Add parallel Print Page Options

God zal zijn eigen volk weer zegenen

26 Jesaja zegt: In die tijd zal in het land van Juda het volgende lied worden gezongen:

'Wij hebben een sterke stad.
De goedheid van God zijn de muren van die stad.
Doe de poorten open!
Dan kan het rechtvaardige en trouwe volk naar binnen gaan.
U heeft het beloofd:
U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen.
Vertrouw voor altijd op de Heer,
want de Heer is een eeuwige rots waarop wij veilig zijn.
Mensen die denken dat ze veilig zijn in hun hooggelegen burcht,
gooit Hij neer.
Hij vernietigt hun burcht tot aan de grond.
De resten worden vertrapt door de arme mensen.'

Voor mensen die leven zoals U het wil, is de weg door het leven recht en vlak. U baant voor hen de weg. Ook als U rechtspreekt, vertrouwen wij op U, Heer. Wij verlangen met ons hele hart naar U en uw verbond. 's Nachts verlang ik met mijn hele hart naar U. Vanuit het diepst van mijn hart verlang ik naar U. Want als U de aarde straft, leren de mensen wat rechtvaardigheid is.

10 Zelfs als U goed bent voor mensen die zich niets van U aantrekken, gaan ze niet leven zoals U het wil. Ze blijven slechte dingen doen in een land waar de andere mensen wel goed leven. Ze zien niet hoe machtig U bent. 11 Heer, U doet machtige dingen, maar ze zien het niet. Maar op een dag zullen ze het zien en zich schamen. Ze zullen zien hoeveel U van uw volk houdt. Uw vurige liefde voor uw volk zal uw vijanden verbranden.

12 Heer, U zal ons vrede geven. In alle dingen zorgt U voor ons. 13 Heer God, andere koningen hebben over ons geheerst. Maar alleen U eren wij. 14 Als die andere koningen zijn gedood, worden ze nooit meer levend. Ze staan nooit meer op uit de dood. U heeft hen gestraft en vernietigd. Niemand denkt nog aan hen. 15 U had ons volk groot gemaakt, Heer, U had uw volk en uw land steeds groter gemaakt. U kreeg de eer. Maar U heeft uw volk over de hele aarde verspreid. 16 Heer, toen ze in nood waren, hebben ze U om hulp geroepen. Ze hebben stil tot U gebeden toen U hen strafte. 17 We krompen inéén van de pijn en schreeuwden het uit, zoals een vrouw die een kind aan het krijgen is. 18 Maar al ónze pijn leverde niets op. We konden het land niet redden. We konden het land niet vullen met nieuwe bewoners.

19 Maar de mensen die van U zijn, zullen terugkomen uit de dood. Ook ik zal opstaan uit de dood. Jullie die dood in de aarde liggen, word wakker en juich! Want de dauw die U geeft, is een dauw die doden weer levend maakt. Door uw dauw geeft de aarde de doden terug. 20 Kom, mijn volk, ga je huis binnen. Doe de deur achter je dicht. Verberg je een poosje, totdat de Heer niet meer boos is. 21 Want de Heer verlaat zijn huis om de bewoners van de aarde te straffen voor hun slechtheid. Want ze hebben onschuldige mensen gedood. Maar al hun misdaden zullen aan het licht komen.

God zal zijn volk redden van de overheersers

27 Jesaja zegt: In die tijd zal de Heer met zijn harde, grote, sterke zwaard de leviatan straffen, die kronkelende zeedraak.[a] Hij zal de draak in de zee doden. In die tijd zal Gods wijngaard (Israël) rood van de druiven zien. Zing over die wijngaard! De Heer zegt: "Ik, de Heer, zal voor mijn wijngaard zorgen. Ik zal hem elke dag water geven. Ik zal hem dag en nacht bewaken, zodat niemand hem kwaad kan doen. Ik ben niet langer woedend op mijn wijngaard. Wie zal Mij durven aanvallen? Ik zal elke vijand vernietigen, net zoals je dorens en distels uitrukt en verbrandt. Laten ze liever naar Mij toe komen om hulp. Laten ze vrede met Mij sluiten."

