Add parallel Print Page Options

Wijsheid gaat boven rijkdom

Een goede reputatie is beter dan het duurste parfum. De dag waarop iemand sterft, is beter dan de dag van zijn geboorte. Het is beter uw tijd te besteden aan begrafenissen dan aan feesten. Want ook u zult eens sterven en het is goed daaraan te denken nu u er nog de tijd voor hebt. Verdriet is beter dan blijdschap, want verdriet is beter voor je ziel. Een wijs mens denkt vaak aan de dood, terwijl een dwaas zich alleen maar zorgen maakt over de vraag hoe hij dit moment het prettigste kan doorbrengen. Het is beter kritiek te krijgen van een wijs man dan lof te ontvangen van een dwaas. Want het compliment van een dwaas is net zo snel verdwenen als een stuk papier in het vuur en het is dom daarvan onder de indruk te raken. De wijze man wordt een dwaas als hij zich laat omkopen, het ondermijnt zijn inzicht.

Iets afmaken is beter dan met iets beginnen. Geduld is beter dan trots. Erger je niet, want ergernis is iets voor dwazen. 10 Vraag niet waarom het vroeger beter was dan nu, zoʼn vraag getuigt niet van wijsheid. 11 Wijsheid en bezit zijn goede zaken in het leven. 12 Zowel met wijsheid als met geld kunt u veel bereiken, maar wijsheid stelt u in staat in leven te blijven. 13 Kijk eens hoe God te werk gaat en probeer niet zijn werk te veranderen: niemand kan recht maken wat Hij gebogen heeft. 14 Geniet van de voorspoed zoveel u kunt en als er moeilijker tijden aanbreken, bedenk dan dat God zowel het een als het ander geeft. Wij weten niet hoe de toekomst zal zijn.

15 In dit zinloze leven heb ik alles gezien wat er te zien valt, ook het feit dat goede mensen jong sterven en sommige slechte mensen heel oud worden. 16 Wees daarom niet al te goed en niet al te wijs. Waarom zou u zichzelf vernietigen? 17 Aan de andere kant moet u ook niet al te slecht zijn, wees geen dwaas. Waarom zou u sterven voor het uw tijd is? 18 Voor wie ontzag voor God heeft, is het het beste de middenweg te kiezen tussen verstandig en dwaas zijn. 19 Een wijs man is sterker dan de bestuurders van tien grote steden. 20 Nergens op aarde is een mens te vinden die altijd het goede doet en nooit zondigt. 21 Luister geen gesprekken af. U zou wel eens kunnen horen dat uw dienaar u verwenst. 22 U weet toch hoe vaak u zelf anderen verwenst!

23 Ik heb mijn best gedaan wijs te zijn. Ik verklaarde: ‘Ik zál wijs zijn,’ maar het hielp niet. 24 Wijsheid ligt te ver weg en is moeilijk te vinden. 25 Ik zocht overal, vastbesloten de wijsheid en de reden voor alle gebeurtenissen te vinden en mijzelf te bewijzen dat zonde dwaasheid is en dat dwaasheid gelijk staat aan waanzin. 26 Ik ontdekte iets dat bitterder is dan de dood: een vrouw die tot ontucht wil verleiden, zij is een valstrik en een vangnet. Wie met God leeft, ontsnapt daaraan, maar zondaars raken in haar web verstrikt.

27 Dit is mijn conclusie, zegt de Prediker, stap voor stap bereikte ik dit resultaat, na in elke richting te hebben gezocht: 28 één op de duizend mensen met wie ik sprak, kan als wijs worden beschouwd. Onder hen bevond zich echter geen enkele vrouw. 29 En ik kwam erachter dat God de mens eenvoudig heeft gemaakt en dat de mens zelf allerlei ingewikkelde dingen bedenkt.

Gehoorzaamheid aan God gaat boven alles

Wat is het heerlijk wijs te zijn, dingen te begrijpen, te bestuderen en te kunnen uitleggen! Wijsheid legt een glans over het gezicht van een mens en verzacht zijn hardheid. Gehoorzaam de koning zoals u hebt gezworen te doen. Probeer niet onder uw plichten uit te komen en verzet u niet tegen hem, want wat de koning wil, gebeurt toch wel. Achter het bevel van de koning staat een grote macht, waaraan niemand kan twijfelen en waartegen niemand is opgewassen.

