Add parallel Print Page Options

16 Een mens kan van alles van plan zijn, maar de Here bepaalt de loop van de gebeurtenissen.
Een mens doet wat hem het beste lijkt, maar de Here weet wat daarbij in hem omgaat.
Leg uw werk in de handen van de Here, dan zullen uw plannen werkelijkheid worden.
De Here heeft alles met een doel gemaakt, ook de goddeloze voor de dag van de straf.
De Here verafschuwt alle hooghartigen, zij en hun nakomelingen zullen hun straf niet ontlopen.
Door liefde en trouw wordt de misdaad vergeven en uit ontzag voor de Here mijdt men het kwaad.
Als iemand leeft zoals de Here wil, laat Hij het zelfs in orde komen met zijn vijanden.
Beter weinig, maar met oprechtheid, dan oneerlijk verkregen rijkdom.
Een mens bepaalt in zijn hart wat hij wil doen, maar de Here heeft het laatste woord.
10 De koning is scherpzinnig en zijn vonnissen zijn goed.
11 De Here hanteert de weegschaal van het recht, de gewichten komen uit zijn handen.
12 Koningen moeten een afkeer hebben van goddeloosheid, want alleen oprechtheid is een goede basis voor de troon.
13 Koningen moeten rechtvaardige uitspraken liefhebben, zij houden van mensen die de waarheid spreken.
14 De woede van de koning leidt tot de dood, wie wijs is, weet die woede te stillen.
15 De vriendelijkheid van de koning geeft leven, zijn gunst is als een langverwachte regen.
16 Het is beter wijsheid te krijgen dan puur goud, beter uitnemend inzicht te hebben dan zilver.
17 De oprechte mens moet een weg volgen waarop geen kwaad ligt. Wie goed uitkijkt waar hij gaat, beschermt zijn leven.
18 Trots komt voor de vernietiging en hoogmoed voor de val.
19 Het is beter bescheiden te zijn met vriendelijke mensen dan de buit te delen met trotse mensen.
20 Wie Gods woord ter harte neemt, zal het goede vinden, gelukkig is hij die op de Here vertrouwt.
21 Iemand met een wijs hart zal verstandig worden genoemd en zijn woorden zullen goede lessen in zich bergen.
22 Het verstand van goede leermeesters is een bron van leven, maar de lessen van de dwazen leiden naar de dood.
23 Het hart van een verstandig mens laat hem wijze woorden spreken, en die vormen een overvloed van wijze lessen.
24 Vriendelijke uitspraken zijn als een honingraat, zoet voor de ziel en medicijn voor het lichaam.
25 Iemand kan van zichzelf denken dat hij goed leeft, maar toch leidt zijn levensweg naar de dood.
26 Een arbeider moet hard werken omdat hij anders niets te eten heeft. Zijn maag zet hem tot werken aan.
27 Een boosdoener heeft altijd kwaad in de zin, zijn woorden kwetsen, alsof het brandende pijlen waren.
28 Een slecht mens is een constante bron van ruzie en een stiekeme roddelaar weet zelfs de beste vriendschap kapot te maken.
29 Een gewelddadig mens tracht ook de ander aan te steken en leidt hem zo op de verkeerde weg.
30 Hij sluit zijn ogen om zich beter te kunnen concentreren op zijn slechte plannen en voert ze ook uit, met samengeknepen lippen.
31 Grijze haren zijn het sieraad van hen die de goede weg bewandelen.
32 Een geduldig mens is beter dan een sterk mens, en wie zichzelf goed in bedwang heeft, is sterker dan de man die steden inneemt.
33 Het lot wordt weliswaar ongezien geworpen, maar de Here bepaalt hoe het valt.

