de andere kant bereikt.
Niets kan zich verbergen voor haar hitte.

De wet van de Heer is volmaakt
en richt de mensen op God.
De woorden van de Heer zijn te vertrouwen
en geven de mensen wijsheid.
De bevelen van de Heer zijn goed
en maken de mensen blij.
De wetten van de Heer zijn zuiver
en geven de mensen raad.
10 De wet van de Heer is zuiver
en zal eeuwig blijven bestaan.
De bevelen van de Heer zijn waarheid
en zijn allemaal juist en goed.
11 Ze zijn kostbaarder voor een mens dan goud,
kostbaarder dan veel, zuiver goud.
Ze zijn zoeter dan honing,
zoeter dan honing uit de honingraat.

12 Ik laat me door uw wet leiden.
Gehoorzaamheid aan uw wet geeft een grote beloning.
13 Wie merkt het altijd als hij iets fout doet?
Vergeef me wat ik verkeerd doe zonder dat ik het weet.
14 Bescherm me ook tegen trots.
Laat trots niet de baas over mij zijn.
Dan leef ik zoals U het wil en doe ik geen verkeerde dingen.
15 Heer, ik wil dat U kan genieten van alles wat ik zeg of denk.
Heer, U bent de rots onder mijn voeten.
U bent mijn Redder.

Psalm 20

Een lied van David. Voor de leider van het koor.

Ik wens je toe dat de Heer je zal helpen
als je in moeilijkheden zit.
Ik wens je toe dat de God van Jakob je zal beschermen.
Ik wens je toe dat Hij je hulp zal sturen vanuit zijn heiligdom
en dat Hij je zal steunen vanuit Jeruzalem.
Ik wens je toe dat Hij al je meel-offers zal aannemen,
dat Hij zal genieten van al je brand-offers.
Ik wens je toe dat Hij je zal geven wat je wenst,
dat Hij ervoor zal zorgen dat al je plannen slagen.

We zullen juichen over uw overwinning.
We zullen voor onze God onze vlaggen omhoog houden.
Ik wens je toe dat de Heer je alles zal geven wat je van Hem vraagt.

Nu weet ik: de Heer geeft de overwinning
aan de man die Hij tot koning heeft gezalfd.
Hij antwoordt hem vanuit zijn heilige hemel.
Hij redt hem met zijn sterke hand.
Sommige mensen vertrouwen op strijdwagens,
andere mensen op paarden.
Maar wíj vertrouwen op onze Heer God.
Zíj storten neer en vallen,
maar wíj blijven stevig staan.
10 Heer, geef de koning de overwinning!
Antwoord ons als we U om hulp roepen!

Footnotes

  1. Psalmen 18:1 Dit zou kunnen gaan over de tijd dat David op de vlucht was voor koning Saul. Daarover is te lezen in 1 Samuel 22 tot en met 25. Deze zelfde Psalm staat in 2 Samuel 22.