Wie de geboden gehoorzaamt, zal niets overkomen. De wijze weet wanneer en hoe hij moet handelen. Voor alles is een tijd en een manier, ook al drukken de problemen van een mens zwaar op hem, want wie weet wat er komen gaat? Wie kan het hem vertellen? Niemand kan zijn geest ervan weerhouden hem te verlaten, geen enkel mens heeft de mogelijkheid zijn sterfdag te verzetten, want aan die duistere strijd ontkomt niemand. Het zal duidelijk zijn dat de goddeloosheid van een mens hem bij die gelegenheid niet te hulp komt. Ik heb diep nagedacht over alles wat plaatsvindt op deze aarde, waar de mensen de mogelijkheid hebben elkaar kwaad te doen.

10 Ik heb gezien hoe goddeloze mensen eervol werden begraven, terwijl rechtvaardige mensen de heilige stad Jeruzalem moesten verlaten en vergeten werden. Ook dat is zinloos. 11 Omdat God zondaars niet onmiddellijk straft, denken veel mensen dat zij rustig kwaad kunnen doen. 12 Maar ook al blijft een mens, na honderd keer te hebben gezondigd, gewoon leven, toch weet ik heel goed dat zij die God vrezen beter af zijn. 13 Maar de goddelozen daarentegen zullen geen lang en gelukkig leven leiden: hun levensdagen zullen als schaduwen voorbijschieten, omdat zij geen ontzag voor God hebben.

14 Er gebeurt iets vreemds hier op aarde: sommige rechtvaardige mensen worden behandeld alsof zij zondaars zijn en sommige zondaars alsof zij rechtvaardig zijn. Ook dat is een vreemde en zinloze zaak. 15 Daarom lijkt het mij beter dat een mens geniet van zijn leven, want niets is beter dan dat een mens geniet van eten en drinken. De vreugde is het enige dat de mens heeft bij al het harde werk tijdens het leven dat God hem geeft.

16 Terwijl ik naar wijsheid zocht, keek ik oplettend naar alles wat op aarde gebeurde, de voortdurende activiteit die dag en nacht doorging: 17 ik zag in dat geen mens Gods werk hier op aarde kan begrijpen. Zelfs de meest wijze man, die zegt dat hij het begrijpt, vergist zich.

Ieder deelt in hetzelfde lot

Ook dit onderzocht ik grondig: het feit dat gelovige en wijze mensen afhankelijk zijn van Gods wil, niemand weet of hij liefde of haat zal ontmoeten. Men weet niets van tevoren. Iedereen krijgt te maken met dezelfde ervaringen, of hij nu goed of slecht, godsdienstig of niet godsdienstig, werelds of gelovig is. Ieder deelt in hetzelfde lot en dat lijkt onrechtvaardig. Daarom doen de mensen slechte en dwaze dingen en kiezen zij hun eigen onverstandige weg, want het ontbreekt hun aan hoop, het enige dat de toekomst hun brengt, is de dood. Er bestaat alleen hoop voor de levenden. U kunt beter een levende hond dan een dode leeuw zijn! Want de levenden weten tenminste dat zij op zekere dag zullen sterven. Maar de doden weten van niets, zij hebben geen loon meer te verwachten. Er wordt niet meer aan hen gedacht. Wat zij tijdens hun leven deden—liefhebben, haten, benijden—is allang vergeten en zij hebben niets meer van doen met wat hier op aarde gebeurt.

Ga daarom maar gewoon door met eten en drinken en wees er blij mee, want zo heeft God het altijd al gewild. Draag feestkleren en zorg dat u er goed verzorgd uitziet. Geniet van een gelukkig leven met de vrouw van wie u houdt gedurende de dagen van uw voorbijglijdende leven, want dat komt u toe in dit leven, bij alle moeite die u zich op aarde getroost. 10 Benut alle mogelijkheden die je krijgt om iets te doen, want in de dood waar u naar toe gaat, bestaat geen werk, geen voorbereiding, geen weten en geen begrijpen.