17 Een stuk droog brood, in alle rust gegeten, is beter dan een overvloedige maaltijd waar ruzie heerst.
Een verstandige knecht heeft zeggenschap over een onverstandige zoon en wordt beloond met een deel van de erfenis.
Zilver wordt gezuiverd in een smeltkroes, goud in een smeltoven, maar alleen de Here weet wat in een mensenhart leeft.
Een boosdoener luistert naar kwade plannen en een leugenaar naar leugens.
Wie een arme in het nauw drijft of bespot, kwetst op die manier diens Schepper, leedvermaak blijft niet ongestraft.
Het sieraad van oude mensen zijn hun kleinkinderen en het sieraad van de kinderen zijn hun ouders.
Zoals goede woorden niet passen bij een dwaas, past ook de leugen niet bij een prins.
Een geschenk is prettig voor degene die het krijgt, maar ook de gever heeft er voordeel van.
Wie fouten vergeeft, maakt vrienden. Maar wie oude koeien uit de sloot haalt, raakt zelfs zijn beste vriend kwijt.
10 Het levert meer op een verstandige te berispen dan een dwaas honderdmaal te slaan.
11 Een onhandelbaar mens koestert kwade plannen, daarom stort God hem in het verderf.
12 Je kunt beter een berin tegenkomen die haar jong kwijt is, dan een dwaas die zijn woede de vrije loop laat.
13 Wie goed met kwaad vergeldt, brengt straf over zichzelf en zijn familie.
14 Het begin van een ruzie is als een dijk die doorbreekt, bemoei u er dus niet mee, voordat u en anderen er in worden gemengd.
15 De Here verafschuwt wie de goddeloze rechtvaardigt en ook wie de rechtvaardige schuldig verklaart.
16 De dwaas heeft weliswaar geld genoeg om wijsheid te kunnen kopen, maar hij heeft er niets aan. Het ontbreekt hem gewoon aan verstand.
17 Een echte vriend blijft altijd een vriend en in de tegenspoed blijkt de ware vriendschap.
18 Alleen een onverstandige stelt zich met een handslag borg voor zijn naaste.
19 Wie van ruzie en onenigheid houdt, geeft blijk van liefde voor de zonde. Wie boven zijn stand leeft, staat een diepe val te wachten.
20 Wie onbetrouwbaar is, kan niet gelukkig worden. Wie zondigt door wat hij zegt, stort zich in het ongeluk.
21 Wie een zot verwekt, zal dat berouwen en er is weinig vreugde weggelegd voor de vader van een dwaas.
22 Een blij hart doet het lichaam goed, maar een ontmoedigde geest maakt ziek.
23 De goddeloze laat zich omkopen om het recht geweld aan te doen.
24 Een verstandig mens is aan zijn gezicht te herkennen, maar de ogen van een dwaas dwalen alle kanten op.
25 Een onverstandige zoon doet zijn vader verdriet, hij is een bitter verdriet voor haar die hem ter wereld bracht.
26 Het is al niet in de haak een rechtvaardige te beboeten, laat staan een prins te laten slaan.
27 Iemand die zijn verstand goed gebruikt, houdt zijn tong in bedwang, hij is bedachtzaam en scherpzinnig.
28 Want een dwaas die zijn mond houdt, wordt voor wijs gehouden. Zolang hij zijn mond houdt, denkt men dat hij verstandig is.

