Add parallel Print Page Options

Spreuken van Salomo (vervolg)

20 Van drank word je overmoedig en lawaaiig.
Als je te veel drinkt, ben je een dwaas.

De woede van een koning is zo dreigend als het brullen van een leeuw.
Als je hem kwaad maakt, breng je je eigen leven in gevaar.

Het eert een mens als hij ruzies vermijdt.
Maar een dwaas doet met elke ruzie mee.

Omdat de winter al begint, wil een lui mens zijn akker niet meer omploegen.
Maar in de oogsttijd vraagt hij zich af waarom er niets valt te oogsten.

Goede raad zit diep in het hart, als water in een diepe put.
Maar als je wijs bent, weet je die toch naar boven te halen.

Iedereen beweert van zichzelf dat hij een goed mens is.
Maar een echt betrouwbaar mens – waar is die te vinden?

Een rechtvaardig mens is altijd eerlijk.
Dat is een zegen voor zijn kinderen.

Een goede koning die rechtspreekt
weet met één blik waar het kwaad zit.

Geen mens kan zeggen: "Ik heb een zuiver geweten.
Ik ben nog nooit ongehoorzaam geweest aan God."

10 Bedrog door met een onzuivere meetstok te meten
of met valse gewichten te wegen –
de Heer haat het allebei.

11 Ook aan een kind kun je zien of het goed en eerlijk is.
Je kan het zien aan wat het doet.

12 Oren die horen en ogen die zien
zijn allebei door de Heer gemaakt.

13 Verslaap je tijd niet, want dan word je arm.
Sta vroeg op, dan heb je eten genoeg.

14 "Waardeloos! Slechte rommel!" roept de koper.
Maar als hij weggaat, is hij tevreden dat hij voordelig zaken heeft gedaan.

15 Goud en edelstenen zijn er in overvloed.
Maar verstandige woorden zijn zeldzaam en kostbaar.

16 Pak de mantel af van iemand die borg is gaan staan voor een onbekende.
Geef die mantel als onderpand aan mensen die je niet kent.

17 Oneerlijk verdiend brood smaakt heerlijk.
Maar later lijkt het of je een mond vol grind hebt.

18 Alleen door goede raad van anderen ontstaan goede plannen.
Begin dus ook de oorlog pas na goed overleg.

19 Mensen die graag roddelen, verraden geheimen.
Ga dus niet met zulke mensen om, ook al is het verleidelijk om naar hen te luisteren.

20 Als je je vader of moeder vervloekt,
zal je leven uitgedoofd worden als een olielamp in de nacht.

21 Als je je erfenis te snel opeist,[a]
zal dat uiteindelijk niets goeds brengen.

22 Zeg niet: "Ik zal wraak nemen."
Vertrouw op de Heer. Hij zal voor je opkomen.

23 De Heer haat het als je oneerlijke gewichten gebruikt.
Het is verkeerd als je met je weegschaal de mensen bedriegt.

24 De Heer leidt je leven.
Hoe zou je kunnen begrijpen waar je weg heenvoert?

25 Het is dom om te haastig iets aan God te beloven
en je daarna pas af te vragen of je je belofte wel kan houden.

26 Een wijze koning ontdekt de misdadigers.
Hij zal ze zonder genade straffen.

27 De Heer heeft je een geweten gegeven om je te leiden.
Je geweten is een lamp die je laat zien wat er in het diepst van je hart is.

28 Goedheid en waarheid beschermen de koning.
Want alleen daardoor zal hij lang regeren.

29 Jonge mannen zijn trots op hun kracht.
Oude mensen zijn trots op hun hoge leeftijd.

30 Bloedige striemen genezen een slecht mens van het verlangen om slechte dingen te doen.
Stokslagen slaan de slechtheid uit zijn hart.

Footnotes

  1. Spreuken 20:21 Vergelijk dit met Lukas 15:11 en 12.

20 Wijn maakt een mens overmoedig en sterke drank zorgt voor veel opwinding, het is niet verstandig te veel te drinken.
De woede van een koning jaagt de mensen evenveel schrik aan als het gebrul van een jonge leeuw. Wie met hem de strijd aanbindt, speelt met zijn leven.
Het is een eer voor een man als hij ruzies vermijdt, alleen een dwaas mengt zich in geschillen.
Vanwege de naderende winter laat de luiaard het ploegen na, om er in de oogsttijd achter te komen dat er voor hem niets te oogsten valt.
Het hart van een verstandig man is een onuitputtelijk reservoir van wijsheid. Wie verstandig is, tracht van hem te leren.
De meerderheid van de mensen gaat prat op eigen goedheid, maar is er nog wel een trouw mens te vinden?
Het leven van een rechtvaardige ademt zijn oprechtheid, zijn kinderen zijn gelukkig te prijzen.
Een koning die vanaf zijn troon rechtspreekt, haalt met één oogopslag recht en onrecht uit elkaar.
Is er iemand die kan zeggen: ‘Ik heb mijn hart gereinigd en ben gezuiverd van mijn zonde’?
10 De Here heeft een afkeer van veel dingen, maar van deze twee zeker: ongelijke gewichten en ongelijke inhoudsmaten.
11 Een jongen geeft zich, in zijn kinderlijkheid, gemakkelijk bloot en toont zo wat hij in zich heeft, of zijn daden oprecht en eerlijk zullen zijn.
12 De Here heeft veel dingen gemaakt, ogen om mee te zien en oren om mee te horen.
13 Wees niet lui en slaperig, anders wacht u de armoede. Als u uw ogen openhoudt, zult u genoeg hebben om in uw lichamelijke behoeften te voorzien.
14 ‘Dat lijkt me niets, het is niets waard,’ zal de koper roepen, maar wanneer de koop gesloten is, wrijft hij zich tevreden in de handen.
15 Goud en robijnen zijn er in overvloed, maar wijze en goede woorden zijn een schaars en kostbaar goed.
16 Heeft iemand zich garant gesteld voor een onbekende, neem dan zijn mantel als onderpand.
17 Onrechtmatig verkregen goed smaakt aanvankelijk zoet, maar verandert ten slotte in een mondvol scherpe stenen.
18 Goede adviezen brengen gedachten tot uitvoer. Bind de strijd pas aan na overleg.
19 Een roddelaar maakt zaken bekend die verborgen moesten blijven, bemoei u daarom niet met mensen die u uitspraken ontlokken.
20 Wie zijn ouders vervloekt, zal alles verliezen en achterblijven in een inktzwarte duisternis, zonder enig lichtpunt.
21 Snel vergaarde rijkdom verliest ten slotte zijn waarde.
22 Zeg niet dat u het onrecht zult wreken, wacht liever op de Here, want Hij zal u bijstaan.
23 De Here verafschuwt ongelijke gewichten en een weegschaal waarmee geknoeid is, is een zonde.
24 De Here bepaalt het leven van de mens, dus hoe zou de mens zijn levensweg kunnen begrijpen?
25 Mensen maken gemakkelijk de fout God iets te beloven, om daarna pas te beseffen wat zij hebben gezegd.
26 Een verstandige koning ontdoet zich van goddelozen en straft hen zwaar.
27 De Here heeft de mens het vermogen gegeven zelf een licht te werpen op zijn diepste gedachten en beweegredenen.
28 Goedheid en liefde voor de waarheid zijn van levensbelang voor de koning, op die goedheid steunt zijn troon.
29 Het sieraad van de jeugd is kracht, dat van de ouderen het grijze haar.
30 Alleen zware straffen kunnen een boosdoener zuiveren, alleen slagen die hem diep treffen, kunnen zijn innerlijk veranderen.