Add parallel Print Page Options

Daniël wordt adviseur van de koning

Drie jaar na de troonsbestijging van koning Jojakim van Juda voerde koning Nebukadnezar van Babel een aanval uit op Jeruzalem en de Here schonk hem de overwinning op Jojakim. Bij zijn terugkeer nam Nebukadnezar uit de tempel van God een deel van de heilige voorwerpen mee. Hij zette deze in de schatkamer van de tempel van zijn eigen god in Babylon. 3,4 Toen liet hij Aspenaz, het hoofd van de hofhouding, bij zich komen en gaf hem de opdracht enkele Israëlieten naar Babel te halen. Zij moesten van koninklijke en voorname afkomst zijn. Aspenaz moest hun les geven in de taal en de wetenschap van de Chaldeeën.

‘Zoek de sterkste, gezondste en mooiste jongens uit,’ zei de koning. ‘Zij moeten een grote belezenheid, een uitgebreide kennis en een scherp verstand bezitten. Kortom, het moeten jongens zijn, geschikt om in het paleis dienst te doen.’ De koning stelde een dieet op van het beste voedsel en de beste wijn uit de koninklijke keuken. Drie jaar lang moesten zij de opleiding volgen en daarna zouden zij bij hem in dienst komen.

Onder de uitgekozen jongemannen bevonden zich ook vier jongens uit Juda: Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Aspenaz gaf hun echter Babylonische namen: Daniël werd Beltsazar genoemd, Hananja kreeg de naam Sadrach, Misaël noemde hij Mesach en Azarja werd Abednego.

Daniël nam zich voor niets te gebruiken van het eten en de wijn die zij van de koning kregen, want hij wilde zich aan de reinheidsvoorschriften houden. Hij vroeg Aspenaz of hij in plaats daarvan ander voedsel mocht eten. God zorgde ervoor dat deze man aan de wens van Daniël tegemoet kwam. 10 Hij zei echter wel: ‘Ik ben bang dat je mager en bleek zult worden in vergelijking met de andere jongens van jouw leeftijd. En als de koning, die zelf het dieet heeft vastgesteld dat ziet, krijg ik problemen.’

11 Daniël sprak erover met de kamerheer die door Aspenaz was aangesteld om voor hem en Hananja, Misaël en Azarja te zorgen.

12 Daniël stelde hem voor: ‘Neem dan tien dagen met ons de proef, door ons uitsluitend groenten en water te geven. 13 Na deze proefperiode moet u ons uiterlijk vergelijken met dat van de andere jongens die wel van het voedsel van de koninklijke tafel eten. Dan kunt u altijd nog besluiten of u ermee doorgaat of niet.’ 14 De kamerheer ging ermee akkoord het tien dagen te proberen. 15 En jawel, tien dagen later bleken Daniël en zijn drie vrienden er gezonder en beter uit te zien dan de jongemannen die hadden gegeten van het door de koning voorgeschreven voedsel! 16 Voortaan nam de kamerheer dus het voorgeschreven voedsel en de wijn weg en gaf hun uitsluitend groenten.

17 God gaf deze vier jongemannen het vermogen goed te kunnen leren. Al gauw beheersten zij alle literatuur en wetenschappen van hun tijd. Daniël kreeg bovendien de speciale gave dromen en visioenen te verklaren. 18,19 Na de opleidingsperiode van drie jaar bracht Aspenaz de jongemannen naar de koning. Met ieder van hen had koning Nebukadnezar een lang gesprek, maar niemand maakte meer indruk op hem dan Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Daarom nam hij ze als adviseurs in dienst. 20 Bij alle kwesties waarbij het aankwam op wijs inzicht en een goed oordeel, werden zij te hulp geroepen. De koning merkte dat het advies van deze jongemannen tienmaal beter was dan dat van alle geleerden en astrologen in zijn rijk. 21 Daniël bleef adviseur tot het eerste regeringsjaar van koning Kores.