18 Iemand die meent het alleen te weten, zoekt zijn eigen voordeel, hij verwerpt de wijze raad van anderen.
De dwaas heeft geen behoefte aan verstand, zijn dwaze hart ligt open.
Met de goddeloze komt ook de verachting en met de misdaden komt de schande.
Een verstandig man zegt diepzinnige dingen, de bron van wijsheid voedt een beek die nooit droog valt.
Het is niet goed om in een rechtszaak een schuldige onschuldig te verklaren en daardoor een oprecht mens te benadelen.
De dwaas veroorzaakt ruzie, zijn woorden hitsen op tot handgemeen.
Zijn grote mond breekt hem op en hij raakt verstrikt in zijn eigen woorden.
Naar de woorden van een roddelaar wordt gretig geluisterd, zij glijden zachtjes naar binnen en zetten zich vast in het gemoed van de toehoorders.
Een luiaard is net zo erg als een man die zijn geld over de balk smijt.
10 De Here is een sterke toren, zijn naam is kracht. De rechtvaardige zal bij Hem zijn toevlucht zoeken en veilig zijn.
11 Een rijke voelt zich sterk door zijn bezit, hij maakt zichzelf wijs dat zijn geld hem beschermt zoals een hoge muur.
12 Wie hooghartig is, komt ten val, maar nederigheid wordt altijd gevolgd door eer.
13 Wie antwoord geeft voordat de vraag is uitgesproken, wordt als een dwaas beschouwd.
14 Een moedig hart is de mens tot steun, zowel in geestelijk als lichamelijk lijden, maar wie zal een ontmoedigd hart tot steun zijn?
15 Wie verstandig is, wil toenemen in kennis, hij is gespitst op wijze woorden.
16 Een goed geschenk geeft iemand de ruimte en opent deuren naar vooraanstaanden.
17 De eerste pleiter in een rechtszaak schijnt gelijk te hebben, maar de woorden van de wederpartij werpen pas volledig licht op de zaak.
18 Het werpen van het lot maakt een einde aan geschillen en brengt scheiding tussen de partijen.
19 Een broeder die zich onrechtvaardig behandeld voelt, is een hardnekkiger tegenpartij dan een sterke en opstandige stad. Geschillen tussen broeders sluiten deuren, zoals grendels de paleispoorten afsluiten.
20 Iemands woorden vullen zijn hart, met goede dingen als het goede woorden zijn, met kwade dingen als het kwade woorden zijn.
21 Op de tong liggen zowel dood als leven: wie aan een van beide de voorkeur geeft, zal de vruchten daarvan plukken.
22 Vindt u een goede vrouw, dan hebt u het goed getroffen, beschouw haar als een geschenk van de Here.
23 De arme smeekt, maar de rijke spreekt harde woorden.
24 Wie veel vrienden heeft, raakt geruïneerd, maar een echte vriend is meer waard dan een broer.

Spreuken van Salomo (vervolg)

16 Mensen zitten vol plannen.
Maar uiteindelijk zegt de Heer wat je moet doen.

Iedereen denkt van zichzelf dat hij op de goede weg is.
Maar de Heer kijkt hoe je werkelijk van binnen bent.

Overleg alles wat je doet met de Heer.
Dan zullen al je plannen slagen.

De Heer heeft een doel voor alles wat Hij gemaakt heeft.
Zelfs de slechte mensen gebruikt Hij voor zijn doel.

De Heer haat het als mensen trots zijn.
Het staat vast: Hij zal hen straffen.

Door liefde en trouw krijg je vergeving voor wat je verkeerd hebt gedaan.
Maar als je diep ontzag voor de Heer hebt, doe je geen slechte dingen.

Als de Heer blij is met hoe je leeft,
zorgt Hij ervoor dat zelfs je vijanden vrede met je sluiten.

Het is beter weinig te hebben, maar eerlijk te zijn,
dan rijk te zijn en oneerlijk.

Mensen denken na over de beslissingen die ze moeten nemen,
maar de Heer bepaalt wat er uiteindelijk gebeurt.

10 De koning spreekt recht met de wijsheid van de Heer.
Hij vergist zich nooit bij zijn rechtszaken.

11 De Heer gebruikt een zuivere weegschaal.
De gewichten zijn door Hem vastgesteld.

12 Een koning moet onrechtvaardigheid haten.
Want alleen rechtvaardigheid is een stevige basis voor het koningschap.

13 De koning houdt van rechtvaardigheid.
Hij houdt van eerlijke mensen.

14 Als de koning boos op je is, kan dat je je leven kosten.
Als je wijs bent, kalmeer je zijn woede dus weer.

15 Als het gezicht van de koning vriendelijk staat, ben je veilig.
Als hij tevreden over je is, is dat als lenteregen op het land.

