Add parallel Print Page Options

20 Wijn maakt een mens overmoedig en sterke drank zorgt voor veel opwinding, het is niet verstandig te veel te drinken.
De woede van een koning jaagt de mensen evenveel schrik aan als het gebrul van een jonge leeuw. Wie met hem de strijd aanbindt, speelt met zijn leven.
Het is een eer voor een man als hij ruzies vermijdt, alleen een dwaas mengt zich in geschillen.
Vanwege de naderende winter laat de luiaard het ploegen na, om er in de oogsttijd achter te komen dat er voor hem niets te oogsten valt.
Het hart van een verstandig man is een onuitputtelijk reservoir van wijsheid. Wie verstandig is, tracht van hem te leren.
De meerderheid van de mensen gaat prat op eigen goedheid, maar is er nog wel een trouw mens te vinden?
Het leven van een rechtvaardige ademt zijn oprechtheid, zijn kinderen zijn gelukkig te prijzen.
Een koning die vanaf zijn troon rechtspreekt, haalt met één oogopslag recht en onrecht uit elkaar.
Is er iemand die kan zeggen: ‘Ik heb mijn hart gereinigd en ben gezuiverd van mijn zonde’?
10 De Here heeft een afkeer van veel dingen, maar van deze twee zeker: ongelijke gewichten en ongelijke inhoudsmaten.
11 Een jongen geeft zich, in zijn kinderlijkheid, gemakkelijk bloot en toont zo wat hij in zich heeft, of zijn daden oprecht en eerlijk zullen zijn.
12 De Here heeft veel dingen gemaakt, ogen om mee te zien en oren om mee te horen.
13 Wees niet lui en slaperig, anders wacht u de armoede. Als u uw ogen openhoudt, zult u genoeg hebben om in uw lichamelijke behoeften te voorzien.
14 ‘Dat lijkt me niets, het is niets waard,’ zal de koper roepen, maar wanneer de koop gesloten is, wrijft hij zich tevreden in de handen.
15 Goud en robijnen zijn er in overvloed, maar wijze en goede woorden zijn een schaars en kostbaar goed.
16 Heeft iemand zich garant gesteld voor een onbekende, neem dan zijn mantel als onderpand.
17 Onrechtmatig verkregen goed smaakt aanvankelijk zoet, maar verandert ten slotte in een mondvol scherpe stenen.
18 Goede adviezen brengen gedachten tot uitvoer. Bind de strijd pas aan na overleg.
19 Een roddelaar maakt zaken bekend die verborgen moesten blijven, bemoei u daarom niet met mensen die u uitspraken ontlokken.
20 Wie zijn ouders vervloekt, zal alles verliezen en achterblijven in een inktzwarte duisternis, zonder enig lichtpunt.
21 Snel vergaarde rijkdom verliest ten slotte zijn waarde.
22 Zeg niet dat u het onrecht zult wreken, wacht liever op de Here, want Hij zal u bijstaan.
23 De Here verafschuwt ongelijke gewichten en een weegschaal waarmee geknoeid is, is een zonde.
24 De Here bepaalt het leven van de mens, dus hoe zou de mens zijn levensweg kunnen begrijpen?
25 Mensen maken gemakkelijk de fout God iets te beloven, om daarna pas te beseffen wat zij hebben gezegd.
26 Een verstandige koning ontdoet zich van goddelozen en straft hen zwaar.
27 De Here heeft de mens het vermogen gegeven zelf een licht te werpen op zijn diepste gedachten en beweegredenen.
28 Goedheid en liefde voor de waarheid zijn van levensbelang voor de koning, op die goedheid steunt zijn troon.
29 Het sieraad van de jeugd is kracht, dat van de ouderen het grijze haar.
30 Alleen zware straffen kunnen een boosdoener zuiveren, alleen slagen die hem diep treffen, kunnen zijn innerlijk veranderen.