De nachtmerrie van Nebukadnezar

In zijn tweede regeringsjaar kreeg Nebukadnezar een vreselijke nachtmerrie. Hevig verontrust werd hij wakker en kon de slaap niet meer vatten. Hij ontbood meteen alle geleerden, bezweerders, tovenaars en astrologen. Zij moesten hem zijn droom verklaren. Toen zij allemaal voor hem stonden, zei hij: ‘Ik heb een vreselijke nachtmerrie gehad. Dat maakt mij erg ongerust en daarom wil ik weten wat dat te betekenen heeft.’ Toen antwoordden de astrologen hem: ‘Majesteit, vertel ons uw droom, dan zullen wij u de betekenis ervan uitleggen.’ De koning zei echter: ‘Ik heb besloten dat u mij zowel de droom als zijn uitlegging moet vertellen! Als u dat niet kunt, zal ik u in stukken laten hakken en uw huizen met de grond gelijk laten maken. U krijgt echter prachtige geschenken en ik zal u met eerbewijzen overladen, als u mij zegt hoe mijn droom was en mij zijn betekenis vertelt. Vooruit, steek van wal!’ Maar zij herhaalden: ‘Hoe kunnen wij vertellen wat de betekenis van uw droom is, als u ons niet eerst uw droom vertelt?’ 8,9 De koning barstte uit: ‘Ik heb u wel door! U probeert tijd te winnen. U ziet dat ik vastbesloten ben u terecht te stellen, als u mij de droom niet kunt vertellen. En u hebt afgesproken mij iets op de mouw te spelden in de hoop dat ik de hele zaak na verloop van tijd vergeet! Maar als u mij mijn droom niet kunt vertellen, weet ik zeker dat u die ook niet kunt uitleggen.’ 10 De astrologen antwoordden hun vorst: ‘Geen mens ter wereld kan antwoord geven op de vraag die u stelt! Daarom heeft nog nooit een koning, hoe groot of machtig ook, zoiets aan een geleerde, tovenaar of astroloog gevraagd. 11 U wilt het onmogelijke. Niemand kan u uw droom vertellen, behalve de goden, maar die wonen niet onder de stervelingen.’

12 Toen de koning dit hoorde, werd hij razend en beval alle wijze mannen uit Babel terecht te stellen. 13 Overal werden wijzen opgepakt. Ook Daniël en zijn metgezellen liepen gevaar gearresteerd en gedood te worden. 14,15 Daniël bleef echter kalm en ging verstandig en met overleg te werk. Hij vroeg Arjoch, het hoofd van de koninklijke lijfwacht, die al voorbereidingen trof voor de executies: ‘Waarom is de koning zo kwaad? Wat is er toch aan de hand?’ Arjoch vertelde hem wat er was gebeurd. 16 Daniël ging naar de koning. ‘Geef mij alstublieft wat tijd,’ zei hij, ‘dan zal ik u uw droom uitleggen.’ 17 Daarop ging hij naar huis en vertelde zijn vrienden Hananja, Misaël en Azarja 18 dat zij de God van de hemel moesten smeken medelijden met hen te tonen door hun het geheim van de droom te vertellen. Dan zouden zij en de andere wijzen van Babel niet hoeven te sterven. 19 Die nacht vertelde God aan Daniël het geheim. 20 En Daniël loofde de God van de hemel en zei: ‘Geprezen zij God van eeuwigheid tot eeuwigheid! Want Hij bezit alle wijsheid en kracht. 21 Alle wereldgebeurtenissen liggen in zijn hand. Hij zet koningen af en stelt nieuwe koningen aan. Hij geeft de wijzen hun wijsheid en de geleerden hun inzicht. 22 Hij maakt ondoorgrondelijke en geheime dingen bekend. Hij ziet alle in het duister verborgen zaken, want Hij Zelf is het licht. 23 O God van mijn voorouders, U loof en prijs ik. Want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken en op ons verzoek hebt U mij nu de droom van de koning en de uitleg daarvan bekendgemaakt.’

24 Daarna ging Daniël naar Arjoch, die van de koning de opdracht had gekregen de wijzen van Babel ter dood te brengen. Daniël zei: ‘Stel de wijzen niet terecht. Breng mij bij de koning, dan zal ik hem de uitleg van zijn droom geven.’