11 Opnieuw keek ik over de aarde en ik zag dat de snelste man niet altijd de wedstrijd wint, dat de sterkste niet altijd als overwinnaar uit de strijd komt, dat wijze mensen vaak arm zijn en mensen met grote vaardigheden niet als vanzelfsprekend beroemd zijn. Alles komt neer op geluk, op het juiste moment op de juiste plaats zijn. 12 Een mens weet nooit wanneer hem iets zal overkomen. Hij is als een vis die in het net wordt gevangen en als een vogel die in een strik komt vast te zitten.

13 Bij het observeren van het menselijke maakte ook het volgende een diepe indruk op mij: 14 een klein stadje met slechts enkele inwoners werd belegerd door een koning met zijn leger. 15 In dat stadje woonde een wijze, arme man, die wist wat er moest gebeuren om de stad te redden, maar niemand dacht eraan hem om raad te vragen. 16 Toen besefte ik dat men de arme wijze veracht en niet naar hem luistert, ook al is wijsheid beter dan kracht. 17 Maar toch zijn de rustige woorden van een wijze man beter dan de kreten van een koning van dwazen. 18 Wijsheid is beter dan oorlogstuig, maar één dwaas bederft veel goeds.

Echte wijsheid

Als goede mensen goede dingen over je zeggen, is dat beter dan dat je er goed uitziet.

En de dag dat je sterft, is beter dan de dag dat je werd geboren.

Het is beter om naar een begrafenis te gaan, dan naar een feest. Want de dood is het einde van ieder mens. Dat moeten we niet vergeten.

Verdriet is beter dan plezier, want als je laat merken dat je verdrietig bent, helpt dat je om er overheen te komen.

Wijze mensen denken na over de dood. Maar dwaze mensen denken alleen maar aan plezier maken.

Het is beter om te luisteren naar een waarschuwing van wijze mensen, dan naar het vrolijke zingen van dwazen. Want het lachen van een dwaas is net zo snel voorbij als het geknetter van brandende dorens onder een pan. Het is maar lucht.

Luister goed: door afpersing wordt een wijs man dwaas, en door omkoping wordt een goed mens slecht.

Het einde van iets is beter dan het begin ervan.

Het is beter om geduldig te zijn dan trots.

Erger je niet te snel ergens aan, want ergernis woont in het hart van de dwazen.

10 Vraag niet: "Hoe komt het dat het vroeger beter was dan nu?" Want dat is geen wijze vraag.

11 Wijsheid is net zo belangrijk als een erfenis. Het is iets goeds voor de mensen die onder de zon leven. 12 Want wijsheid beschermt, net zoals geld beschermt. Maar wijsheid is nog beter dan geld, want door wijsheid weet een wijs mens hoe hij leven moet.

13 Kijk naar wat God doet. Wie kan recht maken wat Hij heeft gebogen?

14 Geniet wanneer het goed met je gaat. Maar bedenk in moeilijke tijden: "Ook deze dagen heeft God gemaakt, net zoals die andere dagen." Een mens heeft geen idee van wat er in de toekomst gebeuren zal.

15 Ik heb van alles gezien in de korte tijd dat ik leef op aarde. Bijvoorbeeld: een goed en eerlijk mens met wie het toch slecht afloopt. En een slecht mens die toch lang leeft. 16 Wees niet al te goed en eerlijk. Wees niet al te wijs. Je zou jezelf er alleen maar kwaad mee doen. 17 Maar wees ook niet al te slecht en wees geen dwaas. Want waarom zou je sterven vóór het je tijd is? 18 Probeer het midden te vinden tussen wijs en dwaas. Als je ontzag hebt voor God, zul je het juiste midden weten te vinden.

19 Eén wijs mens is door zijn wijsheid machtiger dan tien bestuurders van een stad.

20 Niemand op aarde leeft zó goed, dat hij nooit iets verkeerds doet. 21 Luister daarom niet naar alles wat er gezegd wordt. Want anders hoor je nog dat je knecht je vervloekt. 22 Want van binnen weet je wel dat je zelf ook vaak andere mensen vervloekt hebt.

