Add parallel Print Page Options

30 Dit zijn de woorden van Agur, de zoon van Jake—het zijn woorden van God. De strijder zegt: ‘God, ik heb zoveel moeite gedaan, ik kan niet meer!

Ik schiet tegenover iedereen tekort en het ontbreekt mij aan verstand.
Ik heb geen wijsheid verkregen en begrijp ook niets van alles wat heilig is.’
Wie ging er naar de hemel en kwam weer terug? Wie houdt de wind stevig vast? Wie heeft al het water in een mantel gebonden? Wie gaf de aarde haar vorm en omtrek? Hoe heet Hij en hoe heet zijn Zoon? Zeg het mij als u het weet.
Gods woorden zijn puur en zuiver, Hij beschermt ieder die op Hem vertrouwt.
Voeg niets aan zijn woorden toe, want dan straft Hij u, omdat u een leugenaar bent.
God, ik heb twee dingen aan U gevraagd en geef mij die alstublieft voordat ik sterf:
houd ongeloof en leugens bij mij weg, geef mij armoe noch rijkdom, maar alleen wat ik nodig heb.
Want als ik verzadigd zou zijn, zou ik U misschien verloochenen door te zeggen: ‘Wie is de Here?’ En als ik arm was, zou ik misschien gaan stelen en daardoor uw naam oneer aandoen.
10 Klaag een knecht niet aan bij zijn meester, anders vervloekt hij u misschien en beschouwt God u als schuldig.
11 Er zijn mensen die hun ouders vervloeken,
12 mensen die zichzelf goed vinden, maar in werkelijkheid zondig zijn,
13 mensen die hooghartig om zich heen kijken en anderen verachten,
14 mensen die hun tanden als zwaarden en hun kiezen als messen gebruiken, om daarmee de noodlijdenden en de armen te vermalen.
15 De bloedzuiger heeft twee dochters: ze zijn onverzadigbaar en willen steeds meer. Drie dingen zijn absoluut niet te verzadigen, voor de volgende vier dingen is het nooit genoeg:
16 het graf, een onvruchtbare baarmoeder, de aarde die nooit genoeg water heeft, en het vuur. Geen van die vier zegt ooit: ‘Nu is het genoeg.’
17 Het oog waaruit minachting voor een vader spreekt of dat opstandig kijkt naar een moeder, wordt uitgepikt door de raven bij de beek, wordt voedsel voor de jonge adelaars.
18 Veel dingen zijn voor mij onbegrijpelijk, de volgende vier kan ik niet bevatten:
19 een adelaar die hoog aan de hemel zweeft, een slang die moeiteloos over een gladde rots kruipt, een schip dat veilig door de golven vaart en wat gebeurt tussen een man en zijn jonge vrouw.
20 En minstens zo onbegrijpelijk is het gedrag van een vrouw die overspel pleegt: zij zondigt, kleedt zich weer aan en zegt: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan.’
21 Mensen hebben een afschuw van veel dingen en de volgende vier dingen zijn onverdraaglijk:
22 een knecht die macht krijgt, een dwaas die in weelde leeft,
23 een verbitterde vrouw die toch trouwt en een dienares die de plaats van haar meesteres inneemt.
24 De volgende vier zijn weliswaar klein, maar hebben van God grote wijsheid gekregen:
25 de mieren hebben weliswaar geen verstand, maar zijn toch zo verstandig in de zomer hun voedsel te verzamelen,
26 klipdassen mogen dan redeloze dieren zijn, maar hebben wel hun hol in de rotsen,
27 hoewel sprinkhanen geen leider hebben, trekken zij op in geordende groepen,
28 de hagedis is met de hand te pakken, maar leeft zelfs in koninklijke paleizen.
29 Er zijn veel indrukwekkende dingen op aarde, de volgende vier bijvoorbeeld:
30 een oude leeuw, een bejaarde koning der dieren die voor niemand aan de kant gaat,
31 een soepel rennende windhond, een trotse bok en een onoverwinnelijke koning.
32 Hebt u in uw woede dwaas gehandeld of hebt u kwaad in de zin, zwijg dan en voer uw plan niet uit!
33 Want door melk te karnen ontstaat boter, door te hard op de neus te drukken ontstaat een bloedneus en door woede op te wekken ontstaat ruzie.