16 Je kan beter wijsheid hebben dan goud.
Je kan beter verstand bezitten dan zilver.

17 Een goed mens blijft ver bij het kwaad vandaan.
Door eerlijk en goed te zijn, bewaar je je leven.

18 Als je trots wordt, zal het slecht met je aflopen.
Als je eigenwijs bent, kom je ten val.

19 Het is beter om eenvoudig te leven zonder strijd,
dan rijk te worden op een oneerlijke manier.

20 Als je leeft zoals God het wil, zal het goed met je gaan.
Het is heerlijk voor je als je op de Heer vertrouwt.

21 Als je wijs bent, vinden de mensen je verstandig.
Als je vriendelijk spreekt, willen de mensen naar je luisteren.

22 Als je verstandig bent, is dat een bron van leven voor je.
Maar de goede raad van dwazen bestaat uit dwaasheid.

23 Als je een wijs hart hebt, zegt je mond wijze dingen.
Je zal steeds goede raad weten te geven.

24 Vriendelijke woorden zijn als honing voor de ziel
en als medicijn voor het lichaam.

25 Soms denk je dat je op de goede weg bent,
terwijl die weg uiteindelijk bij de dood uitkomt.

26 Als iemand honger heeft, dan wil hij wel werken.
Want zijn maag moedigt hem aan.

27 Nietsnutten proberen altijd ruzie te maken.
Hun woorden zijn zo gevaarlijk als vuur.

28 Leugenaars veroorzaken ruzies.
Roddelaars maken zelfs de beste vriendschappen kapot.

29 Mensen die van geweld houden, verleiden anderen.
Ze brengen hen op het slechte pad.

30 Mensen die hun ogen samenknijpen, zitten kwaad te bedenken.
Op hun lippen bijtend veroorzaken ze kwaad.

31 Een hoge leeftijd is als een prachtige kroon.
Het is de beloning voor een goed mens.

32 Het is beter om geduldig te zijn, dan een held te zijn.
Het is knapper om jezelf te beheersen, dan om een stad te veroveren.

33 Alles lijkt je zómaar te overkomen.
Maar alles wat er gebeurt, is door de Heer zo besloten.

Spreuken van Salomo (vervolg)

17 Het is beter om in vrede droog brood met elkaar te eten,
dan met elkaar ruzie te hebben aan een tafel vol lekkers.

Een goede slaaf zal de plaats innemen van een zoon die zich slecht gedraagt.
Hij zal samen met de andere zonen een deel van de erfenis krijgen.

In de smelt-oven wordt duidelijk hoe zuiver het goud en het zilver zijn.
Maar alleen de Heer weet hoe zuiver het hart van een mens is.

Slechte mensen luisteren graag naar kwade plannen.
Leugenaars houden ervan om roddels te horen.

Als je arme mensen belachelijk maakt, beledig je hun Maker.
Als je geniet van de ellende van andere mensen, zul je zéker worden gestraft.

Oude mensen zijn trots op hun kleinkinderen.
En kinderen mogen trots zijn op hun ouders.

Het past niet bij een dwaas mens om wijze dingen te zeggen.
Nog minder past het bij een oprecht mens om te liegen.

Steekpenningen zijn net zo kostbaar als edelstenen.
Je kan er alles voor kopen.

Als je fouten vergeeft, bewaar je de vriendschap.
Maar als je er steeds weer over begint, maak je zelfs goede vriendschappen kapot.

10 Eén waarschuwing doet bij een verstandig mens meer nut,
dan honderd stokslagen bij een dwaas.

11 Iemand die nooit wil gehoorzamen, veroorzaakt niets dan ellende.
Maar hij zal zijn straf niet ontlopen.

12 Het is minder gevaarlijk om een berin tegen te komen die haar jongen kwijt is,
dan een dwaas tegen te komen die zijn verstand kwijt is.

