Zefanja 2
BasisBijbel
Zefanja waarschuwt de bewoners van Jeruzalem (vervolg)
2 Bedenk heel goed wat je aan het doen bent, jij schaamteloos volk! 2 Kom terug bij God, vóórdat Hij doet wat Hij heeft besloten. Maak er haast mee, want de tijd vliegt voorbij. Vóór je het weet komt de dag van de Heer, de dag van zijn straf. 3 Laten de mensen die wel aldoor geleefd hebben zoals de Heer het wil, het uitroepen tot de Heer. Verlang naar rechtvaardigheid! Span je ervoor in! Misschien zal Hij hen op die dag redden!
God waarschuwt de Filistijnen
4 De Heer zegt: "Hoor wat er met de Filistijnen zal gebeuren: "Gaza zal verlaten zijn. Askelon zal verwoest worden. De bewoners van Asdod zullen midden op de dag uit hun stad worden verjaagd. Ekron zal helemaal omgekeerd worden. 5 Pas maar op, Keretieten[a] langs de kust! Kanaän, land van de Filistijnen, Ik heb het tegen joú. Ik zal je helemaal verwoesten, zodat er geen Filistijn overblijft. 6 Dat land langs de zee zal voor het vee worden. Er zullen waterputten voor de herders zijn en stallen voor de schapen. 7 Het overblijfsel van Juda zal er wonen. De mensen die van Juda zijn overgebleven, zullen daar veilig wonen. Ze zullen 's nachts in de huizen van Askelon overnachten. Want hun Heer God zal weer voor hen zorgen. Hij zal hen terugbrengen en weer goed voor hen zijn."
God waarschuwt de andere volken rond Israël
8 De Heer zegt: "Ik heb wel gehoord hoe Moab mijn volk bespot heeft. Ik heb wel gehoord hoe de Ammonieten mijn volk hebben uitgescholden. Ik heb wel gezien hoe zij het land van mijn volk steeds aanvielen. 9 Daarom zweer Ik bij Mijzelf dat Ik Moab op dezelfde manier zal straffen als Sodom, zegt de Heer van de hemelse legers. En de Ammonieten zal Ik op dezelfde manier straffen als Gomorra.[b] Hun land zal veranderen in een vlakte met distels en zoutputten. Het zal voor eeuwig een wildernis blijven. De mensen die van mijn volk zijn overgebleven, zullen hen plunderen en hun land veroveren. 10 Dat is hun straf voor hun trots. Want ze hebben mijn volk uitgelachen en het volk van de Heer van de hemelse legers aangevallen.
11 Ik zal hen zwaar straffen. Ik zal alle goden van de aarde vernietigen. Alle mensen zullen buigen voor de Heer, ieder in zijn eigen land en plaats, ook de volken langs de kust.
12 Ook jullie, de Ethiopiërs, zal Ik doden met mijn zwaard!
13 En Ik zal het Noorden straffen: Ik zal Assur vernietigen. Ninevé[c] zal helemaal worden verwoest en zo droog worden als een woestijn. 14 Er zullen allerlei kudden wilde dieren in rondtrekken. Uilen zullen op de omgevallen pilaren overnachten. Het geluid van vogels zal te horen zijn vanuit de ramen. De gebouwen zullen totaal verwoest zijn. Ook het cederhout op de muren zal Ik vernielen. 15 Dit is alles wat er overblijft van die levendige stad waar de mensen zo onbezorgd woonden, de stad die zo trots was op zichzelf. Er blijven alleen nog maar puinhopen van over, een wildernis, een rustplaats voor de wilde dieren. Iedereen die voorbij komt en het ziet, zal geschokt zijn."
Footnotes
- Zefanja 2:5 Keretieten is de oude naam voor de Filistijnen, die oorspronkelijk van Kreta kwamen.
- Zefanja 2:9 Twee steden die honderden jaren eerder door God verwoest waren omdat de bewoners zo slecht waren. Lees Genesis 13:13 en Genesis 19:15, 24 en 25.