31 Koning Lemuël van Massa schreef de levenslessen op die zijn moeder hem leerde.

Wat zal ik je vertellen, mijn zoon, die uit mij geboren werd, om wie ik zoveel geloften deed?
Lever jezelf niet uit aan de vrouwen en zet je zinnen niet op oorlogvoering en het veroveren van koninkrijken.
Het is niet goed als koningen te veel wijn drinken, Lemuël, en drankzucht past niet bij hen,
want als de koning te veel drinkt, loopt hij gevaar de rechtvaardigheid uit het oog te verliezen, wat de onderdrukten kan benadelen.
Geef sterke drank maar aan iemand die in de put zit, wijn aan iemand die erg verdrietig is,
want wanneer zij drinken, vergeten zij hun armoede en zorgen.
Kies de kant van de onmondigen, van hen die buiten hun schuld gevaar lopen.
Spreek en vel een rechtvaardig vonnis, geef de onderdrukten en noodlijdenden hun recht.
10 Wie is zo gelukkig een goede vrouw te vinden? Zij is immers veel meer waard dan de duurste edelstenen?
11 Haar man vertrouwt volledig op haar en het zal hem aan niets ontbreken.
12 Zij benadeelt hem nooit, doet haar hele leven goed.
13 Ze zoekt wol en vlas, die ze met rappe handen verwerkt.
14 Zoals een koopman zijn handelsschepen uitzendt, zorgt zij dat zij over al het nodige beschikt, ook al moet dat van ver komen.
15 In de vroege morgen, wanneer het nog donker is, staat zij op en zorgt dat haar gezin en het personeel kunnen eten.
16 Als zij haar zinnen heeft gezet op een bepaalde akker, krijgt zij hem ook, met wat zij verdient plant ze een wijngaard.
17 Vlijtig gaat zij aan het werk, zij is met opgestroopte mouwen aan de slag.
18 Zij merkt dat haar werk vruchten afwerpt en het is dan ook vaak nacht voordat zij gaat slapen.
19 Snel schieten haar handen over haar spinnewiel, vaardig schikken zij het vlas.
20 Ze staat altijd klaar om een noodlijdende te helpen, iedereen kan op haar hulp rekenen.
21 Zij maakt zich geen zorgen om haar gezin wanneer de winter komt, want zij heeft voor mooie en warme kleding gezorgd.
22 Zij maakt voor zichzelf prachtige tapijten en draagt kleren van fijn linnen en prachtig gekleurde stoffen.
23 Haar man is een gezien figuur op de plaatsen, waar recht wordt gesproken en is een van de leiders van het land.
24 Zij maakt linnen kleding en verkoopt die en levert gordels aan de koopman.
25 Kracht en waardigheid stralen van haar af en zij ziet elke nieuwe dag met vertrouwen tegemoet.
26 Uit haar woorden spreekt wijsheid en de wil om goed te doen.
27 Zij weet precies wat in haar huishouding gebeurt en op luiheid zul je haar niet betrappen.
28 Haar kinderen kijken tegen haar op en haar man prijst zich gelukkig en zegt:
29 ‘Er zijn veel goede vrouwen, maar jij overtreft ze allemaal!’
30 Uiterlijke schoonheid is bedrieglijk en verdwijnt, maar een vrouw die ontzag heeft voor de Here, verdient bewondering en lof.
31 Haar goede daden zullen haar eer en erkenning opleveren, zelfs van hooggeplaatste mensen.

Spreuken van Agur

30 Dit zijn de woorden van Agur, de zoon van Jake. Hij moest dit van God zeggen.

De man zegt tegen Ithiël, tegen Ithiël en Uchal:
Ik ben vast dommer dan wie dan ook.
Ik heb helemaal geen verstand.
Ik ben lang niet wijs genoeg.
Ik weet niet veel van wat heilig is.
Wie is er ooit naar de hemel geklommen en weer teruggekomen?
Wie heeft ooit de wind met zijn handen kunnen pakken?
Wie heeft ooit het water in zijn mantel kunnen verzamelen?
Wie heeft ooit kunnen meten waar de aarde eindigt?
Hoe heet hij en hoe heet zijn zoon?
Zeg het mij als je het weet.

Alles wat God heeft gezegd, is waar.
Hij is een beschermend schild voor de mensen die op Hem vertrouwen.
Verander niets aan zijn woorden,
want anders zal Hij je bestraffen en de mensen zullen zien dat je hebt gelogen.

