Add parallel Print Page Options

Spreuken van Salomo (vervolg)

19 Je kan beter arm zijn maar eerlijk,
dan een dwaas zijn die bovendien liegt en bedriegt.

Het is verkeerd als je je verstand niet gebruikt.
Als je te haastig bent, doe je al gauw verkeerd tegen een ander.

Door zijn eigen dwaasheid loopt het verkeerd af met een mens.
Maar daarvan geeft hij de Heer de schuld.

Rijke mensen hebben veel vrienden.
Maar als ze arm worden, laten hun vrienden hen in de steek.

Iemand die tegen de rechter liegt
zodat een onschuldig mens wordt veroordeeld,
moet gestraft worden. Hij mag zijn straf niet ontlopen.

Velen vragen om gunsten van belangrijke mensen.
Iedereen wil bevriend zijn met iemand die geschenken uitdeelt.

Iemand die arm is, is niet geliefd bij zijn broers.
Vrienden blijven zelfs nog veel verder bij hem uit de buurt.
Als hij om hulp vraagt, is er niemand die naar hem luistert.

Wees verstandig – dat beschermt je leven.
Wees wijs – dan vind je geluk.

Iemand die tegen de rechter liegt
zodat een onschuldig mens wordt veroordeeld,
moet gestraft worden. Hij verdient de doodstraf.

10 Rijkdom hoort niet bij een dwaas.
Nog veel minder hoort een slaaf te heersen over rijken.

11 Mensen die verstandig zijn, worden niet snel boos.
Ze kiezen er liever voor een ander zijn fouten te vergeven.

12 De boosheid van een koning is zo angstaanjagend als het brullen van een leeuw.
Zijn tevredenheid is zo aangenaam als de dauw op het gras.

13 Een dwaze zoon is een ramp voor zijn ouders.
Een vrouw die aldoor met haar man ruzie maakt is net zo erg als een lekkend dak.

14 Huis en bezit erf je van je ouders.
Maar een verstandige vrouw is een geschenk van de Heer.

15 Luie mensen verslapen hun tijd.
Mensen die niets uitvoeren, zullen honger lijden.

16 Als je je aan de wet van God houdt, bewaar je je leven.
Maar als je je er niets van aantrekt, zul je sterven.

17 Als je iets aan een arm mens geeft, leen je dat als het ware uit aan de Heer:
Híj zal het je teruggeven door je ervoor te belonen.

18 Straf je zoon, voordat het te laat is.
Maar zorg ervoor dat je niet zo ver gaat dat je hem doodt.

19 Een mens die driftig is, zal daarvan de gevolgen moeten dragen.
Laat hem zijn straf krijgen, want als je dat probeert te voorkomen,
zul je hem steeds opnieuw moeten redden.

20 Luister naar goede raad en laat je opvoeden.
Uiteindelijk zal dat je wijs maken.

21 Mensen maken allerlei plannen.
Maar wat de Heer van plan is, gebeurt.

22 Een mens wil graag hulpvaardig zijn.
Toch kun je beter toegeven dat je te arm bent om te helpen,
dan dingen beloven die je niet waar kan maken.

23 Diep ontzag voor de Heer houdt je in leven.
Alleen daardoor zal het goed met je gaan. Er zal je niets overkomen.

24 Een lui mens houdt zijn handen in zijn zakken.
Hij is nog te lui om ze eruit te halen om te eten.

25 Als je een slecht mens straft, wordt hij verstandig.
Als je een verstandig mens bestraft, wordt hij nog wijzer.

26 Als je je vader mishandelt of je moeder wegjaagt,
ben je een schandalige zoon.

27 Mijn zoon, stop met te luisteren naar goede raad
als je er toch niets mee doet.

28 Een gewetenloze getuige trekt zich niets van rechtvaardigheid aan.
Slechte mensen vinden oneerlijkheid heerlijk.

29 Voor slechte mensen ligt de straf al klaar.
De stok staat al klaar voor de rug van dwazen.

Spreuken van Salomo (vervolg)

20 Van drank word je overmoedig en lawaaiig.
Als je te veel drinkt, ben je een dwaas.

De woede van een koning is zo dreigend als het brullen van een leeuw.
Als je hem kwaad maakt, breng je je eigen leven in gevaar.

Het eert een mens als hij ruzies vermijdt.
Maar een dwaas doet met elke ruzie mee.

Omdat de winter al begint, wil een lui mens zijn akker niet meer omploegen.
Maar in de oogsttijd vraagt hij zich af waarom er niets valt te oogsten.

Goede raad zit diep in het hart, als water in een diepe put.
Maar als je wijs bent, weet je die toch naar boven te halen.

Iedereen beweert van zichzelf dat hij een goed mens is.
Maar een echt betrouwbaar mens – waar is die te vinden?

Een rechtvaardig mens is altijd eerlijk.
Dat is een zegen voor zijn kinderen.

Een goede koning die rechtspreekt
weet met één blik waar het kwaad zit.

Geen mens kan zeggen: "Ik heb een zuiver geweten.
Ik ben nog nooit ongehoorzaam geweest aan God."

10 Bedrog door met een onzuivere meetstok te meten
of met valse gewichten te wegen –
de Heer haat het allebei.

11 Ook aan een kind kun je zien of het goed en eerlijk is.
Je kan het zien aan wat het doet.

12 Oren die horen en ogen die zien
zijn allebei door de Heer gemaakt.

13 Verslaap je tijd niet, want dan word je arm.
Sta vroeg op, dan heb je eten genoeg.

14 "Waardeloos! Slechte rommel!" roept de koper.
Maar als hij weggaat, is hij tevreden dat hij voordelig zaken heeft gedaan.

