Add parallel Print Page Options

Psalm 33

Als je leeft zoals God het wil,
juich dan over de Heer!
Zing dankliederen voor Hem!
Loof de Heer met de harp.
Speel liederen voor Hem op allerlei muziekinstrumenten.
Zing een nieuw lied voor Hem.
Maak vrolijke muziek en zing er luid bij.
Want wat de Heer zegt, is te vertrouwen.
Aan alles wat Hij doet, is te zien dat Hij trouw is.
Hij houdt van rechtvaardigheid.
Aan alles op aarde is te zien dat de Heer goed en vol liefde is.
De hemel is gemaakt door het woord van de Heer.
De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem.
Hij bepaalde de grenzen van de zee.
Het water van de oceanen verzamelde zich
op de plaatsen die Hij had aangewezen.
Laat iedereen op aarde ontzag hebben voor de Heer.
Laten alle mensen diep ontzag voor Hem hebben.
Want door één enkel woord heeft Hij alles gemaakt.
Hij sprak en het was er.

10 Volken maken plannen,
maar de Heer zorgt ervoor dat daar niets van terecht komt.
11 Want wat de Heer van plan is, zal ook gebeuren.
Door de eeuwen heen worden al zijn plannen werkelijkheid.
12 Het is heerlijk voor een volk als de Heer zijn God is.
Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn.
13 De Heer ziet vanuit de hemel alle mensen.
14 Vanuit zijn huis kijkt Hij
naar de bewoners van de aarde.
15 Hij heeft hen allemaal gemaakt.
Hij weet alles wat ze doen.

16 Als koningen winnen,
komt dat niet door hun machtige leger.
Helden winnen niet omdat ze zo sterk zijn.
17 Paarden zorgen niet voor de overwinning,
hoe sterk ze ook zijn.
18 Het is de Heer die de overwinning geeft.
Hij is het die zorgt voor de mensen
die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen.
19 Want Hij is goed en liefdevol.
Als er hongersnood is, houdt Hij hen in leven.
20 We vertrouwen op de Heer.
Hij beschermt ons als een schild en helpt ons altijd.
21 We zijn blij over Hem.
We vertrouwen op Hem.

22 Heer, wees alstublieft goed voor ons,
want we vertrouwen op U.

Psalm 34

Een lied van David, toen hij bij koning Abimelech deed alsof hij gek was, zodat de koning hem wegjoeg en David kon ontkomen.[a]

Ik wil de Heer altijd prijzen.
Altijd zal ik Hem loven.
Ik ben heel erg blij met de Heer.
Mensen die leven zoals Hij het wil
zullen het horen en samen met mij blij zijn.
Laten we samen de Heer prijzen!
Laten we elkaar vertellen welke geweldige dingen Hij heeft gedaan.
Ik riep tot de Heer en Hij antwoordde mij.
Steeds als ik bang was, heeft Hij mij gered.
Mensen die op Hem vertrouwen,
stralen van blijdschap,
want Hij stelt hen nooit teleur.
Ik was er ellendig aan toe.
Toen riep ik de Heer om hulp.
De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden.

Als je diep ontzag voor de Heer hebt,
beschermt de Engel van de Heer je.
Hij zal je redden.
Probeer maar hoe goed de Heer is!
Het is heerlijk voor je als je op Hem vertrouwt.
10 Heb diep ontzag voor de Heer.
Dan kom je nooit iets tekort.
11 Jonge leeuwen lijden soms honger.
Maar mensen die op de Heer vertrouwen, komen niets tekort.

12 Kinderen, luister naar mij.
Ik zal jullie leren wat diep ontzag voor de Heer is.
13 Houd je van het leven?
Wil je graag lang leven en gelukkig zijn?
14 Zorg er dan voor dat je geen verkeerde dingen zegt.
Vertel geen leugens.
15 Blijf bij het kwaad vandaan en doe het goede.
Doe je best om altijd de vrede te bewaren.
16 De Heer zorgt voor de mensen die leven zoals Hij het wil.
Hij luistert naar hen als ze Hem om hulp roepen.
17 Maar Hij vernietigt de mensen die slechte dingen doen.
Na hun dood worden ze door iedereen vergeten.
18 Als de mensen die leven zoals de Heer het wil
tot Hem om hulp roepen,
dan luistert de Heer.
Hij redt hen uit al hun moeilijkheden.
19 Hij is dicht bij mensen die wanhopig zijn.
Hij redt de mensen die alle hoop hebben opgegeven.
20 Iemand die leeft zoals Hij het wil,
maakt heel veel moeilijkheden mee.
Maar de Heer redt hem elke keer.
21 Hij beschermt hem.
Niemand kan hem iets doen.[b]
22 Maar mensen die zich niets van God aantrekken,
worden door het kwaad gedood.
Mensen die eerlijke mensen slecht behandelen,
zullen daarvoor worden gestraft.
23 De Heer redt de mensen die Hem dienen.
Mensen die op Hem vertrouwen, zullen veilig zijn.