Predikers zoektocht naar wijsheid

23 Ik heb dit allemaal onderzocht omdat ik wijs wilde worden. Maar het is me niet gelukt: de wijsheid bleef onbereikbaar. 24 Hoe kún je bereiken wat zo ver weg is en zo diep verstopt zit? Het leven is niet te begrijpen. 25 Ik bestudeerde alles, omdat het mijn diepste wens was om meer te weten en te begrijpen. Ik wilde bewijzen dat het dwaas is om je niets van God aan te trekken. Dat het dwaas is om onverstandig te zijn. 26 En ik ontdekte iets wat nog erger is dan de dood: een ontrouwe vrouw. Haar hart is een valkuil en haar handen zijn boeien. Iemand die van God houdt, kan aan haar ontsnappen. Maar iemand die niet om God geeft, wordt door haar gevangen.

27 Dit is wat ik ontdekt heb – ik heb over de dingen nagedacht, omdat ik tot een goede conclusie wilde komen. 28 Maar ik heb die conclusie nog niet gevonden. Ik ben er nog steeds naar op zoek. Onder duizend mensen heb ik maar één goede man gevonden. Maar geen enkele goede vrouw. 29 Maar wat ik wél heb ontdekt, is dat God de mensen wel goed gemaakt heeft, maar dat ze zelf allerlei slechte dingen bedenken.

Wijsheid helpt je niet tegen de dood

Wie is wijs? Wie kan alles begrijpen? Als iemand wijs is, verandert dat zijn gezicht: het wordt vriendelijker.

Wees gehoorzaam aan de bevelen van de koning, omdat je aan God gezworen hebt dat je dat zal doen. Wees niet bang voor hem, maar ga ook niet tegen hem in. Want de koning doet wat hij zelf wil. Wat hij zegt, gebeurt. Wie zal hem vragen: "Wat doet u daar?" Mensen die doen wat de koning beveelt, komen niet in moeilijkheden. Wijze mensen weten wat ze wanneer moeten doen. Want alle dingen hebben hun eigen tijd. Want een mens overkomt veel ellende die hem door andere mensen wordt aangedaan. Hij weet niet wat er in de toekomst gebeuren zal. Niemand kan hem dat vertellen. Geen mens heeft macht over de wind. Niemand kan hem laten ophouden met waaien. En niemand heeft macht over de dood. Niemand kan hem tegenhouden wanneer hij komt. De strijd is al bij voorbaat verloren. Ook slechte mensen ontkomen niet.

Wijsheid helpt je niet om het leven te begrijpen

Dit heb ik allemaal gezien toen ik onderzocht wat er allemaal gebeurt onder de zon. Ik zag dat de ene mens macht heeft over de andere mens. En dat hij die macht misbruikt om die ander kwaad te doen.

10 Ook zag ik hoe slechte mensen een mooie begrafenis kregen. Maar dat goede mensen die eerlijk geleefd hadden, niet begraven werden. Ze werden door de bewoners van hun stad vergeten. Ook dat is maar lucht en iets onbegrijpelijks. 11 Slechte mensen worden niet onmiddellijk gestraft. Daarom denken de mensen dat ze ongestraft slechte dingen kunnen doen. 12 Want een slecht mens die honderd misdaden doet, blijft toch lang leven. Toch weet ik dat het goed zal gaan met de mensen die leven zoals God het wil, omdat ze ontzag voor God hebben. 13 Maar met de mensen die zich niets van God aantrekken, zal het uiteindelijk slecht aflopen. Hun leven zal niet lang worden zoals een schaduw lang wordt in de avondzon, omdat ze geen ontzag voor God hebben.

14 Ik heb op aarde nóg iets gezien wat maar lucht is, iets onbegrijpelijks: dat er goede mensen zijn met wie het net zo slecht afloopt als met slechte mensen. En dat er slechte mensen zijn met wie het zo goed gaat alsof ze goede mensen zijn. Ik vind dat dat lucht is, iets onbegrijpelijks. 15 Daarom denk ik dat je maar beter vrolijk kunt zijn. Er is onder de zon niets beters voor een mens dan te eten en te drinken en van het leven te genieten. Dat is het enige wat hij heeft bij al zijn gezwoeg in de tijd die God hem geeft onder de zon.