Ik vraag maar twee dingen van U.
Geef mij die alstublieft, voordat ik sterf:
Help me om nooit oneerlijk te zijn en nooit te liegen.
Maak mij niet arm en ook niet rijk.
Geef me gewoon alle dagen genoeg te eten.
Want als ik veel heb,
zou ik misschien gaan denken dat ik U niet nodig heb.
Ik zou misschien gaan zeggen: "De Heer, wie is dat?"
En als ik arm zou zijn, zou ik misschien gaan stelen.
Dan zou ik mijn God te schande maken.

10 Zeg over een knecht geen slechte dingen tegen zijn heer.
Want zijn heer zou je erom vervloeken en het zou slecht met je aflopen.

11 Er zijn mensen die hun vader vervloeken
en niets goeds over hun moeder zeggen.
12 Er zijn mensen die vinden dat ze niets verkeerds doen
maar die in werkelijkheid veel kwaad doen.
13 Er zijn mensen die trots met hun neus in de lucht lopen
en op alle andere mensen neerkijken.
14 Er zijn mensen met tanden zo scherp als zwaarden,
zo scherp als messen.
Daarmee verslinden ze de arme mensen in het land.
Niemand is voor hen veilig.

15 Een uitzuiger kent maar twee woorden.
Het ene woord is: "Geef!" Het andere is: "Geef!"
En er zijn drie, nee, vier dingen die nooit genoeg hebben:
16 het dodenrijk,
een vrouw die geen kinderen kan krijgen,[a]
de aarde die steeds opnieuw water nodig heeft
en het vuur dat nooit zegt: "Het is genoeg!" Alle vier roepen ze: "Geef!"

17 De ogen van iemand die zijn vader uitlacht
en zijn moeder niet gehoorzaamt,
zullen door de raven worden uitgepikt
of door de gieren aan hun jongen worden gevoerd.

18 Deze drie, nee, deze vier dingen kan ik niet begrijpen:
19 hoe een adelaar de weg vindt langs de hemel,
hoe een slang de weg vindt over de rotsen,
hoe een schip de weg vindt op volle zee
en hoe een jongen de weg vindt naar het hart van een meisje.

20 Een ontrouwe vrouw die met een andere man naar bed is geweest,
ziet daar zelf niets bijzonders in.
Voor haar is het net zo gewoon als het afvegen van haar mond na het eten.
Ze zegt: "Ik heb toch niets verkeerds gedaan?"

21 Er zijn drie, nee, vier dingen die de aarde niet kan verdragen,
vier dingen die niet mogen bestaan:
22 een slaaf die koning wordt,
een nietsnut die toch genoeg te eten heeft,
23 een onvriendelijke vrouw die toch een man vindt die met haar wil trouwen,
en een slavin die erft van haar meesteres.

24 Deze vier dieren zijn de kleinste op de aarde,
maar zijn wel heel erg wijs:
25 De mieren – een groot volk van diertjes zonder kracht,
maar toch verzamelen ze in de zomer eten voor de hele winter.
26 De klipdassen – een volk zonder macht,
maar toch maken ze hun holen in de rotsen.
27 De sprinkhanen – ze hebben geen koning,
maar toch trekken ze als één groot leger op.
28 De spinnen – ze grijpen met hun poten,
maar toch wonen ze in de paleizen van koningen.

29 Deze drie, nee, deze vier lopen heel statig en deftig:
30 een leeuw, de koning van de dieren
die voor niets of niemand bang is,
31 een windhond met sterke flanken, een bok,
en een koning die onoverwinnelijk is.

32 Als je zo dom bent geweest om over jezelf op te scheppen,
of als je kwaad van plan bent,
houd je hand dan op je mond en zwijg!

33 Als je melk slaat, ontstaat er boter.
Als je iemand op zijn neus slaat, komt er bloed.
En als je in woede een man slaat, ontstaat er een gevecht.