25 In allerijl bracht Arjoch hem naar de vorst en zei: ‘Majesteit, ik heb een krijgsgevangene uit Juda gevonden die u de uitleg kan geven!’ 26 De koning richtte zich tot Daniël (ook wel Beltsazar genoemd) en zei: ‘Is dat waar? Kunt u mij werkelijk vertellen wat ik heb gedroomd en wat dat betekent?’ 27 Daniël antwoordde: ‘Geen enkele wijze of bezweerder, geleerde of waarzegger kan u een dergelijk geheim vertellen. 28 Maar er is een God in de hemel die geheimen openbaart. Hij heeft u, koning Nebukadnezar, in uw droom bekendgemaakt wat in de toekomst zal gebeuren. Uw droom en de dingen die aan uw geestesoog voorbijtrokken, gingen als volgt. 29 Terwijl u op bed lag, dacht u na over toekomstige gebeurtenissen. Hij die geheimen openbaart, heeft u laten weten wat er te gebeuren staat. 30 Ik ben niet door bovenmenselijke wijsheid achter het geheim van uw droom gekomen, maar alleen omdat God het mij heeft laten zien. Ik moest u de uitleg van uw droom geven en u zo duidelijk maken wat u dwarszit. 31 Majesteit, u zag een reusachtig groot beeld van een mens. Er hing een oogverblindende glans omheen en het stond pal voor u. Het had een afschrikwekkend uiterlijk. 32 Het hoofd van het beeld was gemaakt van het zuiverste goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en dijen waren van koper, 33 zijn benen van ijzer en zijn voeten waren van een mengsel van ijzer en klei. 34 Terwijl u bleef toekijken, raakte zonder toedoen van mensenhanden een steen los van de berghelling. Hij rolde op het beeld af en verpletterde de voeten van ijzer en klei. Hij sloeg ze helemaal aan stukken en verpletterde ook de rest van het beeld. 35 Zo bleef een grote berg ijzer, klei, koper, zilver en goud over. De vermorzelde delen waren zo fijn als het kaf op een dorsvloer in de zomer. De wind blies alles weg, er bleef geen spoor van over. Maar de steen die het beeld had omvergeworpen, groeide uit tot een grote berg die de hele aarde bedekte.

36 Dit was uw droom en nu zal ik u de betekenis ervan uitleggen: 37 majesteit, u bent koning over vele koningen. Dit koningschap, met alle daaraan verbonden gezag en eer, heeft de God van de hemel u gegeven. 38 Hij laat u regeren over de mensen tot in de verste hoeken van de aarde. Ook de wilde dieren en de vogels staan onder uw gezag. U bent dat gouden hoofd. 39 Maar nadat aan uw koninkrijk een einde is gekomen, zal een andere wereldmacht opstaan. Dit rijk zal kleiner zijn dan het uwe. Na de val van dat koninkrijk, zal een derde grote macht, het koper, verrijzen om de wereld te regeren. 40 Daarna komt er een vierde koninkrijk, zo hard als ijzer. Een rijk met een ijzeren kracht dat alles verwoest en verbrijzelt. 41,42 En ten slotte de voeten en tenen die u hebt gezien, gemaakt van een mengsel van ijzer en pottenbakkersklei. Zij verbeelden het daarop volgende rijk, dat echter intern verdeeld zal zijn. Er zal iets van de hardheid van ijzer in zijn, maar andere delen zullen net zo broos zijn als gebakken klei. 43 Dit mengsel van ijzer en klei betekent dat deze rijken proberen machtiger te worden door zich met behulp van huwelijken met elkaar te vermengen. Maar zij zullen niet echt een eenheid worden, want ijzer en klei verbinden zich niet met elkaar. 44 Tijdens de regeringen van die koningen zal de God van de hemel een koninkrijk oprichten dat nooit ten onder zal gaan. Niemand zal het ooit veroveren. Het zal die koninkrijken compleet verbrijzelen, maar zelf tot in eeuwigheid blijven bestaan. 45 Dit is dus de betekenis van de steen die zonder toedoen van mensenhanden losraakte van de berg. Deze steen verpulverde het ijzer, leem, koper, zilver en goud. Zo heeft de grote God u laten zien wat in de toekomst zal gebeuren. En deze uitlegging van uw droom is even waar en betrouwbaar als de droom zelf.’