16 Ik was vast van plan geweest om wijs te worden. Ik wilde begrijpen wat de mensen allemaal doen. En waarom sommige mensen dag en nacht geen rust hebben. 17 Maar ik heb ontdekt dat de mens niets kan begrijpen van de dingen die God doet onder de zon. Hoe goed een mens ook zoekt, hij kan het niet begrijpen. Een wijs mens kan denken dat hij het begrijpt, maar toch is dat niet waar.

Iedereen, goed en slecht, sterft uiteindelijk

Luister goed! Ook hier heb ik goed over nagedacht om het te kunnen begrijpen: ook goede en wijze mensen zijn afhankelijk van wat God doet. Ze weten niet of mensen hen zullen liefhebben of haten. Ze weten niets van wat er nog komt. En tenslotte overkomt iedereen hetzelfde. De goede mensen overkomt hetzelfde als de slechte mensen. De mensen die offers aan God brengen, overkomt hetzelfde als de mensen die geen offers brengen. De eerlijke mensen overkomt hetzelfde als de oneerlijke mensen. De mensen die een eed zweren, overkomt hetzelfde als de mensen die niet willen zweren. Het allerergste wat er onder de zon gebeurt, is dat iedereen uiteindelijk hetzelfde overkomt. Eigenlijk zijn alle mensen van binnen slecht. Daarom maken ze hun hele leven dwaze plannen. En daarna sterven ze. Een mens die leeft, heeft hoop. Een levende hond is beter af dan een dode leeuw. De levende mensen weten tenminste dat ze ooit zullen sterven. Maar de doden weten niets. Ze hebben niets meer te verwachten. Ze zijn vergeten. Hun liefde, hun haat, hun verlangens – alles is verdwenen. De doden doen niet meer mee met de dingen die onder de zon gebeuren.

Het is maar het beste om te genieten van het leven

Geniet dus maar van je eten en drinken en wees vrolijk. Want dan doe je wat God heeft bedoeld. Trek mooie kleren aan en verzorg je goed. Geniet van het leven, samen met de vrouw van wie je houdt. Geniet alle dagen van het zinloze leven dat God je heeft gegeven onder de zon. Want dat is je enige beloning voor al je gezwoeg onder de zon. 10 Doe wat je moet doen, en doe dat zo goed mogelijk. Want als je dood bent, is er niets meer te doen. In de dood is geen werk, geen gedachte, geen kennis, geen wijsheid.

11 Opnieuw keek ik rond onder de zon. En ik zag dat niet altijd de snelste mensen de hardloopwedstrijd winnen. De sterkste wint niet altijd de oorlog. De wijze mensen hebben niet altijd genoeg te eten. De slimste mensen worden niet altijd rijk. De verstandigste mensen krijgen niet altijd waar ze recht op hebben. Alles hangt af van het toeval. 12 En niemand weet hoelang hij zal leven. Net zoals vissen plotseling in het visnet gevangen worden, en net zoals vogels plotseling in het vangnet gevangen worden, zo worden ook de mensen plotseling overvallen door de dood.

Als je arm bent, luistert niemand naar je wijsheid

13 Ik ontdekte nog iets onder de zon wat met wijsheid te maken heeft. Het maakte veel indruk op me. 14 Er was een kleine stad met maar weinig bewoners. Een machtige koning viel die stad aan. Hij omsingelde de stad en bouwde er hoge aanvalstorens bij. 15 In die stad woonde een arme, wijze man. Hij had met zijn wijsheid de stad kunnen redden. Maar niemand dacht aan die arme man, omdat hij arm was. 16 Toen zei ik: "Wijsheid is beter dan wapens, maar de mensen luisteren niet naar de wijsheid van arme mensen." 17 Toch is het beter om te luisteren naar de rustige woorden van een wijs man, dan naar het geschreeuw van een leider van dwazen. 18 Wijsheid is beter dan wapens, maar één slecht mens bederft veel goeds.