Footnotes

  1. Psalmen 34:1 Dit is waarschijnlijk het verhaal uit 1 Samuel 21:10-15, waar David op de vlucht was voor koning Saul. Alleen wordt de koning van Gat daar geen Abimelech genoemd, maar Achis.
  2. Psalmen 34:21 Eigenlijk staat hier: 'Hij beschermt al zijn botten. Geen één bot zal worden gebroken.' Dit is één van de verzen die over Jezus zouden kunnen gaan. Lees Johannes 19:36.

De beschuldigingen tegen Paulus

24 Vijf dagen later kwam de hogepriester Ananias aan. Hij had een paar van de leiders bij zich en een aanklager, Tertullus. Ze kwamen Felix vertellen waar ze Paulus van beschuldigden. Toen Paulus was geroepen, begon Tertullus zijn beschuldiging. Hij zei: "Zeer geëerde Felix, wij zijn u erg dankbaar. Want dankzij u hebben we grote vrede. En uw regering heeft verbeteringen voor ons volk gebracht. Maar we willen u niet te lang storen. U staat bekend als een vriendelijk mens. Daarom vraag ik u om even naar ons te willen luisteren. Wij hebben gemerkt dat deze man een pest is. Hij veroorzaakt opstanden onder alle Joden over de hele wereld. Hij is de belangrijkste leider van de sekte uit Nazaret. Hij heeft ook geprobeerd om de tempel onrein te maken. Daarom hebben wij hem gevangen genomen. We wilden hem volgens de regels van onze wet veroordelen. Maar commandant Lysias is tussenbeide gekomen en heeft hem met geweld meegenomen. Hij beval dat de mensen die hem beschuldigen, naar u toe moesten gaan. Als u Paulus hierover verhoort, zult u zelf van hem kunnen horen dat deze beschuldigingen waar zijn." En de Joden zeiden dat ze het hier helemaal mee eens waren.

Paulus verdedigt zich

10 Felix wenkte naar Paulus dat het zijn beurt was om iets te zeggen. Paulus zei: "Ik weet dat u al jarenlang rechter over dit volk bent. Daarom verdedig ik mijzelf met goede moed. 11 U kan zelf nagaan dat het pas twaalf dagen geleden is dat ik naar Jeruzalem ben gegaan. Ik wilde gaan aanbidden in de tempel. 12 Ze hebben mij niet in de tempel met iemand zien ruziemaken. Ze hebben me daar ook geen rel zien veroorzaken. Ook niet in de synagogen of ergens anders in de stad. 13 Ze kunnen niets bewijzen van de dingen waar ze mij van beschuldigen. 14 Maar ik geef toe dat ik inderdaad bij die 'weg' hoor die zij een sekte noemen. Want dat is de manier waarop ik de God van onze voorouders aanbid. Ik geloof alles wat er in de Boeken van Mozes en van de profeten staat. 15 Ik geloof en verwacht net als zij, dat goede én slechte mensen uit de dood zullen opstaan. 16 En ik doe erg mijn best om altijd een zuiver geweten te hebben voor God en voor de mensen.

17 Ik ben jarenlang niet in Jeruzalem geweest. En nu was ik gekomen om een geschenk te brengen aan de arme mensen van mijn volk. Ook wilde ik offers komen brengen in de tempel. 18 Een paar Joden uit Asia zagen mij in de tempel bezig met die offers. Ik was daar rustig bezig, zonder een rel of opstand. 19 Zíj zouden hier moeten staan en mij beschuldigen als ze iets tegen me zouden hebben. 20 En anders moeten déze mensen zeggen wat voor misdaad ik volgens hen heb begaan. Wat voor slechts hebben zij in mij gevonden toen ik voor hun Vergadering stond? 21 Ze kunnen maar één ding tegen mij hebben. Namelijk dat ik tegen de Vergadering heb geroepen: 'Ik moet vandaag terechtstaan omdat ik geloof dat de mensen uit de dood zullen opstaan!' "

Felix' beslissing

22 Maar Felix wist niet zoveel van deze 'weg'. Daarom stelde hij de rechtszitting uit en zei: "Ik wacht tot commandant Lysias hier is. Zodra ik er meer van weet, zal ik een beslissing over je nemen." 23 Hij gaf het bevel om Paulus gevangen te houden, maar minder streng. Ook mochten Paulus' vrienden niet tegengehouden worden als ze hem kwamen bezoeken of hem eten kwamen brengen.

24 Een paar dagen later kwam Felix weer, met zijn Joodse vrouw Drusilla. Hij liet Paulus roepen. Paulus moest hem vertellen over het geloof in Jezus Christus. 25 Maar Paulus sprak ook over rechtvaardigheid en zelfbeheersing, en dat God op een dag over de mensen zal rechtspreken. Toen werd Felix bang. Hij zei: "Voor vandaag is het wel even genoeg. Ga maar. Als ik weer eens tijd heb, laat ik je wel weer komen." 26 Tegelijk hoopte hij dat Paulus hem geld zou aanbieden om zichzelf vrij te kopen. Daarom liet hij hem telkens weer komen en sprak hij met hem.

27 Maar na twee jaar vertrok Felix. Hij werd opgevolgd door Porcius Festus. Felix wilde de Joden een plezier doen. Daarom liet hij Paulus in gevangenschap achter.