13 Als je slecht bent voor mensen die goed voor jou zijn geweest,
zul je altijd moeilijkheden hebben.

14 Het begin van een ruzie lijkt op het doorsteken van een dam.
Ga er dus vandaan, voordat je erin wordt meegesleept.

15 De Heer haat het als schuldige mensen worden vrijgesproken.
Ook haat Hij het als onschuldige mensen worden veroordeeld.

16 Waarom zou een dwaas met zijn geld wijsheid willen kopen?
Hij heeft er toch niets aan, omdat hij geen verstand heeft.

17 Een vriend blijft altijd een vriend, in goede en in slechte tijden.
Een broer staat voor je klaar in tijd van nood.

18 Het is onverstandig om borg te gaan staan voor iemand die je niet kent.
Het is dom om in te staan voor de schulden van een ander.

19 Ruziezoekers houden van misdaad.
Schreeuwerige opscheppers komen ten val.

20 Oneerlijke mensen worden niet gelukkig.
Met bedriegers loopt het slecht af.

21 Het is treurig voor ouders als hun zoon een dwaas is.
Ze zijn niet blij over hem.

22 Een vrolijk mens geneest sneller.
Maar een treurig mens verdroogt van binnen.

23 Slechte mensen laten zich omkopen
om ervoor te zorgen dat er niet eerlijk wordt rechtgesproken.

24 Verstandige mensen zijn altijd op zoek naar wijsheid.
Maar dwaze mensen vinden álles interessant.

25 Een dwaas zoon is een verdriet voor zijn vader.
Hij is een groot verdriet voor haar uit wie hij geboren is.

26 Het is verkeerd om onschuldige mensen te straffen.
Het is slecht om rechtvaardige mensen te slaan.

27 Verstandige mensen houden hun mond in bedwang.
Wijze mensen denken na voordat ze iets zeggen.

28 Zelfs een dwaas die zijn mond houdt, lijkt wijs.
Zolang hij niets zegt, lijkt hij verstandig.

Spreuken van Salomo (vervolg)

18 Mensen die denken alles beter te weten, doen waar ze zelf zin in hebben.
Ze worden kwaad als iemand hun goede raad geeft.

Dwaze mensen proberen niet om wijze dingen te zeggen.
Ze zeggen gewoon alles wat er in hen opkomt.

Slechte mensen worden overal gehaat.
Niemand heeft een goed woord voor hen over.

De woorden van een mens komen diep uit zijn hart.
Wijsheid borrelt als een bron op uit zijn hart, als een bruisende beek.

Het is verkeerd om slechte mensen voor te trekken
om zo eerlijke mensen te benadelen in hun rechtszaak.

De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies.
Hun mond vráágt gewoon om een klap.

Dwaze mensen storten zichzelf in het ongeluk door de dingen die ze zeggen.
Hun eigen woorden doden hen.

Roddelpraatjes slaan wonden.
Ze verwonden iemand tot in het diepst van zijn hart.

Iemand die veel te lang over zijn werk doet,
heeft net zoveel schade als iemand die te veel geld uitgeeft.

10 De Heer is als een sterke toren.
Rechtvaardige mensen rennen daarheen en zijn veilig.

11 Dankzij zijn geld is een rijk mens helemaal veilig.
Zo veilig als in een stad met hoge muren – denkt hij.

12 Als je je te veel verbeeldt, loopt het slecht met je af.
Maar als je bescheiden bent, zul je worden geprezen.

13 Als je antwoord geeft vóórdat je hebt geluisterd, ben je een dwaas.
Je maakt jezelf belachelijk.

14 Als je sterk van geest bent, blijf je overeind in tijd van ziekte.
Maar als je opgeeft, wie kan jou dan nog helpen?

15 Verstandige mensen worden steeds wijzer.
Hun hart en oren zoeken steeds naar wijsheid.

16 Door anderen om te kopen, kun je veel bereiken.
Het brengt je bij belangrijke mensen die je anders nooit te spreken zou krijgen.

