Add parallel Print Page Options

Trustworthy is the dvar Emes: if anyone aspires to the congregational office of Mashgiach Ruchani (Spiritual Overseer) over the Adat Hashem (Congregation of G-d), he desires a good task.

It is necessary, therefore, for the congregational Mashgiach Ruchani to be without reproach, ba’al isha echat (a one woman man/master, see OJB p.258, 1Sm 2:22-25, i.e., kedushah and tahorah characterized by heterosexuality, exclusivity, and fidelity), drug-free and clear-headed, a man of seichel, practiced in derech eretz and hachnosas orchim (hospitality), skillful as a rabbinic moreh (yeshiva teacher),

Not a shikkor (drunkard) indulging in much wine, not violent but forbearing and eidel (gentle, courteous), not a ba’al machlokes (quarrelsome person), not a gelt-loving kamtzan (miser).

He must be a ba’al bayit who can manage his own household well, having his banim (children) in submission with all respect.

Now if anyone does not have da’as of how to manage his own bais, how will he be a menahel ruchani (spiritual administrator) who can give oversight to the Kehillah of Hashem?

He must not be a neophyte in the emunah [of Moshiach], lest, having become a ba’al gaavah (a haughty person), he might fall into the din Hasatan (the judgment or verdict of the Adversary, the Accuser).

Now it is necessary also for him to have a keter shem tov (good name) with the outsiders, lest he might fall into reproach and a pakh (pitfall, trap) of Hasatan.

Messianic Shammashim similarly must be respectable men of derech eretz, not double-tongued, the Shammash not a shikkor (drunkard) indulging in much wine, not a lover of dishonest gain,

Keeping the sod haemunah (the mystery of the faith) with a clear matzpun (conscience, 1:5,19).

10 And let these Messianic Shammashim also be tested before holding office and then, if they prove unreprovable, let them have the avodas hakodesh sherut (ministry) of Messianic Shammashim.

11 Nashim (women, see Ro 16:1) serving as Shammashim similarly must be tzidkaniyot (righteous women), respectable, not yentas with mouths of lashon hora and rekhilus (gossip), but nashim who are temperate and faithful in all things.

12 Let the Shammashim be ba’alei isha achat (one wife husbands), managing well their banim and their own batim (households).

13 For the ones having served well in the avodas hakodesh of Messianic Shammashim acquire for themselves a good standing and much bitachon in emunah in Rebbe, Melech HaMoshiach Yehoshua.

14 I have the tikvah to come to you soon, but I am writing these directives so that,

15 If I delay, you may have da’as of the halachah in the Beis Hashem, which is the Adat HaEl Chai (the Community of the Living G-d), the ammud (pillar) and yesod (foundation) of HaEmes.

16 And confessedly great is the sod of chasidus [in Moshiach 3:9], who was manifested in basar, was vindicated [proven just] by the Ruach HaKodesh, was seen by malachim, was proclaimed among the Nations, was believed on in the world, was taken up in kavod.

Here is a statement you can trust: anyone aspiring to be a congregation leader is seeking worthwhile work. A congregation leader must be above reproach, he must be faithful to his wife, temperate, self-controlled, orderly, hospitable and able to teach. He must not drink excessively or get into fights; rather, he must be kind and gentle. He must not be a lover of money. He must manage his own household well, having children who obey him with all proper respect; for if a man can’t manage his own household, how will he be able to care for God’s Messianic Community? He must not be a new believer, because he might become puffed up with pride and thus fall under the same judgment as did the Adversary. Furthermore, he must be well regarded by outsiders, so that he won’t fall into disgrace and into the Adversary’s trap.

Likewise, the shammashim must be of good character, people whose word can be trusted. They must not give themselves to excessive drinking or be greedy for dishonest gain. They must possess the formerly hidden truth of the faith with a clean conscience. 10 And first, let them be tested; then, if they prove themselves blameless, let them be appointed shammashim. 11 Similarly, the wives must be of good character, not gossips, but temperate, faithful in everything. 12 Let the shammashim each be faithful to his wife, managing his children and household well. 13 For those who serve well as shammashim gain good standing for themselves and much boldness in the trust that comes through Yeshua the Messiah.

14 I hope to visit you soon; but I am writing these things 15 so that if I am delayed, you may know how one should behave in the household of God, which is the Messianic Community of the living God, the pillar and support of the truth. 16 Great beyond all question is the formerly hidden truth underlying our faith:

He was manifested physically
    and proved righteous spiritually,
seen by angels
    and proclaimed among the nations,
trusted throughout the world
    and raised up in glory to heaven.

Adviezen voor het aanwijzen van leiders in de gemeente

Als iemand graag een leider wil worden in de gemeente, dan verlangt hij naar een mooie taak. Want het is mooi werk.