46 Toen knielde koning Nebukadnezar voor Daniël en boog diep voor hem. Hij beval zijn onderdanen hem offers te brengen en wierook voor hem te branden. 47 ‘Werkelijk, Daniël,’ zei hij, ‘uw God is de God boven alle goden, de heerser over alle koningen. Hij openbaart geheimen en daardoor hebt u dit geheim kunnen bekendmaken.’ 48 Toen verleende hij Daniël hoge waardigheid. Hij gaf hem talloze kostbare geschenken en benoemde hem tot heerser over het hele gebied van Babel en maakte hem bovendien hoofd van alle wijze mannen uit Babel. 49 Op Daniëls verzoek stelde de koning Sadrach, Mesach en Abednego aan als zijn assistenten. Zij waren verantwoordelijk voor het bestuur van het gebied van Babel. Daniël bleef in functie aan het koninklijk hof.

Het gouden beeld en de brandende oven

Koning Nebukadnezar liet een gouden beeld maken van 27 meter hoog en 2,70 meter breed. Hij plaatste het in de vlakte Dura, in het gebied Babel. Daarna bracht de koning alle hooggeplaatsten in overheidsdienst bijeen om de inwijding van Nebukadnezars beeld bij te wonen. Nadat zij allemaal waren gearriveerd en hun plaats voor het monument hadden ingenomen, riep een heraut met krachtige stem: ‘Volken uit alle landen en van allerlei talen, dit is het bevel van de koning: straks zult u de muziek horen van hoorn, fluit, citer, luit, harp, doedelzak en van allerlei andere instrumenten. En zodra die muziek begint te spelen, moet u zich languit op de grond werpen en koning Nebukadnezars gouden beeld aanbidden. Ieder die niet neervalt om te aanbidden, zal ogenblikkelijk in de brandende oven worden gegooid.’ Bij het horen van de eerste tonen wierp dus iedereen, ongeacht zijn volk, taal of godsdienst, zich op de grond en aanbad het beeld.

Maar enige hoge functionarissen gingen naar de koning en dienden een aanklacht in tegen enkele Judeeërs die weigerden het beeld te aanbidden! ‘Majesteit,’ zeiden zij, 10 ‘u hebt bevel gegeven dat iedereen zich op de grond moet laten vallen en het gouden beeld aanbidden, zodra de muziek begint te spelen. 11 Wie dat niet doet, zal in de brandende oven worden gegooid. 12 Maar nu zijn daar een paar Judese mannen, Sadrach, Mesach en Abednego, die u hebt belast met het bestuur over het gewest Babel. Deze mannen storen zich niet aan uw bevel en weigeren uw goden te vereren of het gouden beeld dat u hebt opgericht, te aanbidden.’ 13 Laaiend van woede beval Nebukadnezar Sadrach, Mesach en Abednego te halen. Toen zij waren voorgeleid, zei hij: 14 ‘Sadrach, Mesach en Abednego, is het waar dat u mijn goden niet wilt vereren en het gouden beeld niet wilt aanbidden? 15 Ik geef u nog één kans. Maar dan moet u zich bij het horen van de eerste tonen wel op de grond laten vallen en het beeld aanbidden. Doet u dat niet, dan zult u ogenblikkelijk in de brandende oven worden gegooid. En welke god zou u dan uit mijn handen kunnen redden?’ 16 De drie mannen antwoordden: ‘Wij vinden het niet nodig uw vraag te beantwoorden. 17 Onze God, die wij vereren, is in staat ons te redden uit de brandende oven en uit uw macht, majesteit. 18 Maar ook als Hij dat niet doet, kunt u er zeker van zijn dat wij uw goden niet zullen vereren en uw gouden beeld niet zullen aanbidden!’

19 Nebukadnezar werd razend op Sadrach, Mesach en Abednego. Zijn gezicht vertrok van woede. Hij beval dat de oven zevenmaal heter dan gewoonlijk moest worden opgestookt. 20 Hij droeg een paar van de sterkste mannen uit zijn leger op Sadrach, Mesach en Abednego vast te binden en in de brandende oven te gooien. 21 Zij werden stevig geboeid en met kleren en al in de oven gesmeten. 22 Omdat de koning in zijn woede zoʼn abnormaal heet vuur in de oven wilde hebben, schoten de vlammen eruit en doodden de soldaten die hen erin gooiden! 23 Zo vielen de drie vastgebonden Judese mannen in de hoog oplaaiende vlammen. 24 Plotseling sprong koning Nebukadnezar geschrokken overeind. ‘Wat zie ik nu?’ riep hij tegen zijn raadsmannen. ‘Wij hadden toch dríe mannen in de oven gegooid?’ ‘Jazeker, majesteit,’ antwoordden zij, 25 ‘Maar kijk!’ schreeuwde Nebukadnezar. ‘Nu zie ik er víer vrij rondlopen tussen de vlammen en zij zijn ongedeerd! En de vierde ziet eruit als een engel.’ 26 Nebukadnezar liep zo dicht mogelijk naar de open deur van de brandende oven en riep: ‘Sadrach, Mesach en Abednego, dienaren van de hoogste God, kom naar buiten! Kom hier!’ Het drietal stapte uit het vuur. 27 De stadhouders, gouverneurs, landvoogden en raadsheren verdrongen zich om hen heen en zagen dat zij geen letsel van het vuur hadden opgelopen. Hun hoofdhaar was niet verschroeid, hun mantels waren ongeschonden en er hing zelfs geen brandlucht om hen heen.