Ik heb geen spijt dat ik u met mijn brief verdriet heb gedaan, al had ik dat eerst wel. Dat verdriet heeft gelukkig niet lang geduurd. Nu ben ik blij dat ik die brief heb gestuurd, niet omdat ik u er verdriet mee heb gedaan, maar omdat u zich daardoor tot God hebt gewend. Het verdriet dat u voelde, was zoals God wilde. Daardoor hoef ik u straks niet nog eens pijn te doen. 10 Soms gebruikt God verdriet om een radicale ommekeer in ons leven te laten komen en ons te redden. Maar gewoon, werelds verdriet leidt tot de dood. 11 U ziet hoe dit verdriet, dat volgens Gods wil over u kwam, verandering heeft teweeggebracht. U kwam niet alleen tot een serieus inzicht, maar ook tot verontschuldiging en verontwaardiging over de situatie. U werd bang en verlangde naar een oplossing. U pakte het probleem aan en loste het op door de man te straffen die de zonde had begaan. U hebt in alles laten zien dat u zuiver voor God wilt staan. 12 Ik heb dat allemaal geschreven, opdat de Here u zou laten zien hoeveel u eigenlijk om ons geeft. Het was me daar veel meer om begonnen dan om de man die het kwaad had gedaan of om degene die daarvan de dupe was.

13 Uw liefde heeft ons al bemoedigd, maar de blijdschap waarmee Titus bij ons kwam, heeft ons pas echt gelukkig gemaakt. Hij was vol lof over de goede ontvangst die hij bij u kreeg. Zijn ongerustheid was daardoor volledig weggenomen. 14 Voor zijn vertrek had ik tegenover hem al hoog van u opgegeven en u hebt mij niet teleurgesteld. Ik heb altijd de waarheid verteld, en dat ik tegenover Titus vol lof over u was, bleek dan ook terecht te zijn. 15 Wat hij voor u voelt, wordt alleen maar sterker als hij eraan terugdenkt hoe u hem hebt ontvangen, hoe u hem, vol eerbied en ontzag, hebt gehoorzaamd. 16 Ik ben blij dat ik u weer mijn vertrouwen kan geven.

Read full chapter

Paulus prijst de gemeente

Met mijn eerste brief heb ik jullie verdrietig gemaakt. Toch heb ik daar geen spijt van. Ik had eerst wel even spijt. Maar nu weet ik dat die brief jullie maar korte tijd verdrietig heeft gemaakt. Nu ben ik blij over die brief. Niet omdat jullie verdrietig zijn geweest, maar omdat jullie door dat verdriet opnieuw God zijn gaan gehoorzamen. Want God heeft dat verdriet gebruikt. Daardoor heeft het jullie geen kwaad gedaan. 10 Want als iemand verdriet heeft omdat hij verkeerd heeft gedaan tegen God, kan God dat verdriet gebruiken om hem te veranderen. Zo wordt hij erdoor gered. Maar als iemand gewoon verdriet heeft op de manier van de ongelovige mensen, brengt hem dat alleen maar ellende en dood.

11 Maar kijk eens wat er is gebeurd door jullie verdriet. Jullie namen het heel serieus wat ik zei. Jullie vroegen vergeving. Jullie waren verontwaardigd over wat die man deed. Jullie kregen nieuw ontzag voor God en waren geschokt over wat er gebeurd was. Jullie wilden graag alles in orde maken. Daarom hebben jullie de man bestraft.[a] Jullie hebben in alles laten zien dat jullie hierin een goede houding hadden. 12 Ik had de brief niet geschreven vanwege de persoon die ongehoorzaam aan God was geweest. Ook niet vanwege de persoon tegen wie verkeerd was gedaan. Maar mijn brief was in de eerste plaats bedoeld om jullie te laten merken, hoeveel we van jullie houden in de Heer. 13 En daarom ben ik nu blij en bemoedigd. Ook ben ik er heel blij over dat Titus zo van jullie heeft genoten. Jullie hebben hem blij gemaakt en bemoedigd.

14 Ik had hem verteld dat ik nogal trots op jullie ben. En nu heeft hij zelf kunnen zien dat dat niet voor niets was. Wat ik over jullie gezegd had, bleek waar te zijn. Zoals altijd heb ik de waarheid gezegd. 15 Als hij aan jullie denkt, houdt hij nog meer van jullie dan ooit. Want hij herinnert zich met hoeveel respect jullie hem hebben ontvangen en hem hebben gehoorzaamd. 16 Ik ben erg blij dat ik jullie helemaal kan vertrouwen.