21 Het hart van de koning ligt in de hand van de Here, als een waterloop kan het naar alle kanten worden gebogen, zodat de koning precies doet wat de Here wil.
Mensen leven zoals zij denken dat het goed is, maar de Here kijkt dieper, Hij ziet wat in het hart omgaat.
Rechtvaardigheid en wetshandhaving zijn in de ogen van de Here beter dan offers.
Hooghartige blikken, trotse harten en alles wat een goddeloze nog meer doet, is zonde.
Een vlijtig mens krijgt alles wat hij nodig heeft, ja, zelfs nog meer dan dat, maar armoede wacht hem die heel snel heel veel wil hebben.
Wie met leugen en bedrog zijn fortuin wil maken, hoeft niet op succes te rekenen en stelt zijn leven in de waagschaal.
De goddelozen worden met gelijke munt terugbetaald, omdat zij weigeren ieder het zijne te geven.
Een slecht mens leidt een zondig leven en een goed mens leeft tot eer van God.
Het is beter op een hoek van het platte dak te wonen, dan in één huis met een ruziezoekende vrouw.
10 De goddeloze is helemaal gericht op zondigen, zelfs zijn naaste of vriend ontziet hij daarbij niet.
11 Als een spotter gestraft wordt, komt hij weer op het goede pad en wordt verstandig. Als een verstandig mens onderwezen wordt, dan neemt hij dat ter harte.
12 De rechtvaardige doet er goed aan op te letten hoe het de goddeloze vergaat, want God zal de goddelozen in het verderf storten.
13 Wie zijn oren dichtstopt voor het hulpgeroep van de armen, wordt zelf ook niet verhoord, wanneer hij om hulp roept.
14 Een geschenk dat onopvallend wordt gegeven, helpt de woede bekoelen.
15 Een oprecht mens vindt voldoening in rechtvaardigheid, maar voor boosdoeners is dat een verschrikking.
16 Een mens die de goede weg verlaat, kan tot de doden worden gerekend.
17 Wie uitsluitend pleziertjes najaagt, staat armoede te wachten. Wie houdt van drank en overdaad, wordt nooit rijk.
18 De goddeloze moet boeten in plaats van de rechtvaardige, de trouweloze boet voor de oprechte.
19 Het is beter in de woestijn te wonen dan bij een ruziënde en kijvende vrouw.
20 De wijze beschikt over voldoende geld en heerlijk ruikende olie, een dwaas mens zou dat er in korte tijd doordraaien.
21 Wie zijn best doet ieder het zijne te geven en gul te zijn, krijgt alles wat hij nodig heeft, het leven en aanzien.
22 Een wijze weet een sterke stad te bedwingen en overwint de sterke mannen waarop de stad vertrouwde.
23 Wie zijn mond en tong in bedwang houdt, vrijwaart zich van problemen.
24 Een hoogmoedige opschepper, in feite een spotter, laat zich leiden door hooghartigheid en drift.
25 De manier van leven van de luiaard leidt hem naar de ondergang, hij weigert met zijn handen te werken.
26 De begerige hunkert de hele dag naar meer en mooier, maar de rechtvaardige geeft ieder het zijne en houdt niets achter.
27 Het offer van een goddeloze is op zichzelf al een gruwel, laat staan als hij een offer brengt met in zijn achterhoofd een schandelijk plan.
28 Een valse getuige loopt de dood in de armen, maar een man die eerlijk vertelt wat hij weet, is overwinnaar.
29 Een goddeloze doet zijn eigen zin, maar een oprecht mens leeft bewust met God.
30 Geen menselijke wijsheid, verstand of overleg is te vergelijken met de Here.
31 Je kunt wel paarden optuigen voor de strijd, maar de Here beslist wie overwint.

22 Een goede reputatie is belangrijker dan grote rijkdom, goed bekend staan is belangrijker dan zilver en goud.
Rijke en arme mensen leven met elkaar en hebben elkaar nodig, de Here heeft hen allemaal gemaakt.
Een bedachtzaam en verstandig mens ziet het dreigende gevaar en verbergt zich, maar onverstandigen blijven gewoon doorgaan en worden dus gestraft.
De beloning voor nederigheid en eerbiedig ontzag voor de Here bestaat uit rijkdom, aanzien en uitzicht op het leven.
Wie de verkeerde weg gaat, vindt struikelblokken op zijn weg. Wie bij God blijft, ontloopt dat alles.
Leer een kind al vroeg wat hij moet weten, dan zal hij later daarnaar leven.
De rijke heerst over de arme en wie leent staat in het krijt bij de uitlener.
Wie onrecht zaait, zal problemen maaien, zo zal zijn woede tot een einde komen.
Wie vriendelijk is, zal worden gezegend, hij deelde immers zijn brood met de hongerige.
10 Verdrijf de spotter, dan komt er een einde aan de ruzie, het beschamende meningsverschil zal ophouden.
11 De koning is een vriend van de man met een oprecht hart, die oprechte gedachten tot uitdrukking brengt.
12 De ogen van de Here waken over de ware wijsheid, maar Hij keert Zich krachtig tegen de mensen die Hem ontrouw zijn.
13 De luiaard verzint allerlei uitvluchten. ‘Ik kan niet gaan werken,’ zegt hij, ‘er loopt een leeuw buiten. Dat is mij te gevaarlijk.’
14 Vleiende woorden van een onbekende vrouw zijn als een diepe gracht, wie zich de woede van de Here op de hals haalt, valt daarin.
15 Onbezonnenheid is kenmerkend voor de jeugd, alleen straf kan iemand daarvan bevrijden.
16 Wie zichzelf verrijkt door de arme uit te buiten en gelijk een rijke geschenken geeft, zal zelf met de armoede kennismaken.
17 Luister goed naar deze wijze uitspraken en stel uw hart open voor mijn kennis en inzicht.
18 Want het is goed als u die in uw hart sluit, dan zullen ze ook uw woorden beïnvloeden.
19 Ik geef deze wijsheden aan u door, zodat u leert de Here in alles te vertrouwen.
20 Heb ik u geen hoogstaande dingen geschreven, vol wijze raad en diep inzicht?
21 Zo kunt u kennismaken met de zekerheid die de waarheid biedt, dan kunt u hen die u om raad vragen, naar waarheid antwoorden.
22 Beroof de arme niet omdat hij arm is, verpletter de noodlijdende niet voor de rechtbank.
23 Want de Here zal als hun beschermer optreden en hun berovers doden.
24 Mijd het gezelschap van een driftkop en ga niet om met een heethoofd,
25 anders loopt u het risico net zo te worden, wat u naar de ondergang voert.
26 Schaar u niet onder degenen die met een handklap te kennen geven zich garant te stellen voor schulden.
27 Want waarom het risico lopen dat de schuldeiser uw bed afneemt, omdat u niet kunt betalen?
28 Houd u aan de morele grenzen die al van oudsher gelden.
29 Kent u iemand die een goed vakman is? Hij zal succes hebben en voor koningen werken.