17 In een rechtszaak lijkt degene die het eerst zijn verhaal mag doen, gelijk te hebben.
Maar dan komt de tweede met zijn verhaal en werpt daarmee nieuw licht op de zaak.

18 Door te loten kun je problemen oplossen en een einde maken aan ruzies.
Je kan er vechters mee uit elkaar halen.

19 Het is gemakkelijker om een stad te veroveren,
dan om het weer goed te maken met iemand die je hebt gekwetst.
Een ruzie is een sterkere blokkade dan de grendels op de deuren van een burcht.

20 Je zal zelf de gevolgen dragen van de dingen die je zegt.
Je woorden geven je altijd de beloning die je verdient – goed of slecht.

21 Je tong heeft de macht over leven en dood.
Als je je mond zijn gang laat gaan, zul je daarvan de gevolgen dragen.

22 Als je een vrouw hebt gevonden, heb je iets goeds gevonden.
Ze is een geschenk van de Heer.

23 Arme mensen moeten smeken,
maar rijke mensen kunnen met norse woorden antwoorden.

24 Als je vrienden hebt, doe dan je best om ze te vriend te houden.
Want een vriend is trouwer dan een broer.

Dienaren van God

Als Gods medewerkers dringen wij er op aan dat u de genade die God u gegeven heeft, niet naast u zult neerleggen. Want God zegt: ‘Op het goede moment verhoorde Ik uw gebed, op de dag van redding kwam Ik u te hulp.’ Dat goede moment is nu aangebroken en het is nu ook die dag van redding. Wij leven zo dat niemand door onze houding van de Here wordt afgehouden. Zo kan van ons werk geen kwaad gesproken worden. Bij alles wat wij doen, willen wij laten blijken dat wij echte dienaren van God zijn. Wij verdragen geduldig allerlei pijn en moeite ter wille van de Here. Wij zijn geslagen, gevangen gezet en uitgejouwd, wij hebben gezwoegd, hele nachten hebben wij slapeloos doorgebracht en wij moesten het vaak zonder eten doen.

Wat wij over onszelf zeggen, hebben wij waargemaakt door ons zuivere leven, ons begrip van het goede nieuws en ons geduld. We zijn vriendelijk, vol oprechte liefde en vol van de Heilige Geest geweest. Onze woorden zijn een getuigenis van de waarheid en God heeft ons daarvoor kracht gegeven. De rechtvaardigheid was ons wapen, zowel in de aanval als in de verdediging. Wij blijven de Here trouw, of anderen ons nu minachten of hoogachten, of ze ons nu prijzen of bekritiseren. Wij zijn eerlijk, al noemt men ons leugenaars. De wereld negeert ons, maar God kent ons. Wij leven op de rand van de dood en toch zijn wij springlevend! Wij worden geslagen, maar niet gedood. 10 Ons hart doet pijn, maar de Here geeft ons blijdschap. Wij zijn arm, maar geven anderen veel geestelijke rijkdom. Wij hebben niets, maar genieten van alles.

11 Vrienden in Korinthe, wij spreken vrijuit tot u, ons hart staat voor u open. 12 Wij hebben begrip voor u, maar uw begrip voor ons is te klein. 13 Ik doe nu alsof u mijn eigen kinderen bent. Zet uw hart voor ons open en beantwoord onze liefde. 14 Verbind u niet met mensen die niet van de Here houden. Wat hebben recht en slecht met elkaar te maken? Of licht en donker? 15 Wat voor overeenkomst is er tussen Christus en de duivel? En wat voor gemeenschappelijks heeft een gelovige met iemand die niets van Christus wil weten? 16 Wat voor eenheid kan er bestaan tussen Gods tempel en die van de valse goden? Ja, wij zijn de tempel van de levende God, die heeft gezegd: ‘Ik zal bij hen wonen en bij hen zijn. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 17 Ga daarom uit hun midden weg, keer u van hen af en raak het onreine niet aan. Dan zal Ik u aannemen, 18 Ik zal uw Vader zijn en u zult mijn zonen en dochters zijn,’ zegt de Here, die alle macht heeft.