In de toekomst zal het volk Israël wortel schieten, zoals een jonge wijnstruik. Israël zal groeien en bloeien en de hele aarde vullen met zijn vruchten. Heeft Hij Israël net zo zwaar gestraft als hun vijanden? Heeft Hij hen gedood, zoals Hij hun vijanden heeft gedood? Nee, Hij heeft hen maar mild gestraft. Hij heeft hen alleen maar weggejaagd naar een ander land. Hij heeft hen weggejaagd als met een harde oostenwind. Dat is Israëls straf voor alles wat het heeft gedaan. Dat zal voldoende zijn. Daarna zal Israël vergeving krijgen. Dan zal Hij het kwaad bij hen wegdoen, doordat Hij hun altaren zal stukslaan. Hun heilige palen en hun godenbeelden zullen niet blijven staan. Het zullen steenhopen worden.

10 De sterke stad van de vijand zal eenzaam en verlaten liggen. Er zullen net zo weinig mensen wonen als in een woestijn. Er zullen kalveren grazen. Ze zullen er slapen en de bladeren van de takken eten. 11 De kale takken zullen verdrogen en afbreken. Vrouwen zullen ze verzamelen als brandhout. Want dit is een onverstandig volk. Ze willen niet naar hun Maker luisteren. Daarom zal Hij niet meer voor hen zorgen en zal Hij hen niet vergeven.

12 In die tijd zal de Heer zijn volk weer verzamelen van tussen de volken waar zij leven. Net zoals je de graankorrels uit de aren klopt en verzamelt. Hij zal hen overal vandaan halen, vanaf de Rivier de Eufraat tot aan de rivier van Egypte. Hij zal ze één voor één verzamelen. 13 In die tijd zal er op een grote ramshoorn worden geblazen. En alle mensen die gevangen meegenomen waren naar Assur of die gevlucht waren naar Egypte, zullen terugkomen. Ze zullen de Heer aanbidden op de heilige berg van Jeruzalem.

Footnotes

  1. Jesaja 27:1 De zeedraak, ook wel leviatan genoemd, was een soort dier uit de verhalen van die tijd. Het was het symbool van het kwaad. Lees ook de aantekening bij Job 40:20.

Jezus als voorbeeld voor de gelovigen

Als jullie je inderdaad laten bemoedigen door Christus, en als jullie liefde voor elkaar hebben, en als jullie je door de Geest laten leiden, en als jullie met elkaar meeleven, maak mij dan helemáál blij door samen één te zijn. Houd van elkaar.[a] Heb allemaal hetzelfde verlangen en hetzelfde doel. Doe niets om er zelf beter van te worden of om erover te kunnen opscheppen. Maar wees bescheiden en vind andere mensen belangrijker dan jezelf. Let niet alleen op wat goed is voor jezelf. Let ook op wat goed is voor een ander. Wees net zo bescheiden als Jezus Christus was. Hij was God. Maar Hij vond dat niet zó belangrijk, dat Hij het niet los kon laten. Nee, Hij heeft zelfs al zijn goddelijkheid afgelegd. Hij kwam naar de aarde om een dienaar te worden. Hij werd helemaal mens. En als mens heeft Hij Zichzelf vernederd door God gehoorzaam te zijn tot de dood. Ja, zelfs tot de dood aan een kruis. Daarom heeft God Hem ook de hoogste eer en de allergrootste macht gegeven. Hij heeft Hem belangrijker en machtiger gemaakt dan wie dan ook. 10 Want God wil dat iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde de knieën zal buigen voor Jezus. 11 Hij wil dat iedereen hardop zal toegeven dat Jezus de Heer is. Want dat eert God de Vader!