- Zefanja 2:13 Ninevé was de hoofdstad van Assur.
Zefanja 2
Het Boek
Het oordeel over de volken
2 Kom tot inkeer, schaamteloos volk! 2 Nu kan het nog, straks is het te laat. Kom tot uzelf, voordat de toorn van de Here over u losbarst en de dag van zijn oordeel aanbreekt. 3 Laten de nederigen die de Here gehoorzamen, Hem om redding smeken. Wees nederig en rechtvaardig. Misschien zal de Here u op die dag sparen. 4 Gaza, Askelon, Asdod en Ekron, al deze Filistijnse steden zullen door verwoesting getroffen worden en veranderen in ruïnes. 5 Onheil komt over u, Filistijnen die aan de kust en in het land Kanaän wonen! Ook u wordt door het oordeel van de Here getroffen. Hij zal u tot de laatste man uitroeien. 6 De kuststreek zal veranderen in een weidegebied voor schapen en geiten. 7 De weinige overlevenden van de stam Juda zullen daar weidegrond vinden. Zij zullen ʼs nachts slapen in de verlaten huizen van Askelon. Want de Here, hun God, zal naar hen omzien en een verandering ten goede bewerken.
8 ‘Ik heb gehoord hoe de Moabieten en Ammonieten mijn volk uitlachten en bespotten en hoe zij het land van mijn volk verachtten. 9 Daarom, zo waar Ik leef,’ zegt de Here van de hemelse legers, de God van Israël, ‘Ik zal Moab en Ammon verwoesten, net zoals Ik met Sodom en Gomorra heb gedaan. Zij zullen voor eeuwig veranderen in een veld vol distels, in een zoutafgraving en in een woestenij. Wie van mijn volk zijn overgebleven, zullen hen plunderen en hun land in bezit nemen.’ 10 Dit zal het loon zijn voor hun overmoed, want zij hebben gespot en zijn tekeer gegaan tegen het volk van de Here van de hemelse legers. 11 De Here zal hun vreselijke dingen laten overkomen. Hij zal alle afgoden ter wereld laten wegteren en iedereen zal Hem aanbidden, ieder volk in zijn eigen land. 12 Ook u, Ethiopiërs, zult door zijn zwaard worden geveld 13 en hetzelfde zal de landen in het noorden overkomen. Hij zal Assur vernietigen en zijn hoofdstad Ninevé veranderen in een wildernis, in een dorre woestijn. 14 Deze stad zal weidegrond worden voor schapen en allerlei wilde dieren zullen daar hun holen hebben. Pelikanen en roerdompen zullen overnachten in de ruïnes. Hoor eens hoe zij krijsen door de kapotte vensters! Elk huis is een puinhoop en de cederhouten betimmering is totaal vernield. 15 Dat is nu de stad die eens zo uitgelaten en onbezorgd was! Dat zijn de restanten van de stad die bij zichzelf zei: ‘Ik ben de allergrootste stad ter wereld!’ Kijk eens wat een woestenij zij is geworden! Zij werd een plaats waar de wilde dieren wonen. Ieder die haar passeert, zal haar bespotten en vol afschuw met de handen schudden.
西番雅书 2
Chinese Contemporary Bible (Simplified)
呼吁百姓悔改
2 1-2 不知羞耻的国民啊,
趁命令尚未发出、
日子尚未如风中的糠疾飞而去、
耶和华的烈怒尚未临到你们、
祂向你们发怒的日子尚未来临,
要聚集,聚集起来!
3 世上所有遵守耶和华典章的谦卑人啊,
要寻求耶和华,追求公义,为人谦卑。
也许在耶和华发怒的日子,
你们可以得到庇护。
审判以色列的邻国
4 迦萨必被抛弃,
亚实基伦必沦为废墟,
亚实突的居民必在中午被赶走,
以革伦必被连根拔除。
5 住在海边的基利提人啊,
你们有祸了!