Spreuken van koning Lemuel

31 Woorden van Lemuel, de koning van Massa. Het zijn de woorden waarmee zijn moeder hem goede raad gaf.

"Mijn zoon, mijn eigen kind,
mijn kind dat ik van God heb gekregen, wat zal ik zeggen?
Verspil je geld niet aan vrouwen.
Verspil je leven niet aan hen, want ze zijn de ondergang van koningen.
Lemuel, het is ook niet goed voor een koning om veel wijn te drinken.
Het is niet goed voor een heerser om dronken te worden.
Want als hij te veel drinkt, vergeet hij de wetten.
Hij komt niet langer op voor de rechten van de arme mensen.
Geef wijn maar aan mensen in grote nood,
geef wijn aan diepbedroefde mensen.
Want als ze drinken, vergeten ze hun armoede.
Ze denken niet meer aan hun ellende.
Maar jij moet spreken voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen.
Jij moet opkomen voor het recht van mensen die vertrapt en uitgebuit worden.
Spreek, en oordeel rechtvaardig.
Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen."

10 Wie lukt het om een goede vrouw te vinden?
Een goede vrouw is veel meer waard dan edelstenen.
11 Haar man vertrouwt helemaal op haar.
Dankzij haar zal hij nergens gebrek aan hebben.
12 Ze doet hem goed, en geen kwaad,
haar hele leven lang.
13 Ze is bezig met wol en vlas,
en spint en weeft met vlijtige handen.
14 Ze gaat er ver op uit om eten te halen,
zoals de schepen van een koopman.
15 Ze staat vroeg op, als het nog donker is.
Ze zorgt dat iedereen te eten heeft,
ook haar slavinnen krijgen wat ze nodig hebben.
16 Als er een akker is die ze graag wil hebben,
dan koopt ze die met het geld dat ze zelf heeft verdiend,
en plant er een wijngaard op.
17 Ze pakt het werk stevig aan
en is onvermoeibaar.
18 Ze zorgt ervoor dat alles goed gaat.
Ze werkt zelfs 's nachts.
19 Haar handen zijn altijd bezig.
Ze spint wol en weeft.
20 Ze is gul voor arme mensen
en helpt mensen in nood.
21 Ze is niet bang voor de kou,
want haar hele gezin draagt warme kleren.
22 Ze weeft mooie tapijten
en haar kleren zijn van fijn linnen en mooie rode wol.
23 Haar man is bekend in de poort van de stad.[b]
Hij zit daar bij de wijze mannen.
24 Ze weeft linnen stoffen en verkoopt die.
Ze verkoopt gordels aan de koopman.
25 Ze straalt kracht en schoonheid uit,
en ze geniet van elke nieuwe dag.
26 Haar woorden zijn altijd vol wijsheid.
Ze geeft vriendelijk goede raad.
27 Ze houdt toezicht op het hele huishouden.
Ze houdt niet van luieren.
28 Haar kinderen zijn trots op haar,
en ook haar man prijst haar.
29 "Er zijn veel goede vrouwen,
maar jij bent de allerbeste!" zegt hij dan.
30 Elegant zijn is alleen maar uiterlijk, en schoonheid verdwijnt.
Maar een vrouw die diep ontzag heeft voor de Heer, wordt geprezen.
31 Ze mag genieten van wat haar handen hebben gedaan.
Ze zal in de stad voor haar werk worden geprezen.

Footnotes

  1. Spreuken 30:16 Lees Genesis 30:1.
  2. Spreuken 31:23 In de stadspoort verzamelden zich de wijze mannen van een plaats. Daar werden ook de rechtszaken behandeld

Paulus wijst de gemeente terecht

11 Verdraag het maar als ik nog even zo ‘dwaas’ doorga op dit onderwerp. Maar natuurlijk verdraagt u mij! Ik zie scherp op u toe met dezelfde zorg als waarmee God op u let. Ik heb u, zogezegd, uitgehuwelijkt aan één man en als een kuise bruid met Christus verbonden. Maar ik ben bang dat uw gedachten, net als Eva door de slang en diens sluwheid werd verleid, afgeleid worden van de oprechte en zuivere toewijding aan Christus. U bent veel te goedgelovig. Zelfs als iemand u een heel ander beeld van Jezus geeft dan wij, gelooft u hem. Als iemand aankomt met een andere geest dan de Heilige Geest die u hebt ontvangen, of met een ander evangelie, dan accepteert u dat zomaar. Toch zie ik niet in waarom deze ‘geweldige boodschappers van God’ beter zouden zijn dan ik. Ik mag dan geen vlot spreker zijn, ik weet in elk geval waar ik het over heb. Maar ik denk dat ik u dat niet hoef te vertellen, want dat heb ik u eerder al overduidelijk bewezen.