15 Goud en edelstenen zijn er in overvloed.
Maar verstandige woorden zijn zeldzaam en kostbaar.

16 Pak de mantel af van iemand die borg is gaan staan voor een onbekende.
Geef die mantel als onderpand aan mensen die je niet kent.

17 Oneerlijk verdiend brood smaakt heerlijk.
Maar later lijkt het of je een mond vol grind hebt.

18 Alleen door goede raad van anderen ontstaan goede plannen.
Begin dus ook de oorlog pas na goed overleg.

19 Mensen die graag roddelen, verraden geheimen.
Ga dus niet met zulke mensen om, ook al is het verleidelijk om naar hen te luisteren.

20 Als je je vader of moeder vervloekt,
zal je leven uitgedoofd worden als een olielamp in de nacht.

21 Als je je erfenis te snel opeist,[a]
zal dat uiteindelijk niets goeds brengen.

22 Zeg niet: "Ik zal wraak nemen."
Vertrouw op de Heer. Hij zal voor je opkomen.

23 De Heer haat het als je oneerlijke gewichten gebruikt.
Het is verkeerd als je met je weegschaal de mensen bedriegt.

24 De Heer leidt je leven.
Hoe zou je kunnen begrijpen waar je weg heenvoert?

25 Het is dom om te haastig iets aan God te beloven
en je daarna pas af te vragen of je je belofte wel kan houden.

26 Een wijze koning ontdekt de misdadigers.
Hij zal ze zonder genade straffen.

27 De Heer heeft je een geweten gegeven om je te leiden.
Je geweten is een lamp die je laat zien wat er in het diepst van je hart is.

28 Goedheid en waarheid beschermen de koning.
Want alleen daardoor zal hij lang regeren.

29 Jonge mannen zijn trots op hun kracht.
Oude mensen zijn trots op hun hoge leeftijd.

30 Bloedige striemen genezen een slecht mens van het verlangen om slechte dingen te doen.
Stokslagen slaan de slechtheid uit zijn hart.

Spreuken van Salomo (vervolg)

21 De Heer bepaalt hoe de beken stromen.
Net zo leidt Hij de gedachten en plannen van de koning.

Iedereen vindt van zichzelf dat hij het goed doet.
Maar de Heer kijkt hoe je van binnen werkelijk bent.

Van eerlijkheid en rechtvaardigheid
geniet de Heer meer dan van offers.

Trots en veel verbeelding,
zelfs het ploegen van de slechte mensen,
vindt God allemaal slecht.

Door ijver worden mensen rijk.
Maar te grote haast veroorzaakt armoede.

Het is gevaarlijk om te proberen door bedrog rijk te worden.
Eigenlijk zoek je zo de dood!

Het geweld van slechte mensen wordt hun dood
doordat ze weigerden rechtvaardig te zijn.

Leugenaars liegen en bedriegen om hun doel te bereiken.
Maar wat goede mensen doen, is eerlijk en oprecht.

Je kan beter op een hoekje van het dak wonen,
dan in een heel huis met een vrouw die altijd ruzie maakt.

10 Slechte mensen willen alleen maar kwaad doen.
Ze geven helemaal niets om een ander.

11 Als slechte mensen worden gestraft, worden ze verstandig.
Als wijze mensen worden gewaarschuwd, worden ze nog verstandiger.

12 Laten goede mensen letten op wat er met de slechte mensen gebeurt:
God straft hen voor hun slechtheid.

13 Als je doet alsof je niets hoort wanneer een arm mens om hulp roept,
zul je geen antwoord krijgen wanneer je zelf schreeuwt om hulp.

14 Met een stil geschenk kun je boosheid sussen.
Met een geldbedrag kun je woede doen bedaren.

15 Rechtvaardige mensen zijn blij als er eerlijk wordt rechtgesproken.
Maar voor slechte mensen is het een ramp.

16 Als je niets met wijsheid te maken wil hebben,
zul je al snel tussen de doden liggen.

17 Mensen die altijd maar feesten, zullen arm worden.
Mensen die alleen maar eten en drinken, worden niet rijk.

18 Slechte mensen betalen met hun leven voor wat ze onschuldige mensen hebben aangedaan.
Ze krijgen zelf de straf die ze de ander toewensten.

19 Je kan beter eenzaam in de woestijn wonen,
dan bij een humeurige vrouw die altijd ruzie maakt.

20 Wijze mensen hebben rijkdommen en voorraden in huis.
Dwaze mensen maken al hun geld op en hebben niets.

21 Als je probeert om liefdevol en eerlijk te leven,
vind je leven, rechtvaardigheid en eer.

22 Een wijs mens kan een stad vol dappere helden veroveren.
Hij is sterker dan de muren waar zij op vertrouwden.

23 Als je je mond en tong in bedwang houdt,
voorkom je dat je in moeilijkheden raakt.

24 Opscheppers trekken zich van niemand iets aan.
Ze zijn in alles overmoedig.

25 Luie mensen sterven door alle wensen die ze hebben.
Want ze weigeren te werken.

26 Sommige mensen willen altijd maar méér hebben.
Maar goede mensen zijn gul en delen uit van wat ze hebben.

27 De Heer walgt van de offers van slechte mensen.
Vooral als ze met die offers iets van Hem gedaan willen krijgen.

28 Een getuige die liegt tegen de rechter, zal gedood worden.
Maar een getuige die luistert en eerlijk is, mag uitspreken.

29 Slechte mensen zetten een brutaal gezicht op om indruk te maken.
Eerlijke mensen hebben dat niet nodig.

30 Geen mens is wijzer of verstandiger dan God.

31 Je kan je paarden wel klaarmaken voor de strijd,
maar de overwinning hangt niet van de paarden af maar van de Heer.

Footnotes

  1. Spreuken 20:21 Vergelijk dit met Lukas 15:11 en 12.