28 ‘Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abednego!’ zei Nebukadnezar. ‘Hij heeft zijn engel gestuurd om zijn dienaren die op Hem vertrouwden, te bevrijden. Hij liet hen niet in de steek toen zij mijn bevel trotseerden en liever hun leven waagden dan een andere god dan hun eigen God te vereren of te aanbidden. 29 Daarom vaardig ik het bevel uit dat iedereen, van welk volk, taal of natie dan ook, die iets oneerbiedigs zegt over de God van Sadrach, Mesach en Abednego in stukken wordt gehouwen. En zijn huis zal met de grond worden gelijkgemaakt. Want geen andere god kan met zoveel machtsvertoon redden als deze God heeft gedaan.’ 30 Sadrach, Mesach en Abednego stonden vanaf dat moment in hoog aanzien bij de koning.

Daniel’s Training in Babylon

In the third year of the reign of Jehoiakim(A) king of Judah, Nebuchadnezzar(B) king of Babylon(C) came to Jerusalem and besieged it.(D) And the Lord delivered Jehoiakim king of Judah into his hand, along with some of the articles from the temple of God. These he carried(E) off to the temple of his god in Babylonia[a] and put in the treasure house of his god.(F)

Then the king ordered Ashpenaz, chief of his court officials, to bring into the king’s service some of the Israelites from the royal family and the nobility(G) young men without any physical defect, handsome,(H) showing aptitude for every kind of learning,(I) well informed, quick to understand, and qualified to serve in the king’s palace. He was to teach them the language(J) and literature of the Babylonians.[b] The king assigned them a daily amount of food and wine(K) from the king’s table.(L) They were to be trained for three years,(M) and after that they were to enter the king’s service.(N)

Among those who were chosen were some from Judah: Daniel,(O) Hananiah, Mishael and Azariah.(P) The chief official gave them new names: to Daniel, the name Belteshazzar;(Q) to Hananiah, Shadrach; to Mishael, Meshach; and to Azariah, Abednego.(R)

But Daniel resolved not to defile(S) himself with the royal food and wine, and he asked the chief official for permission not to defile himself this way. Now God had caused the official to show favor(T) and compassion(U) to Daniel, 10 but the official told Daniel, “I am afraid of my lord the king, who has assigned your[c] food and drink.(V) Why should he see you looking worse than the other young men your age? The king would then have my head because of you.”

11 Daniel then said to the guard whom the chief official had appointed over Daniel, Hananiah, Mishael and Azariah, 12 “Please test(W) your servants for ten days: Give us nothing but vegetables to eat and water to drink. 13 Then compare our appearance with that of the young men who eat the royal food, and treat your servants in accordance with what you see.”(X) 14 So he agreed to this and tested(Y) them for ten days.

15 At the end of the ten days they looked healthier and better nourished than any of the young men who ate the royal food.(Z) 16 So the guard took away their choice food and the wine they were to drink and gave them vegetables instead.(AA)

17 To these four young men God gave knowledge and understanding(AB) of all kinds of literature and learning.(AC) And Daniel could understand visions and dreams of all kinds.(AD)

18 At the end of the time(AE) set by the king to bring them into his service, the chief official presented them to Nebuchadnezzar. 19 The king talked with them, and he found none equal to Daniel, Hananiah, Mishael and Azariah; so they entered the king’s service.(AF) 20 In every matter of wisdom and understanding about which the king questioned them, he found them ten times better than all the magicians(AG) and enchanters in his whole kingdom.(AH)

21 And Daniel remained there until the first year of King Cyrus.(AI)

Nebuchadnezzar’s Dream

In the second year of his reign, Nebuchadnezzar had dreams;(AJ) his mind was troubled(AK) and he could not sleep.(AL) So the king summoned the magicians,(AM) enchanters, sorcerers(AN) and astrologers[d](AO) to tell him what he had dreamed.(AP) When they came in and stood before the king, he said to them, “I have had a dream that troubles(AQ) me and I want to know what it means.[e]

Then the astrologers answered the king,[f](AR) “May the king live forever!(AS) Tell your servants the dream, and we will interpret it.”