Door het geloof worden we nieuwe mensen (vervolg)

Maar als medewerkers van God smeken we jullie ook het volgende: zorg ervoor dat God niet voor niets zo goed voor jullie is geweest! Jullie moeten er ook iets mee doen! Hij zegt in de Boeken: "Op de juiste tijd zal Ik jullie gebeden beantwoorden. Op de juiste tijd zal Ik jullie redden." Let op, dít is de tijd dat God jullie gebeden beantwoordt! Let op, dít is de tijd dat God jullie redt!

Paulus als dienaar van God

Wij proberen zó te leven dat niemand iets slechts van ons kan zeggen. Dan kan ook niemand iets slechts zeggen van de boodschap die we brengen. Altijd moeten de mensen aan ons kunnen zien dat we bij God horen: als we alles verdragen wanneer we slecht behandeld worden, als we moeilijkheden of problemen hebben, als we worden geslagen of gevangen genomen, als mensen rellen om ons maken, als we hard moeten werken, als we nachtenlang niet slapen, als we dagenlang niet eten. Ook laten we zien dat we goede dienaren van God zijn door zuiver te leven, door God goed te leren kennen, door geduldig en vriendelijk te zijn, door vol te zijn van de Heilige Geest, door werkelijk van de mensen te houden, door de waarheid van God te vertellen, door de kracht van God die op ons is, en door de waarheid van God als wapen te gebruiken bij de aanval en bij de verdediging. Ook door God te blijven dienen als we worden geprezen én als we worden uitgelachen, als er goed over ons wordt gesproken én als er kwaad over ons wordt gesproken. De mensen noemen ons bedriegers, maar we zijn te vertrouwen. De mensen behandelen ons alsof we onbelangrijk zijn, maar God kent ons. We staan op de rand van de dood, maar tóch leven wij. We worden geslagen, maar sterven niet. 10 We hebben verdriet, maar toch zijn we altijd blij. We hebben niets, maar toch maken we veel mensen rijk. We hebben niets, maar eigenlijk hebben we alles.

11 Ik spreek open en eerlijk tegen jullie, Korintiërs, zonder iets te verbergen. Mijn hart staat wijd voor jullie open. 12 Ik houd genoeg van jullie, maar jullie houden niet genoeg van mij! 13 Doe hetzelfde als ik: houd net zoveel van mij, als ik van jullie. Ik houd van jullie alsof jullie mijn eigen kinderen zijn. Daarom zeg ik jullie deze dingen.

De tempel van God

14 Sluit geen enkel verbond met ongelovigen. Want waarin lijken goed en kwaad op elkaar? Of waarin lijkt het licht op het donker? 15 Waarin lijkt Christus op de duivel, of waarin lijkt een gelovige op een ongelovige? 16 Wat heeft de tempel van God met de afgoden te maken? Niets. Vergeet niet dat jullie de tempel van de levende God zijn. Dat heeft God gezegd in de Boeken: "Ik zal bij hen wonen en bij hen zijn. En Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 17 Daarom moeten jullie anders zijn dan de ongelovigen, zegt de Heer. Doe niet langer met hen mee. Wees niet meer ongehoorzaam aan Mij, zoals zij. 18 Dan zal Ik jullie als mijn kinderen aannemen. Dan zal Ik jullie Vader zijn. En jullie zullen mijn zonen en dochters zijn, zegt de Heer, de Almachtige God." (lees verder)