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Corinthiërs 7:11 Lees 1 Korintiërs 5:1-5 over wat er gebeurd was.

48 Een psalm van de Korachieten.

De Here is groot en alle lof komt Hem toe
in de stad van God op zijn heilige berg.
De berg Sion is zo mooi doordat zij zo hoog gelegen is,
een vreugde voor ieder die haar ziet.
Zafon is werkelijk Sion,
waar de stad van onze grote Koning ligt.
In de paleizen van Jeruzalem maakt God Zich kenbaar,
Hij beschermt ons.
Let maar eens op:
er was een samenzwering van koningen,
met elkaar trokken zij op naar Jeruzalem.
Maar zodra zij er kwamen en het zagen,
waren zij verbijsterd.
Van schrik sloegen ze op de vlucht.
Zij sidderden angstig als een vrouw die een kind baart.
U laat de schepen van Tarsis door de oostenwind vergaan.
Eerst hadden wij ervan gehoord,
maar later zagen wij het zelf
in de stad van de Almachtige Here,
in de stad van onze God:
Hij houdt de stad in stand.
10 Steeds opnieuw, o God, herinneren wij ons uw goedheid
en trouw wanneer wij in uw tempel zijn.
11 De eer die U toekomt, is net als uw naam, o God,
zo groot dat die reikt tot aan het einde der aarde.
U bent de bron van de rechtvaardigheid.
12 De berg Sion is blij
en de dochters van Juda juichen over uw rechtvaardigheid.
13 Loop maar eens om Jeruzalem heen
en tel haar wachttorens.
14 Kijk eens goed naar haar muren en loop door haar paleizen.
Dan kunt u het aan uw nakomelingen vertellen:

Read full chapter

Psalm 48

Een lied voor de Korachieten.[a]

De Heer is machtig.
Iedereen in zijn stad op de heilige berg moet Hem prijzen.
De berg Sion, daar in het noorden,
is de prachtigste berg van de aarde
en de vreugde van ieder mens.
Het is de stad van de grote Koning.
God woont binnen de muren van die stad.
Hijzelf is als een burcht waar de mensen veilig zijn.

Koningen rukten samen op
om Jeruzalem aan te vallen.
Maar toen ze de stad zagen,
schrokken ze terug en vluchtten.
Ze werden plotseling
door hevige angst overvallen.
De vloot van de vijand uit Tarsis
werd door U vernietigd in een storm.

Wat we eerst alleen hadden gehoord,
zagen we nu zelf gebeuren
in de stad van de Heer van de hemelse legers,
in de stad van onze God.
Dankzij God zal die stad altijd blijven bestaan.

10 God, als we in uw tempel zijn,
denken we aan alle goede dingen die U heeft gedaan.
11 U bent over de hele aarde bekend.
U wordt over de hele aarde geprezen.
U heerst rechtvaardig.
12 De bewoners van Jeruzalem zijn blij,
de bewoners van Juda juichen,
omdat U rechtvaardig bent.

13 Loop om Jeruzalem heen,
tel alle torens.
14 Kijk naar die sterke muren,
zie eens wat een geweldige burchten!
Zeg tegen je kinderen:

Read full chapter

Footnotes

  1. Psalmen 48:1 De familie van Korach was één van de families uit de stam van Levi die dienst deden bij het heiligdom van de Heer. De Korachieten werkten daar als poortwachters en zangers.

17 Luister goed naar deze wijze uitspraken en stel uw hart open voor mijn kennis en inzicht.
18 Want het is goed als u die in uw hart sluit, dan zullen ze ook uw woorden beïnvloeden.
19 Ik geef deze wijsheden aan u door, zodat u leert de Here in alles te vertrouwen.

Read full chapter

Dertig spreuken van wijze mensen

17 Luister goed naar wijze woorden. Vergeet niet wat ik je leer. 18 Het zal je goed doen als je mijn woorden in je hart bewaart. Want dan zul jij zelf ook wijze dingen kunnen zeggen tegen anderen. 19 Ik leer je deze dingen, zodat je helemaal op de Heer zal vertrouwen.

Read full chapter