The king replied to the astrologers, “This is what I have firmly decided:(AT) If you do not tell me what my dream was and interpret it, I will have you cut into pieces(AU) and your houses turned into piles of rubble.(AV) But if you tell me the dream and explain it, you will receive from me gifts and rewards and great honor.(AW) So tell me the dream and interpret it for me.”

Once more they replied, “Let the king tell his servants the dream, and we will interpret it.”

Then the king answered, “I am certain that you are trying to gain time, because you realize that this is what I have firmly decided: If you do not tell me the dream, there is only one penalty(AX) for you. You have conspired to tell me misleading and wicked things, hoping the situation will change. So then, tell me the dream, and I will know that you can interpret it for me.”(AY)

10 The astrologers(AZ) answered the king, “There is no one on earth who can do what the king asks! No king, however great and mighty, has ever asked such a thing of any magician or enchanter or astrologer.(BA) 11 What the king asks is too difficult. No one can reveal it to the king except the gods,(BB) and they do not live among humans.”

12 This made the king so angry and furious(BC) that he ordered the execution(BD) of all the wise men of Babylon. 13 So the decree was issued to put the wise men to death, and men were sent to look for Daniel and his friends to put them to death.(BE)

14 When Arioch, the commander of the king’s guard, had gone out to put to death the wise men of Babylon, Daniel spoke to him with wisdom and tact. 15 He asked the king’s officer, “Why did the king issue such a harsh decree?” Arioch then explained the matter to Daniel. 16 At this, Daniel went in to the king and asked for time, so that he might interpret the dream for him.

17 Then Daniel returned to his house and explained the matter to his friends Hananiah, Mishael and Azariah.(BF) 18 He urged them to plead for mercy(BG) from the God of heaven(BH) concerning this mystery,(BI) so that he and his friends might not be executed with the rest of the wise men of Babylon. 19 During the night the mystery(BJ) was revealed to Daniel in a vision.(BK) Then Daniel praised the God of heaven(BL) 20 and said:

“Praise be to the name of God for ever and ever;(BM)
    wisdom and power(BN) are his.
21 He changes times and seasons;(BO)
    he deposes(BP) kings and raises up others.(BQ)
He gives wisdom(BR) to the wise
    and knowledge to the discerning.(BS)
22 He reveals deep and hidden things;(BT)
    he knows what lies in darkness,(BU)
    and light(BV) dwells with him.
23 I thank and praise you, God of my ancestors:(BW)
    You have given me wisdom(BX) and power,
you have made known to me what we asked of you,
    you have made known to us the dream of the king.(BY)

Daniel Interprets the Dream

24 Then Daniel went to Arioch,(BZ) whom the king had appointed to execute the wise men of Babylon, and said to him, “Do not execute the wise men of Babylon. Take me to the king, and I will interpret his dream for him.”

25 Arioch took Daniel to the king at once and said, “I have found a man among the exiles(CA) from Judah(CB) who can tell the king what his dream means.”

26 The king asked Daniel (also called Belteshazzar),(CC) “Are you able to tell me what I saw in my dream and interpret it?”

27 Daniel replied, “No wise man, enchanter, magician or diviner can explain to the king the mystery he has asked about,(CD) 28 but there is a God in heaven who reveals mysteries.(CE) He has shown King Nebuchadnezzar what will happen in days to come.(CF) Your dream and the visions that passed through your mind(CG) as you were lying in bed(CH) are these:(CI)

29 “As Your Majesty was lying there, your mind turned to things to come, and the revealer of mysteries showed you what is going to happen.(CJ) 30 As for me, this mystery has been revealed(CK) to me, not because I have greater wisdom than anyone else alive, but so that Your Majesty may know the interpretation and that you may understand what went through your mind.

