Add parallel Print Page Options

Waarschuwing tegen de vrouw van een ander (vervolg)

Mijn zoon, bewaar mijn woorden.
Berg wat ik je zeg goed op in je hart.
Onthoud mijn lessen, dan zul je leven.
Beschouw ze als het kostbaarste wat je hebt.
Draag ze bij je, zoals een ring aan je vinger.
Schrijf ze op in je hart.
Houd van de wijsheid alsof ze je zus is.
Laat verstandigheid je beste vriend zijn.
Dat zal je beschermen voor de vrouw van een ander,
al heeft ze nog zulke gladde praatjes.

Ik stond op een keer bij het raam van mijn huis,
en keek naar buiten.
Daar liep een aantal jongemannen.
Ik zag dat één van hen een dwaas was.
Hij stak de straat over, naar de hoek waar een vrouw woont.
Hij liep in de richting van haar huis.
Het was avond, bijna nacht,
en het was al bijna helemaal donker.
10 De vrouw kwam naar buiten, naar hem toe.
Ze had zich uitdagend gekleed, als een hoer.
11 Het is een brutale vrouw die er maar op los leeft.
Ze blijft nooit thuis.
12 Altijd is ze op straat te vinden.
Ze hangt rond op de pleinen.
Op de straathoeken loert ze op mannen.
13 Ze kwam dus naar buiten, greep hem beet en kuste hem.
Met een brutaal gezicht zei ze:
14 'Ik wilde net een dank-offer gaan brengen.
Vandaag ga ik de offers brengen die ik had beloofd.
15 Daarom ben ik je tegemoet gelopen.
Ik ging je zoeken en nu heb ik je gevonden.
16 Ik heb prachtig geborduurde dekens op mijn bed gelegd,
gemaakt van Egyptisch linnen.
17 Ik heb mijn bed besprenkeld met parfum.
18 Kom mee naar mijn bed, dan gaan we samen plezier maken.
We kunnen tot morgenochtend van elkaar genieten.
19 Want mijn man is niet thuis.
Hij is ver weg, op reis.
20 Hij heeft veel geld meegenomen,
en komt pas volgende maand terug.'
21 Ze haalde hem over met haar gepraat.
Met vleiende woorden praatte zij hem om.
22 Hij gaf toe en liep met haar mee,
als een koe die naar de slachter gaat,
als een dwaas die geboeid meeloopt om zijn straf te krijgen,
23 als een vogel die het vangnet in vliegt.
Hij beseft niet dat zijn leven gevaar loopt,
totdat hij dodelijk getroffen wordt door de pijl.

24 Mijn zonen, luister dus naar mij.
Onthoud wat ik jullie zeg.
25 Laat je niet door zo'n vrouw verleiden.
Ga niet naar haar toe.
26 Ze heeft al heel veel slachtoffers gemaakt,
heel veel mannen de dood ingejaagd.
27 Haar huis is een poort naar de dood.
Als je daar doorheen gaat, is er geen weg terug.

De Wijsheid roept de mensen

Hoor de Wijsheid roepen!
De Verstandigheid roept luid!
De Wijsheid is gaan staan op de heuvels langs de weg,
daar, waar de wegen elkaar kruisen.
In de poorten van de stad,
waar de mensen de stad binnen gaan, roept ze luid:

"Mensen, ik roep jullie.
Ik spreek tot jullie allemaal.
Als je onverstandig bent, leer dan van mij hoe je verstandig kan worden.
Als je een dwaas bent, leer dan begrijpen wat ik zeg.
Luister, want wat ik ga zeggen is belangrijk.
Wat ik ga zeggen is de waarheid. Ik zal niet liegen.
Ik spreek altijd de waarheid.
Want ik vind het verschrikkelijk om te liegen.
Alles wat ik zeg is waar.
Geen woord ervan is gelogen.
Verstandige mensen geloven wat ik zeg.
Ze zien dat mijn woorden zijn te vertrouwen.
10 Mijn goede raad is beter dan zilver.
Wat ik zeg is meer waard dan zuiver goud.
11 Wijsheid is meer waard dan edelstenen.
Het is het kostbaarste wat je maar bezitten kan.