非利士人的土地——迦南啊,
耶和华宣告要毁灭你,
使你杳无人烟。
6 沿海地区必成为草场,
有牧人的居所和羊圈。
7 那里必归给犹大家的余民,
他们必在那里放牧,
晚上睡在亚实基伦的房屋里,
因为他们的上帝耶和华必眷顾他们,
使他们回到故土。
8-9 以色列的上帝——万军之耶和华说:
“我听见了摩押人的毁谤和亚扪人的辱骂。
他们毁谤我的子民,扬言侵占他们的土地。
我凭自己的永恒起誓,
摩押和亚扪必刺草丛生、盐坑遍地、永远荒废,
如所多玛和蛾摩拉一样。
我余下的子民必掳掠他们,
我幸存的百姓必承受他们的土地。”
10 这是他们的报应,
因为他们狂妄自大,
毁谤万军之耶和华的子民。
11 耶和华必令他们恐惧,
因为祂要消灭世上的神明。
天下万民必各在本地敬拜祂。
12 古实人啊,
你们必死在耶和华的刀下。
13 祂必伸手攻击北方,毁灭亚述,
使尼尼微一片荒凉,
如干旱的旷野。
14 牲畜和野兽必躺卧在那里,
猫头鹰和刺猬栖身在房柱上,
窗口传来鸟鸣,
门庭都已破败,
露出香柏木梁。
15 这就是那欢乐安逸、
自以为无与伦比的城,
现在竟然如此荒凉,
成为野兽栖息之地!
路过的人都摇手嘲笑它。
西番雅書 2
Chinese Contemporary Bible (Traditional)
呼籲百姓悔改
2 1-2 不知羞恥的國民啊,
趁命令尚未發出、
日子尚未如風中的糠疾飛而去、
耶和華的烈怒尚未臨到你們、
祂向你們發怒的日子尚未來臨,
要聚集,聚集起來!
3 世上所有遵守耶和華典章的謙卑人啊,
要尋求耶和華,追求公義,為人謙卑。
也許在耶和華發怒的日子,
你們可以得到庇護。
審判以色列的鄰國
4 迦薩必被拋棄,
亞實基倫必淪為廢墟,
亞實突的居民必在中午被趕走,
以革倫必被連根拔除。
5 住在海邊的基利提人啊,
你們有禍了!
非利士人的土地——迦南啊,
耶和華宣告要毀滅你,
使你杳無人煙。
6 沿海地區必成為草場,
有牧人的居所和羊圈。
7 那裡必歸給猶大家的餘民,
他們必在那裡放牧,
晚上睡在亞實基倫的房屋裡,
因為他們的上帝耶和華必眷顧他們,
使他們回到故土。
8-9 以色列的上帝——萬軍之耶和華說:
「我聽見了摩押人的譭謗和亞捫人的辱罵。
他們譭謗我的子民,揚言侵佔他們的土地。
我憑自己的永恆起誓,
摩押和亞捫必刺草叢生、鹽坑遍地、永遠荒廢,
如所多瑪和蛾摩拉一樣。
我餘下的子民必擄掠他們,
我倖存的百姓必承受他們的土地。」
10 這是他們的報應,
因為他們狂妄自大,
譭謗萬軍之耶和華的子民。
11 耶和華必令他們恐懼,
因為祂要消滅世上的神明。
天下萬民必各在本地敬拜祂。
12 古實人啊,
你們必死在耶和華的刀下。
13 祂必伸手攻擊北方,毀滅亞述,
使尼尼微一片荒涼,
如乾旱的曠野。
14 牲畜和野獸必躺臥在那裡,
貓頭鷹和刺蝟棲身在房柱上,
窗口傳來鳥鳴,
門庭都已破敗,
露出香柏木梁。
15 這就是那歡樂安逸、
自以為無與倫比的城,
現在竟然如此荒涼,
成為野獸棲息之地!
路過的人都搖手嘲笑它。
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Chinese Contemporary Bible Copyright © 1979, 2005, 2007, 2011 by Biblica® Used by permission. All rights reserved worldwide.