31 “Your Majesty looked, and there before you stood a large statue—an enormous, dazzling statue,(CL) awesome(CM) in appearance. 32 The head of the statue was made of pure gold, its chest and arms of silver, its belly and thighs of bronze, 33 its legs of iron, its feet partly of iron and partly of baked clay. 34 While you were watching, a rock was cut out, but not by human hands.(CN) It struck the statue on its feet of iron and clay and smashed(CO) them.(CP) 35 Then the iron, the clay, the bronze, the silver and the gold were all broken to pieces and became like chaff on a threshing floor in the summer. The wind swept them away(CQ) without leaving a trace. But the rock that struck the statue became a huge mountain(CR) and filled the whole earth.(CS)

36 “This was the dream, and now we will interpret it to the king.(CT) 37 Your Majesty, you are the king of kings.(CU) The God of heaven has given you dominion(CV) and power and might and glory; 38 in your hands he has placed all mankind and the beasts of the field and the birds in the sky. Wherever they live, he has made you ruler over them all.(CW) You are that head of gold.

39 “After you, another kingdom will arise, inferior to yours. Next, a third kingdom, one of bronze, will rule over the whole earth.(CX) 40 Finally, there will be a fourth kingdom, strong as iron—for iron breaks and smashes everything—and as iron breaks things to pieces, so it will crush and break all the others.(CY) 41 Just as you saw that the feet and toes were partly of baked clay and partly of iron, so this will be a divided kingdom; yet it will have some of the strength of iron in it, even as you saw iron mixed with clay. 42 As the toes were partly iron and partly clay, so this kingdom will be partly strong and partly brittle. 43 And just as you saw the iron mixed with baked clay, so the people will be a mixture and will not remain united, any more than iron mixes with clay.

44 “In the time of those kings, the God of heaven will set up a kingdom that will never be destroyed, nor will it be left to another people. It will crush(CZ) all those kingdoms(DA) and bring them to an end, but it will itself endure forever.(DB) 45 This is the meaning of the vision of the rock(DC) cut out of a mountain, but not by human hands(DD)—a rock that broke the iron, the bronze, the clay, the silver and the gold to pieces.

“The great God has shown the king what will take place in the future.(DE) The dream is true(DF) and its interpretation is trustworthy.”

46 Then King Nebuchadnezzar fell prostrate(DG) before Daniel and paid him honor and ordered that an offering(DH) and incense be presented to him. 47 The king said to Daniel, “Surely your God is the God of gods(DI) and the Lord of kings(DJ) and a revealer of mysteries,(DK) for you were able to reveal this mystery.(DL)

48 Then the king placed Daniel in a high(DM) position and lavished many gifts on him. He made him ruler over the entire province of Babylon and placed him in charge of all its wise men.(DN) 49 Moreover, at Daniel’s request the king appointed Shadrach, Meshach and Abednego administrators over the province of Babylon,(DO) while Daniel himself remained at the royal court.(DP)

The Image of Gold and the Blazing Furnace

King Nebuchadnezzar made an image(DQ) of gold, sixty cubits high and six cubits wide,[g] and set it up on the plain of Dura in the province of Babylon. He then summoned the satraps,(DR) prefects, governors, advisers, treasurers, judges, magistrates and all the other provincial officials(DS) to come to the dedication of the image he had set up. So the satraps, prefects, governors, advisers, treasurers, judges, magistrates and all the other provincial officials assembled for the dedication of the image that King Nebuchadnezzar had set up, and they stood before it.

Then the herald loudly proclaimed, “Nations and peoples of every language,(DT) this is what you are commanded to do: As soon as you hear the sound of the horn, flute, zither, lyre, harp,(DU) pipe and all kinds of music, you must fall down and worship the image(DV) of gold that King Nebuchadnezzar has set up.(DW) Whoever does not fall down and worship will immediately be thrown into a blazing furnace.”(DX)

Therefore, as soon as they heard the sound of the horn, flute, zither, lyre, harp and all kinds of music, all the nations and peoples of every language fell down and worshiped the image of gold that King Nebuchadnezzar had set up.(DY)

