Añadir traducción en paralelo Imprimir Opciones de la página

In Lystra zat een man op straat die zijn voeten niet kon gebruiken. Hij was al sinds zijn geboorte verlamd en had nooit kunnen lopen. Terwijl Paulus sprak, zat de man aandachtig te luisteren. Paulus keek hem eens goed aan en zag dat hij het geloof had om genezen te worden. 10 ‘Sta op!’ riep hij hem toe. ‘Ga recht op uw voeten staan!’ De man sprong op en begon te lopen. 11 Er steeg een luid gejuich op onder de mensen die erbij stonden. ‘De goden!’ riepen zij in hun eigen taal. ‘De goden zijn in mensengedaante naar ons toegekomen!’ 12 Zij noemden Barnabas Zeus en Paulus Hermes, omdat hij de mensen had toegesproken. 13 De priester van de Zeus-tempel, die buiten de stad stond, bracht zelfs stieren en bloemenkransen bij de poort, want hij en de mensen wilden Barnabas en Paulus offers brengen. 14 Maar toen die dat hoorden, schrokken zij. Zij scheurden van ontzetting hun kleren en renden naar de mensen toe. 15 ‘Mannen!’ schreeuwden zij. ‘Wat bent u van plan? Wij zijn maar gewone mensen, net als u! Wij hebben goed nieuws voor u: keer u af van die waardeloze goden, u moet de levende God vereren! Hij heeft de hemel, de aarde en de zee gemaakt en alles wat daarin is. 16 Tot nu toe heeft Hij alle volken hun gang laten gaan. 17 Maar toch heeft Hij Zich nooit onbetuigd gelaten. Altijd waren er bewijzen van zijn goedheid: regen en goede oogsten, zodat wij naar hartelust konden eten en genieten.’ 18 De mensen hadden zich zo vast voorgenomen Barnabas en Paulus offers te brengen, dat die er met moeite in slaagden hen dit uit het hoofd te praten.

Read full chapter

In Lystra and Derbe

In Lystra there sat a man who was lame. He had been that way from birth(A) and had never walked. He listened to Paul as he was speaking. Paul looked directly at him, saw that he had faith to be healed(B) 10 and called out, “Stand up on your feet!”(C) At that, the man jumped up and began to walk.(D)

11 When the crowd saw what Paul had done, they shouted in the Lycaonian language, “The gods have come down to us in human form!”(E) 12 Barnabas they called Zeus, and Paul they called Hermes because he was the chief speaker.(F) 13 The priest of Zeus, whose temple was just outside the city, brought bulls and wreaths to the city gates because he and the crowd wanted to offer sacrifices to them.

14 But when the apostles Barnabas and Paul heard of this, they tore their clothes(G) and rushed out into the crowd, shouting: 15 “Friends, why are you doing this? We too are only human,(H) like you. We are bringing you good news,(I) telling you to turn from these worthless things(J) to the living God,(K) who made the heavens and the earth(L) and the sea and everything in them.(M) 16 In the past, he let(N) all nations go their own way.(O) 17 Yet he has not left himself without testimony:(P) He has shown kindness by giving you rain from heaven and crops in their seasons;(Q) he provides you with plenty of food and fills your hearts with joy.”(R) 18 Even with these words, they had difficulty keeping the crowd from sacrificing to them.

Read full chapter