Heb ik er verkeerd aan gedaan u het goede nieuws van God te brengen, zonder er iets voor te vragen? Was het fout dat ik mij op die manier vernederde om u te verhogen? Om dat te kunnen doen, heb ik andere gemeenten als het ware beroofd door de vergoeding aan te nemen die zij mij gaven. Toen ik gebrek had, heb ik u niets gevraagd, want de broeders die uit Macedonië kwamen, hebben in mijn nood voorzien. U heb ik nooit om geld voor mijzelf gevraagd en ik zal dat ook nooit doen. 10 Zo zeker als Christus leeft, zo zeker zal ik dit overal in Achaje vertellen. 11 Waarom? Omdat ik niet van u houd? God weet wel beter. 12 Maar ik zal dat doen om bepaalde mensen de kans te ontnemen te beweren dat zij net zo voor God werken als wij. 13 Die mannen werken helemaal niet voor God! Zij zijn niet door Hem gestuurd. Het zijn huichelaars, die u hebben wijsgemaakt dat zij apostelen van Christus zijn. 14 Maar denk nu niet dat het mij verbaast. Satan zelf kan zich voordoen als een engel van het licht. 15 Het is dan ook geen wonder dat zijn handlangers zich voordoen als oprechte dienaren van God. Maar op het laatst zullen zij allen de straf krijgen die zij voor hun wandaden verdienen.

Read full chapter

Paulus' bezorgdheid voor de gemeente

11 Ik hoop dat jullie er tegen kunnen als ik even een beetje onverstandig doe en tóch opschep. En ik denk dat jullie daar inderdaad wel tegen kunnen! Want mijn zorgzaamheid voor jullie komt van God. Het is net als met een huwelijk: een vader laat zijn dochter met een man trouwen en wil dat ze trouw is aan die man. Zo heb ik jullie ook aan een Man gegeven: Christus. En ik wil dat jullie trouw zijn aan Hem. Weten jullie nog wat de slang heeft gedaan? Hij heeft Eva heel sluw overgehaald om God ongehoorzaam te zijn. En ik ben bang dat jullie, net als zij, overgehaald zullen worden om niet meer helemaal trouw te zijn aan Christus. Want jullie luisteren naar de eerste de beste die jullie andere dingen over Jezus leert dan ik heb gedaan. En jullie ontvangen moeiteloos een andere geest dan de Heilige Geest die jullie ontvangen hebben. En jullie luisteren naar een ander zogenaamd goed nieuws dan het goede nieuws dat ik jullie heb verteld. Jullie vinden dat allemaal best! Toch ben ik niet minder goed dan die 'geweldige' boodschappers van God. Dat weet ik heel zeker. Misschien kan ik minder goed spreken dan zij. Maar ik weet heel goed waar ik het over heb. Dat heb ik jullie in alles laten zien.

Ik heb jullie het goede nieuws gebracht, zonder jullie er iets voor te vragen. Was dat dan verkeerd van me? Andere gemeenten heb ik 'beroofd' door geld van hen aan te nemen. Dat deed ik om jullie te kunnen dienen. Maar toen ik bij jullie was en geen geld had, heb ik jullie nergens om gevraagd. Want de broeders die uit Macedonië kwamen, brachten voor mij mee wat ik nodig had. Ik heb ervoor gezorgd dat ik jullie nooit ergens om hoefde te vragen. En dat zal ik blijven doen. 10 Ik zweer bij de waarheid van Christus die in mij is: niemand zal mij kunnen tegenhouden dit in de hele provincie Achaje zó te doen.

Paulus waarschuwt voor bedriegers

11 Waarom doe ik dat zo? Omdat ik niet van jullie houd? God weet, dat ik juist wél veel van jullie houd! 12 Maar ik doe dat zo, omdat ik wil laten zien dat die boodschappers van God die zo lopen op te scheppen, leugenaars zijn. Ze scheppen op dat ze net zo hard voor God werken als wij. 13 Ze doen alsof ze boodschappers van Christus zijn, maar het zijn bedriegers. 14 Maar dat is niets vreemds. Want de duivel zélf doet alsof hij een engel van het licht is. 15 Dan is het niet vreemd dat zijn dienaren ook doen alsof ze dienaren van de waarheid van God zijn. Maar aan het eind zullen ze hun verdiende loon krijgen voor wat ze doen.

Read full chapter