23 Wanneer u bij een hooggeplaatste aan tafel zit, let dan op wat u wordt voorgezet.
Beheers u als u een liefhebber van lekker eten bent,
laat u niet het hoofd op hol brengen door dat heerlijke eten, want weelde is maar al te verlokkelijk.
Doe geen moeite rijk te worden, u kunt uw gaven beter voor iets anders gebruiken.
Staar u niet blind op rijkdom, die in feite niets voorstelt. Rijkdom is ook maar vergankelijk. Zoals een vogel opvliegt, kan het weer verdwijnen.
Eet niet bij een vrekkig en jaloers mens, staar u niet blind op al zijn heerlijke eten.
Hij houdt zijn gedachten voor zichzelf en al nodigt hij u vriendelijk uit, in zijn hart meent hij dat niet.
U zou er spijt van krijgen dat u daar gegeten hebt en uw vriendelijke woorden zouden zijn verspild.
Praat niet tegen een dwaas, want hij heeft geen enkele waardering voor de wijsheid van uw woorden.
10 Houd u aan de morele grenzen die al van oudsher gelden en blijf van de bezittingen van wezen af.
11 Want God, hun Verlosser, is sterk, Hij zal hen tegen u in bescherming nemen.
12 Open uw hart voor wijze lessen en spits uw oren als er verstandig wordt gesproken.
13 Aarzel niet een jongen te straffen, van een pak slaag gaat hij echt niet dood.
14 Door hem af en toe te straffen kunt u hem voor de ondergang behoeden.
15 Mijn zoon! Reken maar dat ik blij ben als ik zie dat je je verstandig gedraagt.
16 Als ik je oprechte dingen hoor zeggen, zindert de blijdschap door mij heen.
17 Wind je niet op over zondaars, leef voortdurend in eerbiedig ontzag voor de Here.
18 Want je kunt er zeker van zijn dat je een beloning wacht, je komt niet bedrogen uit als je op God vertrouwt.
19 Luister goed, mijn jongen! Wees verstandig en richt je volledig op Gods wil voor je leven.
20 Houd je afzijdig van drinkebroers en veelvraten,
21 want dat soort mensen staat armoede te wachten, hun roes brengt hen tot de bedelstaf.
22 Luister naar je vader die je heeft verwekt, en kijk niet op je moeder neer, wanneer zij oud geworden is.
23 Maak je de waarheid eigen tot elke prijs en houd haar, koste wat het kost, vast. Hetzelfde geldt voor wijsheid, onderwijzing en verstand.
24 Een rechtvaardige zoon doet zijn vader enorm veel plezier. Wie een wijze zoon krijgt, mag blij en dankbaar zijn.
25 Maak je vader blij en ook je moeder die jou ter wereld bracht.
26 Mijn zoon, stel je hart voor mij open en let goed op hoe ik leef.
27 Want een hoer is een diepe, verraderlijke gracht en een vrouw die niet van jou is, is een smalle put waaruit geen ontsnapping mogelijk is.
28 Als een rover loert zij rond en zij is de oorzaak dat velen God ontrouw worden.
29 Wie klagen steen en been? Wie maken doorlopend ruzie en raken zonder reden verwond? Wie bekijken de wereld door roodomrande ogen?
30 Dat zijn de mensen die zich tot in de kleine uurtjes te buiten gaan aan wijn en sterke drank.
31 Verlang niet naar de wijn, die rood fonkelt en heerlijk geurt in de beker, die drinkt wel heel gemakkelijk,
32 maar bijt uiteindelijk als een slang en spuwt gif als een adder.
33 Dan ga je kijken naar dingen die niet van jou zijn, en je mond zal vuile taal spuien.
34 Je voelt je dan alsof je op een schip bent en alles draait om je heen.
35 Je zult zeggen: ‘Ze hebben me geslagen en op me losgebeukt zonder dat ik iets merkte. Wanneer word ik weer wakker? Ik ben hard toe aan een slokje wijn.’