12 Ik ben de Wijsheid, en ik woon bij de Verstandigheid.
Door goed na te denken, ben ik wijs geworden,
13 Diep ontzag voor de Heer hebben, betekent:
ver weg blijven van het kwaad, van trots en van misdaad.
Ik haat ook alle leugens.
14 Door mij leer je goed na te denken
en naar goede raad te luisteren.
Door mij word je machtig.
15 Door mij heersen de koningen.
Door mij weten leiders wat rechtvaardig is.
16 Door mij regeren de bestuurders
en de rechters van de aarde.
17 Ik houd van de mensen die van mij houden.
Mensen die mij zoeken, zullen me ook vinden.
18 Door mij krijg je rijkdom en eer.
Door mij gaat het goed met je en leef je zoals God het wil.
19 Wat ik je kan geven, is meer waard dan het zuiverste goud.
Het is meer waard dan zuiver zilver.
20 Door mij leef je rechtvaardig en eerlijk.
21 De mensen die van mij houden, krijgen blijvende rijkdommen.
Ik zal hun schatkamers vullen.

22 De Heer heeft mij als eerste gemaakt,
vóórdat Hij al het andere maakte.
23 Ik ben er altijd al geweest, al voordat de tijd begon.
Ik was er al voordat de aarde bestond.
24 Ik werd geboren toen er nog geen oceanen waren,
geen bronnen vol water,
25 toen de bergen nog niet bestonden,
en de heuvels nog niet waren gemaakt,
26 toen Hij de aarde en de velden nog niet had gevormd,
toen er nog niet één stofje bestond.
27 Ik was erbij toen Hij de hemel maakte,
de horizon als een kring op de oceaan zette,
28 de wolken aan de hemel hing
en de bronnen van de oceaan liet stromen.
29 Ik was erbij toen Hij de grenzen van de zee vaststelde,
het water zijn bevelen gaf
en de fundamenten van de aarde neerzette.
30 Ik was zijn troetelkind.
Elke dag genoot Hij van mij.
Elke dag was ik verrukt van zijn aanwezigheid.
31 Ik genoot van de aarde,
en was blij met de mensen.

32 Mensen, luister naar mij.
Het zal heerlijk voor je zijn als je doet wat ik je leer.
33 Doe wat ik je zeg, dan word je wijs.
Schuif mijn woorden niet aan de kant.
34 Het zal heerlijk voor je zijn
als je elke dag naar mijn huis komt en bij de deur op mij wacht.
35 Want als je mij vindt, heb je het leven gevonden.
De Heer zal blij met je zijn.
36 Maar met de mensen die mij niet zoeken, loopt het slecht af.
Iedereen die mij haat, houdt van de dood."

De Wijsheid en de Dwaasheid

De Wijsheid heeft haar huis gebouwd,
een huis met zeven pilaren.
De dieren voor de maaltijd zijn geslacht, de wijn staat klaar.
Ze heeft de maaltijd klaargezet.
Ze heeft haar slavinnen erop uit gestuurd
om in de stad te roepen:
"Ik nodig iedereen uit die nog wijsheid nodig heeft!"
Als je nog niet veel wijsheid hebt,
kom dan bij mij eten.
Drink van de wijn die ik heb klaargezet.
Blijf niet langer onverstandig, dan zal het goed met je gaan.
Zoek de wijsheid op!"

Slechte mensen lachen je uit als je hen waarschuwt.
Ze zetten je voor schut.
Bestraf hen maar niet, het heeft geen zin en ze gaan je alleen maar haten.
Bestraf liever wijze mensen, want zij zullen daarom van je houden.
Als je raad geeft aan wijze mensen, worden ze nog wijzer.
Goede mensen luisteren naar wat je zegt.
10 Als je wijs wil worden, begin dan met ontzag te hebben voor de Heer.
Als je de heilige God kent, word je verstandig.
11 Door mij, de Wijsheid, zul je langer leven.
Je leven zal jaren langer zijn.
12 Als je wijs bent, zal dat goed voor je zijn.
Als je dwaas bent, is het je eigen schuld dat alles verkeerd gaat.

13 De Dwaasheid is brutaal.
Ze is één en al onverstand en weet niets.
14 Ze zit voor de deur van haar huis,
op de muur van de stad.
15 Ze roept naar de mensen die voorbijkomen,
ook naar goede mensen.
16 Ze probeert onverstandige mensen naar zich toe te lokken.
Dwazen gaan naar haar toe.
Ze zegt tegen hen:
17 "Gestolen water is lekker,
gestolen brood smaakt goed."
18 Maar de mensen die naar haar toe gaan,
weten niet dat ze worden uitgenodigd om bij de schimmen te gaan wonen.
Haar gasten zijn op weg naar het dodenrijk.