Van een leider moeten geen slechte dingen gezegd kunnen worden. Hij mag maar één vrouw hebben. Hij moet nuchter, rustig, fatsoenlijk en gastvrij zijn. Ook moet hij goed kunnen lesgeven in het woord. Hij mag niet verslaafd zijn aan wijn en niet driftig zijn. Hij moet vriendelijk en vreedzaam zijn, en geen ruziezoeker. Ook mag hij niet hebzuchtig zijn. Hij moet zijn eigen gezin en de mensen in zijn huis goed kunnen leiden. Ook moet hij zijn kinderen rustig en beheerst opvoeden. Want als iemand zijn eigen huis niet goed kan leiden, hoe zou hij dan de gemeente van God kunnen leiden? Hij mag niet iemand zijn die nog maar pas gelooft, want dan zou hij trots kunnen worden. Dan zou hij in dezelfde valkuil vallen als de duivel.[a] Ook de mensen buiten de gemeente moeten goede dingen over hem zeggen. Want als er slechte dingen over hem worden gezegd, kan hij in de val lopen die de duivel voor hem heeft opgezet.

De mensen die hem helpen bij het leiden van de gemeente, moeten goede en fatsoenlijke mensen zijn. Ze moeten in alles eerlijk zijn, niet te veel wijn drinken en niet hebzuchtig zijn. Maar ze moeten met een zuiver geweten vasthouden aan het geheim van het geloof. 10 Ook bij hen moet eerst uitgezocht worden of ze geschikt zijn voor hun taak. Pas als blijkt dat ze geschikt zijn, mogen ze eraan beginnen. 11 Ook hun vrouwen moeten in alles fatsoenlijk zijn. Ze mogen niet roddelen. Maar ze moeten nuchter zijn en in alles te vertrouwen. 12 De mannen die de leider van de gemeente helpen, mogen maar één vrouw hebben. En ze moeten goed leiding kunnen geven aan hun eigen gezin en aan de andere mensen in hun huis. 13 Als ze hun taak goed doen, zullen de mensen respect voor hen hebben. En ze zullen vol geloof en zonder vrees kunnen spreken over het geloof in Jezus Christus.

Het geheim van Christus

14 Ik schrijf je dit nu alvast, ook al hoop ik gauw naar je toe te kunnen komen. 15 Maar het kan zijn dat ik nog een poosje wegblijf. Dan weet je nu alvast hoe de mensen zich moeten gedragen in het huis van God. Het huis van God is de gemeente van de levende God. Het is een steunpilaar en een fundament van de waarheid.

16 Zonder twijfel is het dienen van God iets wat haast niet te begrijpen is:

God is gekomen als een mens,
door de Geest in het gelijk gesteld,
aan de engelen verschenen,
bekend gemaakt aan alle volken,
door mensen over de hele wereld geloofd,
naar de hemel gegaan
en geëerd met hemelse macht en majesteit.

Footnotes

  1. 1 Timotheüs 3:6 De duivel kwam ten val door trots!

Aanwijzingen voor voorgangers en helpers

Dit is belangrijk om te onthouden: als iemand graag een leidende rol in de gemeente wil hebben, is dat een goed verlangen. Wel, zoʼn leider moet een goed man zijn en op zijn leven mag niets aan te merken zijn. Hij mag maar één vrouw hebben en moet beheerst, attent en ordelijk zijn. Hij moet het fijn vinden om gasten te ontvangen en goed onderwijs kunnen geven. Hij mag geen drinker of driftkop zijn, maar is vriendelijk en vredelievend. Hij mag niet aan het geld vast zitten. Hij moet een goede man en vader zijn die zijn kinderen aankan. Want als iemand zijn eigen gezin niet kan leiden, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen? Een leider in de gemeente mag niet iemand zijn die nog maar pas christen is, omdat hij dan wel eens verwaand zou kunnen worden en onder hetzelfde oordeel valt als de duivel. Hij moet ook een goede reputatie hebben bij de mensen die niet tot de gemeente behoren, anders zou hij door allerlei beschuldigingen in een val van de duivel kunnen lopen.

Mensen met dienende taken, helpers of diakenen, moeten net zo goed en evenwichtig zijn als de voorgangers. Je moet op hen aankunnen. Zij mogen niet aan de drank verslaafd zijn en ook geen oneerlijke winst willen maken. Zij moeten met een zuiver geweten vasthouden aan het geheim van het geloof. 10 Voordat zij als helper worden aangesteld, moet eerst blijken of zij er wel geschikt voor zijn. Als er niets op hen valt aan te merken, mogen zij helpers worden. 11 Op vrouwen mag ook niets zijn aan te merken. Zij mogen niet roddelen en het vertrouwen niet beschamen. Zij moeten in alles betrouwbaar zijn. 12 Een helper mag maar één vrouw hebben en moet zijn gezin goed kunnen leiden. 13 Helpers die het goed doen, krijgen respect van anderen en een vrijmoedig geloof in Christus Jezus.

14 Ik hoop binnenkort te komen. Maar voor het geval dat ik opgehouden word, schrijf ik je alvast, 15 want ik wil dat je weet hoe het in de gemeente hoort toe te gaan, want de gemeente is het huisgezin van de levende God, ze is de pijler en het fundament van de waarheid. 16 Het valt niet te ontkennen dat de waarheid die God ons bekend heeft gemaakt, groot is: Christus kwam als mens naar de aarde, werd door de Geest rechtvaardig verklaard en door engelen gezien. Hij werd onder de volken bekendgemaakt, in de wereld aanvaard en weer in de heerlijkheid van de hemel opgenomen.