At this time some astrologers[h](DZ) came forward and denounced the Jews. They said to King Nebuchadnezzar, “May the king live forever!(EA) 10 Your Majesty has issued a decree(EB) that everyone who hears the sound of the horn, flute, zither, lyre, harp, pipe and all kinds of music must fall down and worship the image of gold,(EC) 11 and that whoever does not fall down and worship will be thrown into a blazing furnace. 12 But there are some Jews whom you have set over the affairs of the province of Babylon—Shadrach, Meshach and Abednego(ED)—who pay no attention(EE) to you, Your Majesty. They neither serve your gods nor worship the image of gold you have set up.”(EF)

13 Furious(EG) with rage, Nebuchadnezzar summoned Shadrach, Meshach and Abednego. So these men were brought before the king, 14 and Nebuchadnezzar said to them, “Is it true, Shadrach, Meshach and Abednego, that you do not serve my gods(EH) or worship the image(EI) of gold I have set up? 15 Now when you hear the sound of the horn, flute, zither, lyre, harp, pipe and all kinds of music, if you are ready to fall down and worship the image I made, very good. But if you do not worship it, you will be thrown immediately into a blazing furnace. Then what god(EJ) will be able to rescue(EK) you from my hand?”

16 Shadrach, Meshach and Abednego(EL) replied to him, “King Nebuchadnezzar, we do not need to defend ourselves before you in this matter. 17 If we are thrown into the blazing furnace, the God we serve is able to deliver(EM) us from it, and he will deliver(EN) us[i] from Your Majesty’s hand. 18 But even if he does not, we want you to know, Your Majesty, that we will not serve your gods or worship the image of gold you have set up.(EO)

19 Then Nebuchadnezzar was furious with Shadrach, Meshach and Abednego, and his attitude toward them changed. He ordered the furnace heated seven(EP) times hotter than usual 20 and commanded some of the strongest soldiers in his army to tie up Shadrach, Meshach and Abednego(EQ) and throw them into the blazing furnace. 21 So these men, wearing their robes, trousers, turbans and other clothes, were bound and thrown into the blazing furnace. 22 The king’s command was so urgent and the furnace so hot that the flames of the fire killed the soldiers who took up Shadrach, Meshach and Abednego,(ER) 23 and these three men, firmly tied, fell into the blazing furnace.

24 Then King Nebuchadnezzar leaped to his feet in amazement and asked his advisers, “Weren’t there three men that we tied up and threw into the fire?”

They replied, “Certainly, Your Majesty.”

25 He said, “Look! I see four men walking around in the fire, unbound and unharmed, and the fourth looks like a son of the gods.”

26 Nebuchadnezzar then approached the opening of the blazing furnace and shouted, “Shadrach, Meshach and Abednego, servants of the Most High God,(ES) come out! Come here!”

So Shadrach, Meshach and Abednego came out of the fire, 27 and the satraps, prefects, governors and royal advisers(ET) crowded around them.(EU) They saw that the fire(EV) had not harmed their bodies, nor was a hair of their heads singed; their robes were not scorched, and there was no smell of fire on them.

28 Then Nebuchadnezzar said, “Praise be to the God of Shadrach, Meshach and Abednego, who has sent his angel(EW) and rescued(EX) his servants! They trusted(EY) in him and defied the king’s command and were willing to give up their lives rather than serve or worship any god except their own God.(EZ) 29 Therefore I decree(FA) that the people of any nation or language who say anything against the God of Shadrach, Meshach and Abednego be cut into pieces and their houses be turned into piles of rubble,(FB) for no other god can save(FC) in this way.”

30 Then the king promoted Shadrach, Meshach and Abednego in the province of Babylon.(FD)

Footnotes

  1. Daniel 1:2 Hebrew Shinar
  2. Daniel 1:4 Or Chaldeans
  3. Daniel 1:10 The Hebrew for your and you in this verse is plural.
  4. Daniel 2:2 Or Chaldeans; also in verses 4, 5 and 10
  5. Daniel 2:3 Or was
  6. Daniel 2:4 At this point the Hebrew text has in Aramaic, indicating that the text from here through the end of chapter 7 is in Aramaic.
  7. Daniel 3:1 That is, about 90 feet high and 9 feet wide or about 27 meters high and 2.7 meters wide
  8. Daniel 3:8 Or Chaldeans
  9. Daniel 3:17 Or If the God we serve is able to deliver us, then he will deliver us from the blazing furnace and