Leef als voorbeeld voor de wereld

12 Lieve broeders en zusters, toen ik bij jullie was, gehoorzaamden jullie mij in alles wat ik zei. Nu ik niet bij jullie ben, wil ik dat jullie dat nog veel méér doen. Blijf ook nu met diep ontzag voor God je best doen om zó te leven als past bij mensen die bij God horen. 13 God zal ervoor zorgen dat jullie willen doen wat zijn plan voor jullie is. En dat niet alleen. Hij zal er óók voor zorgen dat jullie dat ook kúnnen.

14 Doe alles zonder mopperen of klagen. 15 Zorg ervoor dat niemand iets slechts van jullie kan zeggen. Wees echte kinderen van God op wie niets valt aan te merken. Want dan zullen jullie als stralende sterren zijn, die opvallen tussen de slechte en ongehoorzame mensen van deze tijd. 16 Blijf gehoorzaam aan het woord dat leven geeft. Dan heb ik tenminste niet voor niets zo mijn best voor jullie gedaan. En dan zal ik op de dag dat Christus terugkomt, trots op jullie kunnen zijn. 17 Jullie zullen je geloof als een offer aan God kunnen aanbieden. Daar ben ik heel erg blij over. Zelfs als jullie geloof mij mijn leven kost. Ik zal blij zijn, samen met jullie. 18 En ik wil dat jullie daar ook samen met mij blij over zullen zijn.

Timoteüs en Epafroditus

19 Ik wil Timoteüs zo gauw mogelijk naar jullie toe sturen. Ik vertrouw er op dat de Heer Jezus er snel voor zal zorgen dat dat kan. Want ik wil graag van hem horen hoe het met jullie gaat. Dan zal ik weer vol goede moed zijn. 20 Want hij wil net zo graag als ik jullie met alles helpen. Daarin is hij de enige. 21 Want de meeste mensen denken alleen maar aan hun eigen zaken. Ze denken niet aan die van Jezus Christus. 22 Maar Timoteüs heeft samen met mij hard gewerkt om het goede nieuws bekend te maken. Dat weten jullie. Hij is mij daarin zo trouw als een zoon die zijn vader helpt. 23 Zodra ik weet hoe het met mijn rechtszaak gaat,[b] wil ik hem naar jullie toe sturen. 24 Maar ik hoop dat ik ook zelf gauw naar jullie toe kan komen. Ik vertrouw er op dat de Heer daarvoor zal zorgen.

25 Het leek mij goed om mijn broeder, medewerker en medestrijder Epafroditus naar jullie terug te sturen. Jullie hadden hem hierheen gestuurd, om mij te komen helpen en voor mij te zorgen. 26 Maar nu wilde hij erg graag weer naar jullie terug gaan. Ook omdat hij bezorgd over jullie was. Want hij wist dat jullie hadden gehoord dat hij heel erg ziek is geweest. 27 Hij is inderdaad op de rand van de dood geweest. Maar God is goed voor hem geweest. Ook voor mij, want nu hoef ik niet opnieuw verdrietig te zijn. Want ik heb al veel verdriet gehad. 28 Ik heb hem dus naar jullie terug gestuurd. Dan kunnen jullie blij zijn als jullie hem terugzien. Dan hoef ik niet meer bezorgd over jullie te zijn. 29 Ontvang hem in de Heer met blijdschap. Heb respect voor mannen zoals hij. 30 Want het was door zijn werk voor Christus dat hij zo dicht bij de dood is geweest. Hij heeft zijn leven gewaagd om voor mij te kunnen doen wat jullie niet voor mij konden doen omdat jullie te ver weg waren.

Footnotes

  1. Filippenzen 2:2 In 1 Korintiërs 13 is te lezen wat voor liefde Paulus hier bedoelt.
  2. Filippenzen 2:23 Paulus zat in Rome gevangen omdat hij wilde dat de Romeinse keizer over hem zou rechtspreken. Lees Handelingen 26:1-31. Hij zat gevangen vanwege zijn geloof in Jezus.