24 Wees niet jaloers op de boosdoeners en houd je afzijdig van hen,
in hun hart huist verwoesting en hun woorden klinken onheilspellend.
Een huisgezin wordt opgebouwd met wijsheid en door verstand in stand gehouden,
inzicht en bedachtzaamheid vullen het met liefde en kostbaarheden.
Een verstandig man bezit een sterke geest en inzicht is belangrijker dan brute kracht.
Want door goed overleg kun je de oorlog in jouw voordeel beslissen, betrouwbare adviseurs zijn de basis van de overwinning.
Een dwaas gaat alle wijsheid boven de pet, daarom zwijgt hij in besprekingen.
Wie van plan is iets verkeerds te doen, wordt een uitvinder van schandelijke verzinsels genoemd.
De gedachten van een dwaas zijn zonde, de mens verafschuwt een spotter.
10 Ga je door de knieën wanneer het erop aan komt, dan blijkt je kracht tekort te schieten.
11 Bevrijd hen die weggeleid worden om gedood te worden, doe alles om hun leven te redden.
12 Als je zegt: ‘Ik kan er ook niets aan doen,’ zal God, die de harten ziet en de diepste beweegredenen kent, dan niet beter weten? Want God zal de mensen vergelden naar wat zij hebben gedaan.
13 Eet honing, mijn zoon! Want die is goed en smaakt zoet.
14 Net zo zoet is de wijsheid voor jou en als je je die wijsheid eigen maakt, wacht je een beloning, je hoop op God is dan niet tevergeefs.
15 Goddeloze! Loer niet op de rechtvaardige! Gebruik geen geweld tegen zijn woonplaats.
16 Want de rechtvaardige kan vaak vallen, maar zal net zo vaak weer opstaan. De goddelozen zullen echter over hun eigen wandaden struikelen.
17 Wees niet blij wanneer je vijand ten val komt, voel geen vreugde wanneer hij struikelt.
18 Want als de Here dat ziet, kan Hij daar boos om worden en zijn toorn van je vijand afnemen.
19 Wind je niet op over boosdoeners en word niet jaloers op goddeloze mensen,
20 want de boosdoener krijgt geen beloning en het leven van de goddeloze is maar kort.
21 Koester ontzag voor de Here en voor de koning, mijn zoon, sluit je niet aan bij rebellen en opstandelingen.
22 Want zij zullen onverwacht vernietigd worden en wie weet welke straf hun wacht?

23 Ook de volgende spreuken zijn afkomstig van wijzen.

Het is verkeerd om in de rechtspraak partijdig te zijn.
24 Wie een goddeloze onschuldig verklaart, wordt door de oprechte mensen vervloekt en haalt zich de woede van alle volken op de hals.
25 Maar wie hem veroordelen, zal het goed gaan, zij worden gezegend met voorspoed.
26 Men kust degene die oprechte antwoorden geeft.
27 Zorg eerst voor werk buitenshuis en houdt u bezig met uw akker, voordat u aandacht aan uw woonhuis besteedt.
28 Treed niet zomaar op als getuige tegen uw naaste, want een onjuist getuigenis is niet goed.
29 Zeg niet: ‘Ik behandel hem net zoals hij mij behandelt, ik vergeld een man naar wat hij doet.’
30 Ik liep langs de akker van een luiaard en langs de wijngaard van een onverstandig mens:
31 hij stond vol distels en werd overwoekerd door onkruid, de stenen muur er omheen was afgebrokkeld.
32 Ik zag dat en nam het ter harte, ik trok daar mijn les uit.
33 Nog even slapen, een beetje soezen, nog eventjes lekker liggen,
34 uw armoede is in aantocht en de gebrekkige omstandigheden overvallen u.